Door Paola Verhaert
Stond het aan de mainstage tijdens Nouvelle Vague nog vol enthousiast publiek, toen Flying Horsman, de band rond singer-songwriter Bert Dockx, de bühne betrad kwam er heel wat minder volk opdraven. De release van tweede album Twist leverde hen, naast een plekje op het grote podium van Bruksellive, heel wat aandacht van de Vlaamse media op die niet al te zuinig omsprongen met complimenten voor de band. Live moesten de Antwerpenaren zich nog verzekeren van evenwaardige lofbetuigingen, een taak die maar half volbracht werd.
Hoewel de omstandigheden zich best verleenden tot een post-folk, -blues, -modern, -geval onderonsje, leek het Groentheater deze mening niet te delen. Vele festivalgangers trokken naar de verre uiteinden van het park of nestelden zich net ver genoeg van het podium om nog slechts de occasionele hoge noot mee te krijgen. Echt kwalijk kunnen we het deze mensen echter niet nemen. Het uurtje lang dat Flying Horseman van jetje gaf op de Jupiler stage had evengoed enkele minuten lang kunnen duren. De monotone fundamenten van nagenoeg elk nummer prikkelden allesbehalve de attentie van het publiek, waardoor het nu-hebben-we-het-wel-gehoord-gevoel na enkele songs sterk overheerste.
Lof is echter wel op zijn plaats voor Bert Dockx, gezegend met een stem die het handelsmerk van de band, donkere en dreigende romantiek, volledig draagt. Een goede ruiter maakt echter nog geen goed paard. Zolang Flying Horseman de contouren van hun genre, hoe ze dat ook willen benoemen, te categorisch aflijnt, dreigt dit gezelschap zichzelf te blijven vervloeken.
0 Comment