Slechts eenderde van instellingen biedt onvoorwaardelijke tweede examenkans

Slagen met voldoening of met onderscheiding, het verschil kan schuilen in enkele procentpunten. Nochtans heeft elke student recht op twee examenkansen. Dat staat zo in het Flexibiliseringsdecreet. Toch weigert tweederde van de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen om studenten de mogelijkheid te bieden om te herkansen als ze al geslaagd zijn in eerste zit. Ook aan de VUB kunnen studenten hun resultaat niet verbeteren om bijvoorbeeld een hogere graad te behalen. Een uitspraak van de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen doet nu vermoeden dat maar liefst zestien instellingen tegen het decreet ingaan.

Het Flexibiliseringsdecreet (2004) deed de vroegere studiejaren vervangen door de nu gebruikelijke studiepunten. In artikel 29 van het decreet staat onomwonden dat een student voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is, recht heeft op twee examenkansen in de loop van het academiejaar. Uitzondering op de regel zijn de vakken die een tweede examenkans tijdens het academiejaar niet toelaten, zoals bijvoorbeeld een stage. Voor zulke opleidingsonderdelen wordt er dan maar één examenkans per academiejaar voorzien.

Verzaken?

Op 21 september deed de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen een opmerkelijke uitspraak. Een student wiskunde aan de Universiteit Antwerpen kreeg gelijk in een zaak tegen zijn instelling. Hij was het er niet mee eens dat hij zijn (geslaagde) examens niet opnieuw mocht afleggen. Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de UA stond dat immers in de weg. De student kreeg echter gelijk: studenten die slagen in eerste zit, mogen niet zomaar uitgesloten worden van de tweede zittijd.

Nochtans staat in datzelfde Flexibiliseringsdecreet dat studenten niet kunnen verzaken aan een verworven creditbewijs. In zijn uitspraak van 21 september legde de Raad uit dat die bepaling geen beperking is van het recht op een tweede examenkans, maar net een maatregel om studenten tegen zichzelf te beschermen. Dat betekent dat studenten, eens ze een creditbewijs verworven hebben in eerste zit, best die bescherming naast zich neer kunnen leggen en hun tweede examenkans kunnen grijpen. Het risico op niet-slagen zou dan wel bij de student terecht kunnen komen, al hangt ook dat af van het OER van de instelling.

Ook de VUB houdt op dit moment geen rekening met die zienswijze van de Raad. In het OER van VUB staat een soortgelijke bepaling als in dat van de UA: alleen studenten die na hun eerste zittijd geen creditbewijs behaalden, zijn er toegelaten tot de tweede zittijd.

En nu?

De UA laat het er niet bij en heeft al beroep ingesteld bij de Raad van State, liet men de redactie weten. Als de Raad van State het besluit van de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen volgt en de UA opnieuw in het ongelijk stelt, brengt dat waarschijnlijk een juridische aardschok teweeg aan heel wat onderwijsinstellingen. De 16 instellingen, ook de VUB, zullen in dat geval niet anders kunnen dan hun onderwijs- en examenreglement aanpassen om studenten die hun resultaat willen opkrikken, die mogelijkheid ook te bieden.

Het kan ook anders. De Katholieke Universiteit Leuven (en zes van haar associatiepartners) voorziet sinds het academiejaar 2011-2012 wél de mogelijkheid om geslaagde vakken te herkansen. Studenten die slagen voor een bepaald vak, kunnen ten laatste 15 dagen na de mededeling van het resultaat aan hun faculteit een tweede examenkans vragen om dat resultaat te verbeteren. Maakt een student hiervan gebruik, dan worden het algemene opleidingsresultaat en de graad van verdienste voorlopig ongedaan gemaakt. Slaagt die student effectief een tweede keer, dan wordt zijn tweede resultaat ook definitief. Slaagt hij niet, dan wordt toch zijn eerste resultaat geregistreerd. Op die manier is het onmogelijk om alsnog te buizen ( (lees: te verzaken aan een creditbewijs), maar loopt de student wel het risico op een lagere score dan in eerste zit.

Onbekend is onbemind?

Van de vijf universiteiten is de KU Leuven de enige die, volgens de uitspraak van de Raad, in orde is met het decreet. Tel daarbij zes hogescholen, en de conclusie dat er nog heel wat werk aan de winkel is als de Raad van State het beroep van de UA afwijst, is snel gemaakt. Is de situatie voor hogescholen echter dezelfde als voor de universiteiten? De administratieve last om in dergelijke gevallen een tweede examenkans te voorzien, is alvast een gemeenschappelijk argument. Maar er is meer, weet Frederik D’hulster, directeur Onderwijs van de Hogeschool West-Vlaanderen: “Nu onze academische bachelors zullen integreren in de UGent, gaan wij enkel professionele bachelors aanbieden. Graden zijn voor onze studenten niet zo belangrijk, gezien de professionele finaliteit van de opleidingen. Bovendien hebben we eigenlijk nog nooit de vraag gekregen om een verworven creditbewijs te hernemen in tweede zit.” Aan de Katholieke Hogeschool West-Vlaanderen (KATHO) klinkt hetzelfde geluid.

