De transformatie van Alonso Quijano naar Don Quichote

Tekst: Alvaro Avelar
Beeld: Sarah Hamdi

Op vrijdag 9 maart 2012 vond er een persconferentie plaats aan de oevers van de VUB-campus. Al een aantal maanden bewoont een aantal arbeidsmigranten een gebouw van de Vrije Universiteit Brussel. Ze hebben het geluk en het recht om daar tijdelijk te verblijven aangezien zij geen asiel krijgen in dit land en dus eigenlijk in een juridisch grijze zone zitten. Die migranten, die nu nog steeds in die situatie zitten, geraakten in paniek, wanhoop sloeg toe. Op een bepaald moment beslisten ze om in hongerstaking te gaan, een laatste wanhoopsdaad. De wanhoop culmineerde in de dichtgenaaide mond van Jamal Jaoudi. Een aantal studenten heeft de handen in elkaar geslagen en beslist dat ze voor de rechten van die mensen zouden opkomen. Over de juridische feiten van mensen in zo’n situatie zal ik niets zeggen. Het gaat mij eerder om de ideologische/ morele situatie van de voor mij bekende wereld. De verwarring en de breuk tussen wat we willen en wat we doen.

De reacties op het gebeuren van de hongerstaking van de sans-papiers zijn zeer verdeeld en in mijn ogen wat vreemd. Aan de ene kant zijn er mensen die heel de actie steunen, zij zijn de idealistische kosmopolieten die vinden dat rechten universeel zijn en dat we allemaal open moeten staan voor mensen in nood, ongeacht hun achtergrond. Aan de andere kant zijn er mensen die (om hen niets al te ergs te verwijten) een beetje xenofoob zijn en vrezen voor de vernietiging van het status quo en dat zou dan resulteren in criminaliteit en misschien zelfs armoede voor alle Belgen. Ze hebben bijvoorbeeld niets tegen kleurlingen of andere culturen maar ze moeten zich aan de wetgeving houden en liefst zo ‘Belgisch’ mogelijk zijn. Voor de rest vinden ze oorlogen ook wel erg en ligt het dagboek van Anne Frank in hun boekenrek(je).

Wat is nu volgens mij het probleem, dat omstreden filosoof Slavoj Žižek Starbucks filantropie noemt? Door de institutionalisering van een set van waarden en normen stel je een massa gerust (inclusief creator, wetgever en filantroop) waardoor je als persoon verder kunt gaan met hetgeen je al mee bezig was en dus wat je eigenlijk ook belangrijker vindt. Voor bijvoorbeeld een euro extra steun je een of ander liefdadigheidsproject. Onze koffie is misschien duur, maar dat extra geld is waardevoller dan de waarde van het geld, je helpt hiermee personen. Dit is misschien de ‘monkeywrench’ in heel het project. Het surplus beloont, cognitieve dissonantie kan zo gemakkelijk verdwijnen. Dit geniaal stuntje is bijna alledaags, denk maar aan Music for Life van Studio Brussel. Kortom, Žižeks these is, in mijn eigen woorden, dat deze bedrijven inspelen op de menselijke wens naar rechtvaardigheid en hen dat geeft. Daarna, als hun koffie op is, kunnen ze verder gaan werken en consumeren zodat de motor blijft draaien.

In analogie met Feuerbachs (Duits filosoof uit de 19de eeuw) analyse van de religie: men sublimeert als het ware bepaalde waarden, men maakt het attributen van God, men maakt God oneindig en perfect, de mens eindig en imperfect. De zin “Ik ben ook maar een mens” ontstaat.

