Studentenkoepels bezinnen zich over toekomst

Zowel de Nederlands- als de Franstalige studentenvakbonden hebben zich de voorbije weken het hoofd gebroken over hun structuur en doelstellingen. In Gent hield VVS zijn jaarlijkse congres, terwijl Namen het decor vormde voor een Staten-Generaal van FEF, Unécof en TACC.

Door Nathaniël Bovin en Ruben Claessen

Na enkele woelige maanden lijkt de studentenvertegenwoordiging in Franstalig België haar tweede adem gevonden te hebben. Vorig semester sloegen verscheidene studentenraden, namelijk die van de universiteiten van Namen, Bergen en Louvain-La-Neuve, de deur achter zich dicht bij FEF, de Fédération des Etudiant(e)s Francophones. Het leek erop dat verdeeldheid het trefwoord voor 2011-2012 zou worden. Beschuldigingen vlogen heen en weer. Het democratische gehalte lag onder vuur, links zou een stille overname plannen van de bestuursorganen, etc. Enkele maanden later, nu de lente voor de deur staat, lijkt het erop dat de dooi is ingezet.

In Namen werd op 3 en 4 maart een États Généraux (Staten-Generaal) georganiseerd om de toekomst van de studentenbeweging te bespreken en de plooien glad te strijken. In een persbericht lieten de twee grote koepels en de verzamelde onafhankelijke raden weten dat het een schot in de roos was. Wat hen verdeelde, bleek na beraad toch minder zwaar te wegen dan de uitdagingen ze voor staan. Het congres verenigde de twee grote koepels, FEF en Unécof (Union des Étudiants de la Communauté Française), samen met de TACC (Table de Concertation des Conseils Étudiants indépendants, nvdr.), een niet erkend los verband van de studentenraden die uit de FEF stapten, maar zich niet wensten aan te sluiten bij Unécof. Een terugkeer van de verschillende raden naar de FEF, ligt trouwens nog steeds op tafel. Zo zou de studentenraad van Louvain-la-Neuve hiervoor open staan, liet Michael Verbauwhede (voorzitter van de FEF) weten. Het is dan ook niet de eerste keer dat L-L-N de FEF verliet, om daarna terug te keren, zoals in 2003.

Staten-Generaal, een doorstart?

Voor FEF, Unécof en TACC waren er drie grote conclusies die konden getrokken worden uit het congres. Allereerst diende de samenwerking tussen de koepels verbeterd te worden. Hiervoor wil men een nieuw platform oprichten, waar de voorzitters van FEF en Unécof zouden kunnen samenkomen om gemeenschappelijke lijnen uit te tekenen. Naast een dergelijk overlegmoment, zou de organisatie van de Staten-Generaal met grotere frequentie doorgaan. Deze vernieuwde samenwerking betekent echter niet dat er een samensmelting van de twee grote koepels zit aan te komen. Ze zijn er nog steeds van overtuigd dat de autonomie van elke koepel behouden moet worden, gezien de verschillen in visie die bestaan, al was het wel de bedoeling om intensiever samen te werken, indien de thema’s zich hiertoe leenden.

De Staten-Generaal heeft op meerdere punten ook een akkoord bereikt over de dringende dossiers van het hogeronderwijsbeleid die in belangrijke mate de Franstalige studenten aangaan. Zo stellen ze hun veto tegen een invoering van een numerus clausus voor de instroom van studenten in medische richtingen, tandheelkunde en kinesitherapie incluis. Er werd dan ook een gezamenlijke protestactie georganiseerd op 7 maart. Het desbetreffende decreet ter hervorming van het medisch onderwijs werd echter al op 6 maart goedgekeurd in de bevoegde commissie. Enkel de MR stelde zich hier negatief tegenover op. Desondanks vond Michael Verbauwhede het een positief resultaat voor de studentenbeweging dat een dergelijke samenwerking mogelijk was. Naast de numerus clausus stond ook de vereenvoudiging van de administratie rond studietoelagen op het menu. De drie groeperingen kwamen overeen dat deze op basis van het inkomen van het huishouden diende berekend te worden.

Het congres eindigde dus op een positieve noot: centraal stond een grotere samenwerking (met behoud van autonomie voor elke koepel) en het pluralisme in de studentenbeweging in zijn geheel.

Intussen bij VVS

Ook aan de noordelijke kant van de taalgrens dachten studentenvertegenwoordigers na over de toekomst van hun studentenkoepel. In het Gentse cultuur- en congrescentrum Het Pand vond op 10 maart immers het jaarlijkse VVS-congres plaats, dat dit jaar in een nieuw kleedje gegoten werd. Het zwaartepunt van Vlaanderens hoogste orgaan voor studentenvertegenwoordiging werd verplaatst van het stemmen van een standpunttekst naar vorming en informatieoverdracht.

Centraal thema van het congres was studentenparticipatie in al zijn mogelijke facetten. Na informatieve en interessante gespreks- en vormingsmomenten, die ook erg toegankelijk bleken voor beginnende vertegenwoordigers, werd het laatste deel van de congresdag uitgetrokken voor de befaamde plenaire zitting. Dit jaar geen standpunttekst dat wijd en zijd verspreid moet worden, maar een intern werkdocument. Dat de verschillende visies over studentenparticipatie wel eens van instelling tot instelling kunnen verschillen, werd opnieuw in de verf gezet. Ondanks het niet-bindende karakter van de tekst, werd er soms gedebatteerd tot op de punten en komma’s. Thema bij uitstek was het statuut van en de positie die de studentenvertegenwoordiger inneemt op zijn of haar campus. Soms zelfs op het pijnlijk aanmatigende af. Zo werd er ingezet op een betere bescherming van de stuver in het tuchtreglement en sprak men over de oprichting van een aparte ombudsdienst. Verscheidene stemmen op het congres pleitten ook voor de mogelijkheid tot toevoeging van een diplomasupplement om het engagement van de studentenvertegenwoordigers van een officieel cachet te voorzien. In tegenstelling tot hun Franstalige collega’s, werd er op het congres echter weinig aandacht besteed aan het opstellen van een mogelijk actieplan of een gezamenlijk standpunt.

Overigens was het gros van de VUB-vertegenwoordigers slechts na de middag van de partij. Een eensgezind standpunt werd dan ook niet uitgedragen.

0 Comment