Tentoonstelling: Gevaarlijk jong

Het is niet altijd makkelijk jong te zijn in deze maatschappij en soms heeft de maatschappij het niet gemakkelijk met de jongeren. Het zijn deze twee problemen die de tentoonstelling Gevaarlijk Jong op de voorgrond schuift in het museum Dr. Guislain. “Het is gevaarlijker in dit land om kind en vrouw te zijn dan soldaat!”, meldt jeugdpsychiater Peter Adriaenssens bij de ingang van de tentoonstelling.

Door Piet Van de Velde

De jeugd, in al haar grillige facetten, heeft kunstenaars altijd gefascineerd en geïnspireerd. De jeugd is vaak het symbool van onschuld. Bijna altijd is de jeugd het centrum van aandacht en genegenheid, want “wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.” Maar de obsessie van de maatschappij met haar jongeren is niet altijd even onschuldig.

Jong zijn wordt nog altijd als het summum beschouwd en dan vooral in de Westerse maatschappij. Jongeren kunnen ‘onze’ fouten recht zetten, zij zijn onze hoop. Het bindende karakter van deze opdracht staat echter even haaks op de vrijheid die anders zo gemakkelijk met de jeugd wordt geassocieerd. De Canadese kunstenares Edith Maybin heeft deze dualiteit aangepakt in haar reeks The Tendy Documents. In haar foto’s gebruikt ze haar eigen lichaam dat ze combineert met het hoofd van haar dochtertje.

De tentoonstelling komt aan als een mokerslag, want niet in elke samenleving kan de jeugd haar onschuld behouden. Het kind, als slachtoffer van een oorlog, kan door een foto heen naar de bezoeker kijken. Het kind is daar niet enkel getraumatiseerd door het geweld maar er ook door tot wees gemaakt of opgeslorpt door de troepen als kindsoldaat.

Rebels

Het ander licht dat de tentoonstelling werpt op jongeren is dat van jongeren als gevaar van en voor de samenleving. De jeugd die zichzelf van de onderdrukking van het status quo wil bevrijden na de Tweede Wereldoorlog. Deze strijd is de katalysator geweest van de popcultuur en verscheidene kunststromingen. Kunstenaars zoals Lucebert, Banksy en Keith Haring staan in deze tentoonstelling als voorbeelden van het subversief en rebelse karakter van de jeugd. De jeugd, die zelfde maatschappij waarin ze leeft in vraag stelt.

De westerse samenleving heeft het ook niet altijd even gemakkelijk met de jeugd. Tegenwoordig krijgt een recordaantal kinderen de stempel AD(H)D of vormen van autisme met zich mee. De pedagogische taak van de maatschappij wordt er moeilijker op. Zowel voor ouders als voor pedagogisch personeel is het geen eenvoudige opdracht om met deze psychische aandoeningen om te gaan. Ook hier durft de tentoonstelling brutaal de bezoeker te overrompelen met een storm van beelden.

Uitgebuit

Voor de uitbuiting van kinderen hoeven we ook niet altijd ver gaan. Zelfs in de Westerse wereld behoort kinderarbeid nog tot een niet zo ver verleden. Het iconische “De klok slaat 5 ure, half slapend gaan zy naar ’t fabriek” van Achiel Demaertelaere is dan ook een van de blikvangers van de hele tentoonstelling. Het schilderij portretteert een vader die zijn vermoeide kinderen meesleurt naar de fabriek. Ook de armoede in de Borinage in 1933 van Vlaams cineast Henri Storck levert treffend beeldmateriaal op. Deze werken zijn in de tentoonstelling geraakt dankzij de steun van AMSAB, het Instituut van Sociale Geschiedenis.

Een recenter vorm van uitbuiting komt ook aan bod, namelijk dat van de seksualisering van de jeugd. Kapotgeschminkte peutermeisjes die aan schoonheidswedstrijden meedoen en de obsessie van de maatschappij met het lolita-personage, die het best wordt vastgelegd door de Amerikaanse fotograaf David La Chappelle. Zijn foto van Paris Hilton, die aan een ijslolly likt, vat perfect samen hoe onze maatschappij gefascineerd is door jonge meisjes en seks.

Kwetsbaar materiaal

In het laatste deel van de tentoonstelling kruipt Sara Dyckmans in de huid van de kinderen en probeert ze hun verhaal te vertellen. De kunstenares werkte eerder al voor de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, Villanella en Het Paleis. Er staan zeven verschillende installaties die elk een eigen verhaal vertellen.

Dyckmans ontwikkelde het concept door boeken te lezen over “moeilijke kinderen” en naar de verhalen te luisteren van kinderen zelf. “De voornaamste inspiratiebron waren de kinderen – tussen 9 en 15 jaar – met wie ik gesproken heb. Ik kwam met hen in contact via jeugdbewegingen en andere vrijetijdsorganisaties.” De samenwerkingen met kinderen is echter niet altijd even gemakkelijk: “Het is namelijk heel kwetsbaar materiaal: sommige kinderen vertellen te veel, en die moet je beschermen. Bij sommigen duurt het dan weer lang eer ze je vertrouwen en iets willen lossen.”

De locatie van deze tentoonstelling is maar al te toepasselijk in het museum Dr. Guislain, dat nog steeds dienst doet als psychiatrisch centrum. De bezoeker kan met zijn ticket voor Gevaarlijk Jong ook een bezoekje brengen aan de permanente collectie van het museum. Hier wordt het verhaal verteld van de geschiedenis van het psychiatrisch centrum alsook dat van de psychiatrie van de laatste 150 jaar.

0 Comment