Brussel: Stad voor studenten?

We schrijven 3 mei 2011. In het Brusselse stadhuis wordt met enige luister het charter Brussel 2.0 – A new deal for Brussels aangekondigd. Onder het toeziend oog van onder andere burgemeester Freddy Thielemans en Brussel- en Onderwijsminister Pascal Smet zetten heel wat politici en bazen van hogeronderwijsinstellingen hun handtekening onder het document. Doel: een meer prominente plaats voor studenten in de hoofdstad. Tijd om, één jaar later, de intentieverklaringen van toen aan een evaluatie te onderwerpen.

De engagementen waren niet min: een Brusselse minister voor studentenaangelegenheden en een overleg tussen stad en student moesten ervoor zorgen dat de stem van die laatste meer weerklank zou vinden. Verder moesten de ondertekenaars zich inzetten voor kwaliteitsvolle huisvesting aan een aanvaardbare prijs, een zo goedkoop mogelijk openbaar vervoer en ontsluiting van de campussen. Toefje op de taart: een fuifzaal in de Vijfhoek.

Minister voor studentenzaken?

Dat de Brusselse situatie het buitenbeentje is onder de studentensteden, hoeft geen betoog. Daar waar Leuven en Hasselt een schepen voor Studentenzaken hebben, heeft de Brusselse student geen lokaal politiek aansprekingspunt. De hoge concentratie van hogeronderwijsintellingen, die dan nog eens verspreid zijn over de negentien gemeenten, maakt het er niet makkelijker op. In het charter werd daarom gepleit om die bevoegheid naar het overkoepelende niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over te brengen.

“Zo’n proces vraagt natuurlijk tijd”, zegt Tom Demeyer, grote kracht van het studenteninitiatief dat 3 Mei was. “Het charter kreeg ongezien veel media-aandacht, je merkte dat men echt werk wilde maken van Brussel als stad voor studenten. Eén jaar later leert de praktijk ons echter dat er niet veel gebeurd is. Let wel, één en ander is veranderd: zo werd Br(ik bijvoorbeeld boven de doopvont gehouden, maar aan de problemen rond veiligheid, studentenhuisvesting en de kwaliteit ervan, is niet veel verholpen. De uitdagingen voor de toekomst zijn legio. In het licht van de gemeenteraadsverkiezingen, kan dit nog interessant worden.”

Els Ampe, Brussels parlements- en gemeenteraadslid, wijst de gemeentes op hun verantwoordelijkheid: “De gemeenten nemen te weinig initiatief, hun impact op het studentenleven wordt onderschat. Denk maar aan zaken als nachtlawaai of huisvesting. Er zou veel meer overleg moeten zijn tussen de studenten en gemeenten. In de eerste plaats moeten de gemeenten natuurlijk met uitgestoken hand de student tegemoet komen. Het zou voor de studentengemeenschap meer voor de hand moeten liggen om naar het lokale gemeentehuis te gaan, dan bijvoorbeeld aan te kloppen bij het gewest.”

Kotenjacht

Misschien wel de grootste bekommernis is het gebrek aan kwalitatieve en kwantitatieve studentenhuisvesting. Enkel de VUB is al op zoek naar 700 woonheden, aan de ULB is het tekort nog duizelingwekkender: 5000 koten. Br(ik, de Brusselse organisatie die de Nederlandstalige kotenmarkt probeert te coördineren, moet over vijf jaar 1000 koten extra kunnen aanbieden. En dat met een budget van 1 miljoen euro per jaar.

De cijfers spreken voor zich: de onderwijsinstellingen en hun studenten hunkeren naar meer koten in de grootste studentenstad van het land (75.000 studenten, 10.000 meer dan in Gent). Ampe ziet opnieuw mogelijkheid op gemeentelijk vlak: “De druk op de huizenmarkt wordt alsmaar groter, Brussel wordt internationaler en het aantal expats blijft stijgen. Gemeenten zouden dus ook meer inspanningen mogen doen om het aanbod aan studentenhuisvesting te vergroten. Dat zou bijvoorbeeld kunnen via de Grondregie (staat in voor het administratieve en technische beheer van de onroerende goederen die eigendom zijn van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verhuurt onder andere (sociale) woningen, nvdr.).”