Het kan waar zijn dat het in de praktijk moeilijk is om asielzoekers en immigranten te helpen. Het lijkt me dan ook over het volgende dilemma te gaan: het behouden van de eigen nationale ‘context’ (de ‘cultuur’, de ‘orde’ en de ‘rijkdom’ van onze welvaartstaat) of het respecteren van de waardigheid van andere mensen. Daar hebben we onze beruchte breuk. Wij mensen hebben gemeenschappelijke noden die, in deze streken, vaak grotendeels met hulp van de overheid op een of ander manier vervuld worden. Die noden worden rechten die we willen universaliseren. Het probleem is vaak dat diezelfde rechten mekaar tegenwerken.

Het is begrijpelijk dat mensen uit een bepaald land, zeker in een verzorgingsstaat, willen strijden om zeker te zijn van hun eigen welvaart, werk en veiligheid. Indringers kunnen dit inderdaad verpesten. We willen onze cultuur behouden want die set van waarden en normen, verwachtingen en toestemmingen brengen orde. Met het verlies van de ‘eigen’ cultuur zou chaos kunnen ontstaan en dat willen we niet. Vandaar onze zelfbeschermende houding, op micro- en macroniveau. Vandaar voor een deel ons latent racisme en onze voorkeur voor economische stabiliteit. Vandaar de conformistische houding die we aannemen wanneer we geconfronteerd worden met problemen. Regeringen en overheden zijn geen personen, zij zijn het product dat we allemaal doen ontstaan. Zij zijn het beeld dat op uw lcd-scherm verschijnt en wij zijn allemaal de pixels.

Ik reïtereer: er bestaat een schisma tussen hetgeen we willen en hetgeen we doen. Wat mij opvalt is dat de kwestie van de sans-papiers (zeker op de VUB) een kwestie is geworden van links en rechts. Misschien zelfs van extreemlinks en neoliberaal rechts. Ik denk dat de realiteit van die mensen (sans-papiers) heel anders is. Ik geloof niet dat de sans-papiers, mochten ze avec-papiers worden, PVDA-militanten gaan worden. Zij willen de liberale vrijheden die hier aangeboden worden en misschien de socialistische gemakken die we hier krijgen. Natuurlijk willen ze dat. Maar laten we ophouden met ons West-Europees ideologisch gelul, de dominante ideologie is het neoliberalisme en dat universaliseert vrijheden en primaire behoeftes. Net zoals het Marxisme. Ik ben bang dat we het punt van internationale rechtvaardigheid en rechtvaardigheid tout court gaan vergeten doordat we te druk bezig zijn met het debat tussen links- en rechtsgezinde ‘intellectuele’ middenklassers. Sociale fenomenen als migratie, dakloosheid en uitbuiting zijn nu eenmaal symptomen van ons politiek en economisch beleid en dat is en blijft het probleem.

We blijven tolerant, barmhartig en open want dat wordt ons geboden door onze christelijke socialisering, dimensie nummer één. We zijn egoïstisch, xenofoob en elitair want dat wordt ons geboden door de ‘marktidealen’, dimensie nummer twee. Het is misschien heel simplistisch, maar ik denk dat dit de bron van het West-Europese dilemma is. Natuurlijk is heel het debat uiteindelijk een ideologisch debat, maar laat het debat dan over de kern van de zaak gaan. Laat het over directe, realistische handelingen gaan. Over de oorzaken en gevolgen van migratie, misschien zelfs over de mogelijk perverse gevolgen van het steunen van economische vluchtelingen. Wat als die immigranten in hun vaderland perfect kunnen overleven, verschuiven we dan niet de aandacht van de socio-economische problemen van dat land naar die van het gastheerland? Aan de andere kant, wat is belangrijker: de politiek of het individu?

Begrijp mij niet verkeerd, ik begrijp immigranten die in problemen verkeren. Ik ben er zelf een (geweest). Er is namelijk nog een derde dimensie die nu eenmaal belangrijk is: de persoonlijke ervaring van het slachtoffer, van de lijdende. Wat is dan het belangrijkste? Ons idee van utopie of de realiteit van het nu? Voor mensen met veel empathie, die dan ook nog eens dichtbij het probleem staan, staat de mens centraal.

0 Comment