WU LYF: “Plots speelden we voor meer dan twintig mensen”

Door Paola Verhaert

WU LYF, afkorting van het al even cryptische World Unite Lucifer Youth Foundation, belaagde de muziekscène vorig jaar met het alom bejubelde ‘Go Tell Fire To The Mountain’. Begin maart belegerden de Britten een Brusselse zaal, waar de Moeial het genoegen had een babbeltje te slaan met gitarist Evans Kati, zichtbaar teleurgesteld over zijn eigen prestatie.

d.M: Het optreden ging blijkbaar minder dan verwacht. Hoe is het reeds verstreken deel van de tour verlopen?

Evans Kati: Heel goed, het was eigenlijk onze beste tour totnogtoe. We hebben veel plezier beleefd, zijn vaak een beetje te laat opgebleven en zijn op veel verschillende plekken kunnen komen. Het is geweldig geweest, maar ik denk dat het, na een jaar lang dezelfde nummers steeds opnieuw te spelen, zoals wij hebben gedaan, een beetje vermoeiend wordt om dat elke avond opnieuw te doen. Vanavond waren we bijvoorbeeld allemaal heel moe, en wanneer dat gebeurt, kan het mis gaan. We hebben niet altijd de magie in onze vingers wanneer we dat willen. Soms werkt het, soms zijn we gewoon moe.

Het publiek kreeg dan weer wel de primeur van een nieuw nummer.

Ja, het was een cover van Papa M. We hebben al eens een nummer van hem gecoverd, dus dachten we dat nu gewoon opnieuw te doen. Ik denk dat we zijn heel oeuvre uiteindelijk gecoverd zullen hebben. We hebben hem graag en het is heel rustgevend om zijn nummers te brengen, ook voor het publiek.

Vergeleken met jullie eigen nummers, wist Papa M het publiek wel te temmen. Mogen we binnenkort een opvolger van ‘Go Tell Fire To The Mountain’ verwachten?

Ja. Ik denk dat we nu ongeveer zes of zeven ideeën hebben voor nieuwe nummers. Heel binnenkort zal er wel iets uitkomen. Nog een beetje langer wachten en je zult worden beloond!

Dus binnenkort neemt WU LYF een pauze?

Ja, in april loopt onze tour ten einde om te kunnen werken aan een nieuwe visie die we willen hebben, waar we naartoe willen. Daarna gaan we eindelijk op vakantie.

Heb je al grote plannen?

Ja, ik ga naar een strand in Sardinië. We kijken allemaal enorm uit naar vrije tijd, denk ik. (lacht) Tijdens onze tour in de Verenigde Staten zijn we op een punt gekomen waarop we elkaar niet meer konden uitstaan, we konden niet eens meer met elkaar praten. Het publiek ziet enkel wat er gaande is op het podium, maar het harde werk wordt verricht achter de coulissen. Op het podium kan je je nog verstoppen achter je instrument, maar daarna moeten we onze dagen voornamelijk vullen met rijden en rondhangen. Gelukkig kwam er rond de kerstperiode een pauze, omdat ons optreden in Australië werd geannuleerd. Uiteindelijk was dat het beste dat ons kon overkomen, want dankzij die vrije tijd hadden we wat tijd om na te denken. Dit is de eerste tour die we doen sinds december, waardoor het nu heel verfrissend is om te doen. Hoewel we nu wel opnieuw wat moe zijn. (lacht)

Begrijpelijk. 2011 was een druk jaar voor jullie. Hoe gingen jullie als band om met de aandacht die aan het nieuwe album werd geschonken?

