Mysterieuze omzettingstabellen

Een studente die haar derde bachelorjaar Geschiedenis volledig aflegde aan een Noord-Amerikaanse universiteit schrok zich een hoedje toen ze, eenmaal terug in België, de omzettingstabel vernam die haar faculteit hanteert. In haar eerste twee bachelorjaren had ze aan haar Vlaamse instelling een gemiddelde van 70,22% behaald, op haar uitwisselingsjaar boekte ze een resultaat van 73%. Groot was haar verbazing dan ook toen haar ter ore kwam dat ze haar bachelordiploma had behaald met een eindpercentage van 69,80%.

Haar moederuniversiteit had, zoals gebruikelijk, een omzettingstabel gebruikt die het gemiddelde van haar derde bacherlorjaar verminderde tot 69,375%, ook al bekleedt haar alma mater een lagere plek op de universiteitsranking Times Higher Education dan haar gastuniversiteit. De omzetting is niet gebeurd via de ECTS-grading scale (een raamwerk van de Europese commissie dat grades, de standaard voor heel wat Angelsaksische quoteringen, omzet in percentages, nvdr.), maar op basis van een vergelijking van de gemiddelde resultaten van de studenten op uitwisseling met zij die de opleiding aan de Vlaamse universiteit volgen. Die omzetting wilde de studente aan de kaak stellen. Na intern beroep verscheen haar zaak op 17 augustus voor de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen*.

De studente was er van op de hoogte dat de resultaten aan haar gastuniversiteit zouden worden omgezet, maar de omzettingstabel zelf zag ze pas een eerste keer op 13 juli 2012, de dag van de uitspraak van het intern beroep. De Vlaamse instelling stelde dat de studente op de derde infosessie voor uitwisselingsstudenten de kans had om vragen te stellen over de omzetting. Bovendien hing de tabel op in het lokaal van de faculteitsverantwoordelijke voor de uitwisselingen; digitaal waren de exacte cijfers niet meer te vinden, vermits er in het verleden studenten waren die met de geprinte tabel in de hand aan hun docenten in het buitenland punten extra gingen vragen, gezien “de tabel bewees dat er punten werden afgetrokken (sic).”

Verder beriep de studente zich op de discrepantie tussen de omzettingstabellen van de faculteit Letteren en die van Economie en Bedrijfswetenschappen. Op de website van die laatste faculteit is de tabel wel te vinden. Volgens deze berekening zou haar gemiddelde voor het derde bachelorjaar niet 69,375% bedragen, maar wel 74,375%. Dat verschil van 5% vond de studente onrechtvaardig, te meer omdat ze enkele vakken had gevolgd met studenten van die faculteit. Voor haar was de grootte van de onderscheiding dan ook niet de hoofdzaak, maar wel net die 70%-grens, gezien die door heel wat universiteiten gebruikt wordt als ondergrens om studenten toe te laten.

De Raad kon niet ingaan op de inhoudelijke toepassing van de omzettingstabel – de Raad kan immers “niet in de plaats van de instelling treden”, zoals dat zo mooi heet, maar gaat enkel na of de instelling de regels gevolgd heeft bij het nemen van de studievoortgangsbeslissing – maar had toch bezwaar tegen de gang van zaken. Volgens de Raad kon het niet door de beugel dat de omzetting een louter rekenkundige bewerking was: “Dit ontheft de examencommissie niet van haar taak om in een individueel geval een gemotiveerde uitspraak te doen over de punten die aan de student worden toegekend.” De Raad vernietigde dan ook de uitspraak van de beroepscommissie, die op 13 juli had geoordeeld dat het beroep van de studente ongegrond was. De commissie van de instelling moet aldus een nieuwe beslissing nemen mét motivering die verder gaat dan enkel het vermelden van de mathematische bewerking van de omzetting.

*Iedere editie belicht De Moeial een uitspraak van de Raad voor Beslissingen inzake Studievoortgangsbetwistingen. De Raad is een rechtscollege waar studenten een beroep kunnen instellen tegen een studievoortgangsbeslissing van hun hogeronderwijsinstelling, zoals bijvoorbeeld de evaluatie van een stage of een examen. De student moet eerst wel alle interne beroepsmogelijkheden uitgeput hebben; meteen naar de Raad stappen zonder eerst de studievoortgangsbeslissing aan de instelling zelf aan te vechten, is niet mogelijk. Is een student het niet eens met het intern beroep, dan pas kan hij naar de Raad stappen. Tegen een beslissing van de Raad is enkel beroep mogelijk bij de Raad van State.

0 Comment