“De manier waarop minister Smet het dossier van de tweejarige masters behandelt, getuigt van slecht bestuur”

De onlangs gelekte discussienota van minister Smet aangaande de tweejarige master laat er geen twijfel over bestaan: de verlenging van de studieduur komt op een lager pitje. Een grote verrassing is het echter niet.

Afgelopen zomer dienden alle universiteiten gezamenlijk hun dossiers van de tweejarige masters in bij de erkenningscommissie, nadat de indiendatum al dikwijls door de minister verschoven was. Die commissie gaf 54 van de 61 aanvragen van 11 instellingen een positief advies.

Het was de Vlaamse regering die vervolgens oordeelde dat een lineaire invoering van de tweejarige master zowel budgetair als sociaal niet mogelijk was. Een studieduurverlenging zou te veel extra middelen vereisen, ouders nog een jaar opzadelen met de kosten van een studerend kind en tot slot een verlies betekenen voor de economie omdat studenten nog later zouden toetreden tot de arbeidsmarkt. Alle aanvragen voor tweejarige masters werden in één keer van tafel geveegd.

De onderwijsinstellingen moesten terug naar de tekentafel om een kader uit te werken met criteria voor aanvragen van tweejarige masters. “Er ligt een grote bewijslast bij de instellingen. Zij moeten kunnen aantonen waarom een studieduurverlenging voor een bepaalde richting noodzalijk is”, zegt vicerector Onderwijsbeleid, Yvette Michotte. “Er zijn verschillende argumenten om voor een tweejarige master te pleiten, bijvoorbeeld het feit dat veel studenten een extra thesisjaar inplannen. Een instelling die om die reden de master wil verlengen zal dus moeten bewijzen dat studenten inderdaad bijzonder veel gebruik maken van een thesisjaar.”

In de meeste EU-landen duren alle masters reeds twee jaar. “Dat kan soms een probleem vormen voor studenten die willen werken of doctoreren in het buitenland. Het is zelfs al voorgevallen dat een VUB-student zijn ULB-doctoraat niet kon aanvatten, vanwege het verschil in studieduur. Zulke situaties kunnen zich voordoen. Ook dit is een argument om een tweejarige master in te voeren.”

De discussienota is dus een eerste aanzet tot zo’n algemeen kader op basis waarvan een studieduurverlenging goed- of afgekeurd kan worden.”In de nota worden verschillende pistes bewandeld. In plaats van een tweejarige master, kun je ook nadenken over een master van 90 studiepunten, onderzoeksmasters als voorbereiding op een docotoraatstudie of zelfs een studieduurverkorting”, legt Michotte uit. “Men kiest duidelijk voor een diversificatie van het aanbod.”

De discussienota doet dus alvast heel wat stof opwaaien, bij onderwijsinstellingen maar ook bij studenten. De Vlaamse studentenkoepel VVS werd pas op het nippertje op de hoogte gesteld van de nota en is er allerminst mee opgezet dat zij niet betrokken is in de besluitvorming via de eerste lijn.

Ook bij vicerector Michotte heerst er enige ontevredenheid over de gang van zaken: “Minister Smet leek al langer geen zin te hebben in de tweejarige master. Het constant verschuiven van de invoerdatum is in die zin een duidelijk signaal. De manier waarop minister Smet het dossier behandelt, getuigt een beetje van slecht bestuur. Het opstellen van de dossiers heeft jaren geduurd, instellingen hebben ontzettend hard gewerkt, om niet te spreken van de kosten van al die vergaderingen en verplaatsingen.”

De Sociale Dienst Studenten hield bij het opstellen van de begroting van 2013-2017 ook rekening met een studieduurverlenging. “Op het moment dat we de begroting opstelden gingen we er inderdaad van uit dat bepaalde richtingen een tweejarige master zouden krijgen. Als nu blijkt dat dit niet doorgaat, zullen we daar rekening mee moeten houden”, aldus Tom Bonnewyn, diensthoofd van de Sociale Dienst Studenten.

0 Comment