Brengt ons meteen bij een andere vraag: weten studenten wel dat ze recht hebben op een tweede examenkans? Aan de KU Leuven is bovengenoemde procedure alvast van recente makelij en volgens verschillende bronnen wordt er tot nu toe amper van gebruik gemaakt. Stijn De Decker, bestuurder van VVS: “Studenten aan opleidingen waar er veel competitie heerst, bijvoorbeeld geneeskunde, zijn beter op de hoogte van de procedure aan de KU Leuven. Het zou de moeite lonen als studenten zich meer bewust waren van de mogelijkheid. Ik denk dan ook aan studeren in het buitenland: de hoger aangeschreven universiteiten selecteren ook op basis van de resultaten, een procentje meer of minder kan dus wel een verschil maken.”

De Decker voegt daar nog aan toe: “Als we willen streven naar excellentie, vind ik dat de mogelijkheid aan elke instelling moet bestaan om in tweede zit een beter resultaat te behalen. Een examen is immers vaak ook maar een momentopname.”

Wachten op uitspraak

Aan de VUB kijkt men vooralsnog de kat uit de boom. “Wij wachten op de uitspraak van de Raad van State”, zegt Vanessa De Cock, afdelingshoofd van het departement Onderwijsbeleid. “Als het beroep van de UA afgewezen wordt, zullen wij ons moeten schikken en ons Onderwijs- en Examenreglement aanpassen.”

Stéphanie Van den Broeck, juridisch adviseur bij het departement Onderwijsbeleid, bevestigt dat de VUB zijn OER zal moeten aanpassen als de Raad van State de UA ongelijk geeft. “Als we in dat geval een soortgelijke procedure als aan de KU Leuven zouden invoeren, zal dat niet met terugwerkende kracht gebeuren.” Dat betekent dat VUB-studenten zich dan pas vanaf academiejaar 2013-2014 kunnen beroepen op een interne regeling, want onderwijs- en examenreglementen gelden per academiejaar. Zij die niet kunnen wachten op een eventuele aanpassing van het OER, maken een grote kans dat de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen hun extern beroep in de tussentijd gegrond zal verklaren, mits een voor hen gunstige uitspraak van de Raad van State. Daarvoor moeten studenten wel eerst de interne VUB-beroepsprocedure volgen, die hen trouwens evengoed in het gelijk kan stellen.”

Overzicht

Waar mag het wel?
(met tussen haakjes de relevante reglementaire bepalingen van de onderwijsinstellingen)

KU Leuven (art. 159, §5 OER);
HUB-KAHO (art. 159 § 5 OER);
Lessius Mechelen & Antwerpen (art. 116 OER);
Groep T (art. 159, §1, b) OER);
KHLeuven (art. 3.20 Examenreglement);
Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (art. II.159, § 5);
KHKempen (art. 60 Examenreglement);
Evangelisch Theologische Faculteit* (artt. 4 en 33 Examenreglement).

Waar mag het niet?

VUB (art. 99, § 1 en 133, § 1 OER);
Universiteit Antwerpen (art. 13.4.5 OER);
Universiteit Gent (art. 56, §3 OER);
Universiteit Hasselt (art. 5.2 Examenregeling);
Erasmushogeschool (art. 32bis Examenregeling);
Hogeschool Gent (art. 44, § 1);
KHLim (art. 55, tweede lid OER);
LUCA (art. 161 Algemeen Examenreglement);
Artesis (art. 45, §2.2 Algemene Onderwijsregeling);
Karel de Grote-Hogeschool (art. 2.6.1, eerste lid HogeschoolOnderwijs- en Examenreglement);
Plantijnhogeschool (art. 48 eerste lid OER);
Hogeschool West-Vlaanderen (art. 74 OER);
KATHO (art. 51, 1ste lid OER);
PHL (art. 52,  Examenregeling, § 1);
Xios (art. 12, § 1 Examenregeling);
Arteveldehogeschool (art. 65, vierde lid Studiecontract).

Pragmatisch

De Hogere Zeevaartschool (art. 55, tweede lid OER) heeft gemeld dat ze, indien de vraag gesteld wordt, gebruikmaakt van een “pragmatische procedure.”

* De ETF is in dit overzicht opgenomen omdat haar studentenraad lid is van de Vlaamse Vereniging van Studenten.

0 Comment