Wachten op de cavalerie

Brussel is het zwarte gat waarop elk zijn eigen dada lijkt te mogen projecteren. Er vloeide inmiddels al heel wat inkt over de stad, maar rekening houden met de werkelijke noden van de stad of van zijn inwoners is daarbij meestal niet geheel van tel. Men kan zich inbeelden dat onze hoofdstad voor het gros van onze federale politici hoogstens een veredelde pendelstad is. Het carcan waarin Brussel wegens het Belgische communautaire landschap wordt gewrongen, draagt in de geesten maar weinig bij tot de toestand op het terrein. Als er in Brussel iets misloopt, kan het enkel en alleen aan Brussel liggen met haar surreëel politiek systeem dat zich ergens in een vacuüm ontwikkeld heeft. De flagrant stereotype kritiek op Brussel komt al lang niet enkel meer uit een select groepje verzuurde flaminganten, maar is een gevestigde volkswijsheid geworden.

Ook binnen Brussel begint deze ingesteldheid voet aan wal te krijgen. Zo zagen we de voorbije maand dat, na Luckas Vander Taelen, nu ook Joost Vandecasteele zich gevoegd heeft bij het selecte clubje links-voelende Brusselse Vlamingen die hun zonde hebben ingezien en het hoofd uit struisvogelstand hebben getrokken. Opmerkelijk, het kritische sfeertje dat deze lui wensen op te bouwen wordt niet doorgetrokken tot het discours dat ze hanteren. Onze hoofdstad is, zo schreef Vandecasteele, in de grip van “onwrikbare PS-bastions” die in de “illusie leven dat elke niet-Vlaamse Brusselaar een Waal is.” Dat de PS nog niet 50% (8 van de 19) van de Brusselse burgemeesters levert (waaronder noch die van Anderlecht, noch die van Schaarbeek), en dat de Brusselaar zichzelf nooit als Waal zou beschouwen, is voor Vandecasteele blijkbaar een mentaal sprongetje te ver.

Zich nog meer in de slachtofferrol wentelend wist Vandecasteele nog een schreeuw om hulp te lanceren naar de Vlaamse partijen. De Nederlandstalige Brusselaar (elk moment inwisselbaar met Vlaamse Brusselaar) kan immers geen front vormen tegen de voorgenoemde bastions zonder ruggensteun uit Vlaanderen. De kap is over de haag, zo lijkt het, de Dansaert-intellectueel capituleert en kiest met volle overgave voor de kant van het Vlaamse identiteitsfetisjisme. Wij tegen zij, de rationale Vlaming versus het zuiderse politiek cliëntelisme. PS als snelschrift voor ‘de ander’. Of de Brusselse bevolking en politiek in de realiteit voldoen aan deze tweedeling, Joost mag het weten.

Aanleiding voor al dit gal was een ingeslagen kogel in een lagere school in Molenbeek. Burgemeester en onwrikbaar PS-bastion Philippe Moureaux was weer niet bij de les. Hij vergat dat zijn Nederlandstalige burgers nu eenmaal woorden verwachten. De katholieke ziel van Vlaanderen blijft bij zijn Messias-complex: eerst en vooral woorden, daden zijn bijzaak. Dat de kogel per abuis op de schoolmuur insloeg en er op het moment van het noodlottige incident geen kinderen aanwezig waren, is irrelevant. Samen met De Wever dweept Vandecasteele met The Simpsons (zie opiniestuk De Standaard 24/03) en zoals Helen Lovejoy, de kwebbelende pastoorsvrouw, zou krijsen: “Won’t somebody please think of the childeren!” Sentiment als politieke kapstok, het gaat zo gemakkelijk samen.

De dood van een MIVB-begeleider verleidde Vander Taelen tot eenzelfde aanklacht. Brussel lijdt eerst en vooral aan ‘laksisme’. Elke andere uitleg is slechts een vergoelijking van de toestand, waar een man die recht door zee is geen nood aan heeft. Reductie tot een moraliteitskwestie, en de moraliteit moet opgelegd worden met harde hand. Armoede wordt het best opgelost met meer blauw op straat. Een daad van agressie en we kunnen ons weer veilig nestelen in onze waan van superioriteit. Dit had in Leuven nooit kunnen gebeuren.

Het eindeloos gejammer over de toestand van onze hoofdstad draagt jammer genoeg niet bij tot enige constructieve dialoog. Zich in de Nederlandstalige pers laatdunkend uitlaten over een clichématig beeld van Brussel, is géén opbouwend politiek discours. De Vlaamse cavalerie aanmanen om de hoofdstad met de grove borstel uit te kuisen lijkt meer op een koloniale dan democratische visie. Vandecasteele weet in zijn opiniestuk de overige inwoners van Brussel haast af te schrijven als PS-fanatici, ongeïnteresseerde allochtonen en feestende eurocraten. De tact ontbreekt, en het gezonde pragmatisme waarmee men dweept nog meer.

Als het beleid van Moureaux Vandecasteele en Vander Taelen niet zint, staat het hen vrij om hun medeburgers hiervan te overtuigen. Of De Standaard daartoe het geschikte vehikel is, valt wel te betwijfelen. De Vlaamse publieke opinie overtuigen van de noodzaak tot hervorming, er zijn moedigere standpunten. In Brussel Deze Week lieten de kandidaten voor de CD&V in Molenbeek enkele maanden terug ook optekenen tegen Moureaux in te willen gaan. Ironie wil wel dat ze zich verkiesbaar hadden gesteld op de Lijst van de Burgemeester. Op eigen kracht wint hun visie blijkbaar maar weinig zieltjes.

Als de Vlaamse visie geen democratisch draagvlak heeft, is dat eventueel toch niet geheel te wijten aan de PS. Misschien moeten onze Vlaamse vrienden ™ die het licht gezien hebben, zich eens bezinnen over welk soort inwoner van Brussel ze zijn. Een geprivilegieerde minderheid die vanuit zijn loft de stad gaat opkuisen of een integraal deel van het sociale weefsel? Het antwoord neigt de laatste jaren meer naar het eerste dan het laatste, en zulke grootheidswaanzin kunnen we mijns inziens toch best missen.

0 Comment