Zelden iemand zo elegant zien headbangen als frontman Nicholas. Geen salvo van vier stoten per seconde, maar wel één enkele slag, om daarna de lange manen weer sierlijk in de nek te manoeuvreren. Heeft iedereen me gezien?, zie je hem denken.
Enfin, de muziek dus. Het mistroostige van metalconcerten op Bruksellive is dat al die anger zijn kracht verliest zodra het de idyllische omgeving wordt ingebruld. ’t Steekt allemaal een beetje af tegen de weelderige fauna en flora hier. Als er dan ook nog, op zijn zachtst gezegd, middelmatige metal wordt gebezigd, dan valt het al helemaal niet mee.
The things I said was nog best te pruimen: de meer ingetogen zangpartij deed deugd en de lead guitar klonk zelfs wat we ‘slepend’ zouden kunnen noemen. Echter, sommige ziektes worden ook zo omschreven. En o ja, de intro van We’re not funny (nomen est omen) was zelfs goed.
Wat heb je aan bezweerders als er niets te bezweren valt? Nicholas spuugde er op los, greep meermaals zijn – ongetwijfeld stinkende – kruis vast en wees naar, tja, naar wie eigenlijk? Verder zijn we blij dat het gedaan is.
0 Comment