Eerlijk gezegd kwam het niet als een verrassing, omdat we ondertussen al vier jaar lang samenwerken. We hebben altijd al geweten dat we verschilden van andere bands en we wisten dat onze kans er op een dag zou komen. We hebben een album gemaakt en het is best goed gegaan. Daardoor hebben we ook de kans gekregen om over de hele wereld te spelen en dat was geweldig. Ik denk niet dat we op of naast het podium echt overkomen als egocentrische sterren, omdat we eigenlijk nog steeds verlegen jongens van 20 jaar zijn die proberen te leren hoe ze om moeten gaan met dit soort dingen. Het heeft geen enorm effect op ons gehad, wat vreemd is gezien onze leeftijd, maar het is niemand van ons naar het hoofd gestegen. Wel, nog niet. (lacht) Plots speelden we voor meer dan twintig mensen en vanaf dan is het alleen maar beter gegaan.

In tegenstelling tot andere nieuwe bands, kozen jullie ervoor om amper promotie te maken voor WU LYF. Er hing een waas van mysterie rond WU LYF, zo gaven jullie bijvoorbeeld geen interviews.

We deden helemaal geen interviews voordat het album was uitgekomen, omdat we gewoon niets te zeggen hadden. We vonden gewoon dat het beter was om op dat moment nog niet te diep in die wereld te duiken. Nu weigeren we nog steeds heel veel interviews – you’re very lucky. (lacht) We houden er gewoon niet van om veel te praten tegen mensen, maar dat is omdat de meesten ons proberen te gebruiken voor hun eigen goed en niet omdat ze je goed vinden. Het is een vreemd wereldje, dat van de journalistiek. Journalisten verliezen heel snel interesse en geraken snel geïrriteerd. Ik heb ooit een uur lang gepraat over voetbal, en dat is tot nu toe mijn lievelingsinterview.

Het ras van journalisten wordt helaas stilaan arroganter.

Ja, inderdaad! Ze beschouwen je niet als mensen, maar als objecten. Ze kijken niet verder dan de muzikant. Ze stellen ook altijd dezelfde vragen, waardoor alles heel repetitief wordt.

Welke vraag heb je tot vervelens toe moeten aanhoren?

“Waarom staat Lucifer in jullie naam?” wordt zowat elke keer gevraagd. Mensen willen die dingen wel weten en dat is leuk, maar hoewel die dingen al gepubliceerd worden, volgen dezelfde vragen nog steeds. Mensen willen nieuwe dingen lezen.

Vertel eens iets dat je nog nooit heb verteld tijdens een interview.

Twee van ons wonen nog thuis, met hun ouders, wat vrij gênant is. De mensen beelden zich een heel spannend leven in, maar wanneer we thuis komen doen we leuke dingen met onze moeders. We zijn niet zo mysterieus als veel mensen denken.

Is dat het label dat jullie van begin af aan meekregen?

Ja, we krijgen dat label heel vaak opgeplakt. We komen serieus over, terwijl we ons eigenlijk heel hard amuseren. De mensen denken dat we enorm veel geven om wat we doen, wat ook zo is, maar we nemen onszelf niet zo serieus. We weten dat dit morgen kan eindigen. Alles kan gebeuren. We zijn bescheiden en proberen gewoon de kansen te grijpen die we aangeboden krijgen. We hebben niet veel tijd, want de muziekindustrie is constant in beweging. Zo werkt het nu eenmaal, maar ik wil niet dat we daar deel van uitmaken. Misschien deden we daarom ook geen interviews, opdat de mensen enkel om onze muziek zouden geven.

We worden onderbroken door de gitarist van het voorprogramma, Apes & Horses, die Evans verzoekt om een liedje van Girls te spelen.

Kati: Girls is eigenlijk een van mijn lievelingsbands. Christopher Owens (de frontman van Girls, nvdr.) is altijd heel eerlijk. Hij meent alles wat hij zegt en doesn’t talk shit. Soms zegt hij nogal traumatiserende dingen, maar ik hou daarvan omdat iedereen wel slechte dingen heeft meegemaakt. Je zou je niet moeten profileren als iemand die gelukkiger is dan je werkelijk bent. Ik hou van mensen die menen wat ze doen.

0 Comment