Voor Elke Roex, fractieleider voor de sp.a in het Brussels parlement, is het beleid rond studentenhuisvesting één van de tekenen aan de wand dat studentenaangelegenheden geen topprioriteit zijn voor het Gewest. “In politiek Brussel heeft men nog altijd niet begrepen dat Brussel als studentenstad echt een troef kan zijn. In Vlaanderen is er naast de algemene Wooncode ook het Kamerdecreet, waarin de noden van studentenkoten apart worden behandeld. In Brussel is er enkel de Huisvestingscode, zonder de specificiteit van studentenhuisvesting te erkennen. Het is echt te merken dat de wil rond coördinatie van studentenhuisvesting echt ontbreekt. Ik ben pleitbezorger van een algemeen kotlabel, maar onder andere minister Doulkeridis (Ecolo, bevoegd voor Huisvesting) ziet dat niet zitten. Het is het typische verhaal: iedereen is bevoegd, maar niemand neemt zijn verantwoordelijkheid op.”

Met de MIVB op weg

Nog zo’n heet hangerijzer is de studentenmobiliteit, en meer bepaald de MIVB-abonnementen voor studenten. Het tarief bedroeg begin dit academiejaar 102 euro, meer dan het dubbele van de 45 euro van een jaar ervoor. Wat de prijs voor 2012-2013 wordt, is nog maar de vraag. Br(ik, dat het studentenvoordeel elk jaar moet vormgeven, is nog steeds in onderhandeling met de MIVB en laat op dit moment nog niet in zijn kaarten kijken.

“Mobiliteit is typisch zo’n bevoegdheid die Brussel wel in handen heeft, maar waar het weinig mee doet”, aldus Roex. “De MIVB kan perfect prioriteit geven aan studenten. Wat de tarieven betreft, is er voor de plustwaalfjarigen een erg divers beleid: de Franstalige gemeenschap komt voor een deel tussen bij de abonnementen voor middelbare scholieren, terwijl de Vlaamse gemeenschap zich op studenten richt. De Brusselse regering en de MIVB zouden die voordeelabonnementen voor studenten zélf moeten instellen.

Fuifzaal

De vraag voor een (betaalbare) feestzaal om onderdak te bieden aan studentenfuiven, was vooreerst een eis van de studenten van instellingen binnen de Vijfhoek. Waar VUB-studenten zich kunnen uitleven in de BSG-zaal, de Tent of de BOJ-zaal op Campus Jette, is het voor studenten van de HUB of de Erasmushogeschool minder evident om een geschikte locatie voor fuiven te vinden: de huurprijzen in het Brusselse centrum zijn vaak niet min.

De oplossing wordt gezocht bij een fuifzaal onder metrostation Anneessens. Dat plan zit al een tijdje in de pijplijn, maar lijkt de laatste maanden pas echt concreet te worden. De vzw Bravvo zal de uitbating alvast op zich nemen, maar daarmee zijn nog niet alle problemen van de baan. Gezien de ondergrondse zaal tot dusver nog geen aparte in- of uitgang heeft, zouden fuiven maar tot 1u kunnen doorgaan. Om 1u sluit de premetrohalte immers ook zijn deuren. Of er plannen zijn om in een extra toegang te voorzien, kon het kabinet van bevoegd minister Grouwels bevestigen noch ontkennen.

Studentenstad: ja/neen

Is Brussel, één jaar nadat talloze beleidsmakers A New Deal ondertekend hebben, dan eindelijk op weg om een goede studentenstad te worden? Ampe: “Als je van Brussel echt een studentenstad wil maken, moet je de bevoegdheid van het (Hoger) Onderwijs ook naar Brussel overhevelen. De Vlaamse gemeenschap, die nu bevoegd is voor Onderwijs, heeft niet altijd voldoende aandacht aan Brussel. En dat merken we niet alleen aan de schaarser wordende financiering voor de voordeelabonnementen voor de studenten. Ofwel moet Vlaanderen meer investeren in Brussel, ofwel moet Brussel zelf bevoegd worden voor onderwijs.”

Elke Roex wil het Brussels gewest vooral in eigen boezem laten kijken: “Als Brussel zijn eigen studenten al niet verzorgt met de bevoegdheden die het nu heeft, dan lijkt me het voornaamste dat alle actoren om te beginnen eerst eens rond de tafel gaan zitten en een deftig beleid gaan uitwerken. Daar zijn geen institutionele hervormingen voor nodig.”

0 Comment