Vlaamse universiteiten bereiden ijkingsproef voor burgerlijk ingenieurs voor

Op 1 juli kunnen toekomstige studenten die zich voor de bachelor Ingenieurswetenschappen willen inschrijven deelnemen aan een ijkingsproef. Op de campussen van de drie universiteiten die deze richting aanbieden (VUB, KULeuven, UGent) zullen ze een vrijblijvende toets kunnen afleggen. Deelname blijft vooralsnog vrijwillig en het resultaat is geenszins bindend.

De ijkingsproef zou enigszins lijken op de verplichte en bindende toelatingsproef voor burgerlijk ingenieurs die vanaf het academiejaar 2004-2005 is afgeschaft. Na de eerste ronde op 1 juli volgt er in de maand september nog een herkansing.

De proef komt er op initiatief van de ingenieursfaculteit van de KULeuven en heeft als doel de instroom van zwakke studenten te beperken. Door toekomstige studenten duidelijk te maken wat de verwachte competenties zijn, hopen de faculteiten de problemen van studenten op tijd te signaleren of het aanvatten van de studie in het algemeen te ontraden. De proef op de drie universiteiten heeft overal dezelfde vragen: dertig meerkeuzevragen die gebaseerd zijn op de wiskunde-olympiade. Voor de aspirant ingenieur-architecten zijn de vragen dezelfde. De ijkingsproef zal niet alleen de kennis uit de eindtermen toetsen, maar een breder wiskundig inzicht vergen.

VUB gefrustreerd

Toch zullen de universiteiten op enkele punten ook een verschillende aanpak hanteren. De KULeuven is van plan om studenten die slagen voor de ijkingsproef een vrijstelling te verlenen voor één studiepunt. De UGent en de VUB zien dat evenwel niet zitten. Wel wil de VUB een feedbackmoment voorzien in navolging van de proef en voldoende studiebegeleiding op poten zetten.

Dat blijkt geen sinecure, aangezien in december pas duidelijk werd dat de proef er zou komen. Het treffen van de nodige voorbereiding omtrent de studiebegeleiding valt het Studiebegeleidingscentrum van de VUB erg zwaar, gezien de deadline bijzonder snel nadert. De bezorgdheden over de haalbaarheid van die deadline stapelen zich dan ook op. De VUB besloot desalniettemin om mee te stappen in het verhaal van de KULeuven en in navolging ook dat van de UGent. De deelname van die laatste was voor de VUB de conditio sine qua non om ook mee te doen.

Onder de studentenradar

Studenten werden in de opzet van de proef dan weer nauwelijks betrokken. Enkel de studentenvertegenwoordigers in de faculteitsraden konden binnen de faculteiten hun mening geven. De VUB-Studentenraad kreeg slechts per toeval lucht van het initiatief. De Vlaamse Vereniging van Studenten, VVS, nam nog geen standpunt in over de ijkingsproef. VVS-voorzitster Anke Van den Bergh: “Het blijft voorlopig een zaak op faculteitsniveau. Op dat niveau is VVS niet bevoegd en daarom hebben we er nog geen standpunt over. Dat kan in de toekomst nog veranderen. Wel heeft VVS een algemeen standpunt over de oriënteringsproef.” Op de Vlaamse Interuniversitaire raad (VLIR) kwam de ijkingsproef ook al ter sprake.

Het ministerie van Onderwijs stelt dat niet-bindende oriëntatieproeven jongeren kunnen helpen om een weloverwogen studiekeuze te maken, maar wel binnen een oriëntatiebeleid dat best al veel vroeger start, bijvoorbeeld in het vierde jaar van het secundair. Adjunct-kabinetchef voor Hoger Onderwijs, Raf Devos: “Het kadert in de verbetering van de doorstroming tussen het secundair en hoger onderwijs. De proef is voor laatstejaarsscholieren een middel om hun capaciteiten in te schatten en een doordachte studiekeuze te maken. We weten immers dat dit een belangrijke factor is om succes te boeken in de hogeschool of universiteit.” Hoewel de proeven een initiatief zijn van de instellingen zelf, kaderen ze tevens in de vraag van de Minister van onderwijs Pascal Smet aan de VLOR om een oriëntatiebeleid uit te tekenen vanaf het secundair onderwijs. Het advies daaromtrent wordt nog dit voorjaar verwacht.

0 Comment