Door Piet Van de Velde
Sla de handjes maar stevig in elkaar, want daar is de Rockrace weer. De jaarlijkse hoogmis/afslachting van de Brusselse studentenbandjes. Uiteraard kunt u opnieuw rekenen op honderd procent objectief oordeel, of toch een matige poging daartoe van uw dienaar. In totaal doen er 18 groepen een gooi naar de titel van beste Brusselse studentenband van 2013. De zes voorrondes vinden afwisselend plaats in het Kultuurkaffee en het RITScafé. But enough with the pleasantries, let’s go on with the show.
Fox Force Five
De naam Fox Force Five is een referentie naar het personage van Uma Thurman in de jaren ’90 cultfilm Pulp Fiction, maar op het podium was geen enkele vrouw te bespeuren. De jaren ’90 waren dan weer wel gretig vertegenwoordigd: gitaarlijnen uit de grunge en hardrock en zanger met IDNOAP-syndroom, oftewel voluit “In Dire Need Of A Poop”-syndroom. IDNOAP-patiënten zingen of kreunen, u raadt het al, alsof ze dringend de kleinste kamer moeten bezoeken. Andere bekende voorbeelden van zangers met IDNOAP zijn Chris Cornell van Soundgarden en Eddie Vedder van Pearl Jam.
Het was al snel duidelijk dat de leadgitarist de baas van de groep was en hij schuwde niet om te strooien met een paar stoere rifjes, maar helaas kon de drummer niet altijd even vlot volgen. Fox Force Five wou er stevig de beuk in zetten, maar klonk uiteindelijk iets te grijs.
They Invented Nebraska
Een duo van gitaar en drum met referenties naar de bluesrock van The Black Keys, wat onvolgroeide bakkebaarden en een snuif gezonde agressiviteit, maar hebben we in België niet al zo’n groep uit het mondaine Dilbeek? Inderdaad, de vergelijking met The Black Box Revelation is gemakkelijk gemaakt en dan begint het vraagstuk: is dit imiteren of innoveren? De eerste nummers van They Invented Nebraska klonken als een doorslagje van BBR, maar het tij leek te keren toen ze “nieuwe nummers die pas zondag geschreven zijn” ten tonele brachten. De gitaar laten vlammen via een klein versterkertje heeft een onweerstaanbare charme en de rechttoe rechtaan drumlijn is de kers op de taart.
Vanaf toen begonnen de slordigheden zich enkel in hoog tempo op te stapelen. Garagerock hoef je natuurlijk niet perfect en afgelijnd te spelen, maar als je zes à zeven keer worstelt met je timing in een nummer dan had je beter nog wat langer gerepeteerd aan je rits van nieuwe nummers. Jammer, want er zit wel potentieel in de groep, je moest enkel je best doen om het te horen.
Bearskin
De groep klinkt vanaf de eerste noot doordacht, wat geen inherente karakteristiek van muziek is, maar het komt over alsof er over elke terts en elk gitaarriedeltje is nagedacht. Het geeft zelfs de indruk alsof alles deel uitmaakt van het “Grote Plan”. Op zich werkt dat vrij goed, zonder dat het geforceerd overkomt, want de subtiliteit van hun donkere gitaarpopmuziek speelt in hun voordeel. Waarschijnlijk hebben de leden van Bearskin goed opgelet bij het beluisteren van de laatste platen van The National en iLikeTrains, maar zijn ze wel een belangrijk detail vergeten: muziek mag losbarsten.
Bearskin blijft te gemakkelijk steken in tweede versnelling en schakelt dan niet hoger met als gevolg dat de nummers, ondanks de intrinsieke mooie samenhang van hun Americana, wel gaan vervelen na verloop van tijd. Het Lommelse kwintet kan gelukkig wel ook rekenen op een zanger met een warme gloed. We zien hen daarom ook terecht terug in de halve finale en wie weet, met wat sterke pepers, zelfs in de finale.
Bearksin gaat door naar de halve finale in het RITScafé op 13 maart.
0 Comment