Palliatieve zorg richt zich tot patiënten die te maken hebben met één of meerdere irreversibele levensbedreigende aandoeningen, waarbij het verlichten van verscheidene pijnen en het verhogen van de levenskwaliteit centraal staan. Ook het ondersteunen van de patiënt en zijn nabije familie wordt in rekening genomen. Hier komt dus ook het verlichten van angst bij kijken. Hiervoor is het belangrijk de oorzaak van deze angst te herkennen. Deze kan namelijk gemaskeerd worden door slapeloosheid, nachtmerries, ontkenning of het zoeken naar aandacht. Ook de hevigheid van de angst kan fluctueren naarmate de onderzoeken en behandelingen verstrijken en er gewacht wordt op bepaalde resultaten.
Angsten
Daarnaast is het opsporen van de effectieve oorzaak van de angst belangrijk. De eerste soort angst kan een nevenverschijnsel zijn van bepaalde neuroleptica. Hierbij volstaat het om deze af te bouwen, eventueel in combinatie met het verstandig toedienen van een kalmeringsmiddel (benzodiazepine). Ook bij een tweede soort angst, de anticipatorische angst voor onderzoeken en dergelijke, kan het toedienen van een kortwerkend kalmeringsmiddel uitkomst bieden. Bij angstvorm drie is een medicamenteuze behandeling minder vanzelfsprekend. Het gaat hier om hetgeen we als de eigenlijke doodsangst kunnen omschrijven.
Natuurlijk is dit een onderdeel van ons mens-zijn, maar bij sommige patiënten kan dit drastische vormen aannemen waarbij allerlei fysieke problemen optreden, die uiteindelijk kunnen leiden tot het verlies van onafhankelijkheid. In deze gevallen staan familie en hulpverleners vaak hulpeloos. In de huidige praktijk wordt er vaak gekozen voor palliatieve sedatie, wat niet echt een uitkomst biedt. Soms kan het raadplegen van een geestelijke of morele consulent hier een betere, meer menselijke uitkomst bieden, maar nog te vaak blijven de patiënten zitten met hun angst. Zijn er nog andere mogelijkheden?
Lsd
Naast deze huidige manieren van werken is er ook een (niet zo) nieuwe vorm van therapie in op komst. Controversieel, maar oud en recent onderzoek presenteren veelbelovende resultaten betreffende een psychotherapie met behulp van lsd (lysergic acid diethylamide) als therapeutisch middel. Vóór lsd op de lijst van verboden middelen kwam te staan, naar aanleiding van de demonisering van het lucratieve gebruik in de jongerencultuur, was er al veelbelovend onderzoek gedaan, waarvan de resultaten definitief werden opgeborgen of verloren zijn gegaan.
Dat psychedelische substanties nuttig kunnen zijn bij therapie van ongeneeslijk zieke personen die geconfronteerd worden met de dood, werd door de kinderarts Valentina Pavlovna Wasson voor het eerst aangehaald in 1957. Dat deed ze in een interview voor het magazine This Week, waarin ze vertelde over haar ervaringen met de heilige paddenstoelen (die het bestanddeel psilocybine bevatten) in Mexico. Dit idee verspreidde zich en ook andere intellectuelen begonnen zich er in te verdiepen.
Vóór lsd op de lijst van verboden middelen kwam te staan, was er al veelbelovend onderzoek naar gedaan.
Zo ook Aldous Huxley, die ervan overtuigd was dat mensen hun dood beter spiritueler zouden ervaren, in de plaats van haar slechts te zien als een tragisch fysiologisch proces. “The last rites should make one more conscious rather than less conscious, more human rather than less human.” Door middel van lsd zou men een groter bewustzijn kunnen opwekken, wat bijdraagt tot een meer betekenisvolle overgang van leven naar dood. Hijzelf bracht dit in praktijk door zich enkele uren voor zijn overlijden te laten doseren met 100 microgram lsd. In This Timeless Moment, geschreven door zijn vrouw Laura Huxley, wordt dit omschreven als een rustig en vredevol overlijden.
De interesse was meteen gewekt bij andere onderzoekers, en al gauw werden verschillende onderzoeken gestart naar de psychoactieve eigenschappen van lsd. Zo toonden Kast en Collins in 1964 aan dat kankerpatiënten met ernstige fysiologische en mentale pijnen, een grotere vermindering qua pijnervaring ondervonden dan bijvoorbeeld met klassieke pijnstillers als Dilaudel of Demerol. Ook hun gemoedstoestand tegenover hun nakende levenseinde bleek verbeterd. In later onderzoek van Kast werd ook duidelijk dat lsd niet enkel de ontvankelijkheid van stervende individuen voor omgeving en familie vergrootte, maar ook de mogelijkheid om de subtiele nuances van het dagelijkse leven beter te appreciëren, wat bijdraagt tot een grotere algemene tevredenheid en een significante vermindering van angst. Een medewerker van Sidney Cohen, een prominente psychiater uit Los Angeles die met psychedelische therapie voor terminale patiënten bezig was, kwam tot de conclusie dat personen bij wie dergelijke ervaringen geïnduceerd werden, zich minder zorgen maakten om hun persoonlijke ondergang en dit meer zagen als een onderdeel van het natuurlijk proces van het leven.
Banvloek
Dit inzicht zou daardoor heilzame gevolgen hebben op het welbevinden van de patiënt, die nu minder angst, paniek, pijn en afhankelijkheid ondervindt in het licht van de te komen veranderingen. Deze bevindingen werden bevestigd door andere onderzoekers, waaronder de prominente psychotherapeut Dr. Stanislav Grof. Meer onderzoek volgde, maar de aanhoudende negatieve houding tegenover hallucinogenen van overheden wereldwijd, zorgde voor de stopzetting ervan. Zo werden veelbelovende resultaten naar de archieven verwezen. Tussen 1972 en 1990 werd er geen enkel onderzoek meer gedaan naar het medisch en therapeutisch nut van dergelijke psychedelische stoffen.
Sinds 1990 is hier verandering in gekomen. Dr. Rick Doblin, de stichter van MAPS (Multidisciplinary Association for Psychedelic Studies), geeft aan dat er wereldwijd op dit moment meer dan een half dozijn klinische studies naar het medisch potentieel van psychedelische stoffen lopen. Bijvoorbeeld Dr. Peter Gasser in Zwitserland, die onderzocht hoe therapeutische behandeling met behulp van lsd de doodsangst van terminaal zieke patiënten beïnvloedt. In mei dit jaar werd de laatste van de twaalf onderzochte subjecten behandeld en volgens Gasser zijn de resultaten veelbelovend.
Momenteel wordt er gewerkt aan een publicatie voor een prominent peer-reviewedmagazine. Hiernaast zijn er ook studies die werken met psilocybine, een ander hallucinogeen dat dezelfde kwaliteiten blijkt te hebben. Buiten het behandelen van angst, blijken deze stoffen ook enorm effectief in het behandelen van clusterhoofdpijnen (een aandoening waarbij de patiënt in cycli terugkerende, pijnlijke aanvallen krijgt aan één kant van het hoofd) en verslavingen, met in het bijzonder alcohol.
Misschien hebben we in de nabije toekomst nieuwe manieren om mensen, die kampen met verschillende psychische en/of neurologische aandoeningen, beter te helpen en begeleiden, waarbij we meteen het stervensproces op een meer humane manier kunnen benaderen. Een manier die minder angst en pijn omvat en ons tegelijk niet verdooft, maar wel meer bewust maakt van onze menselijkheid.
Voor meer informatie over deze stoffen en hun studies, kan je terecht op de website van MAPS (www.maps.org).
0 Comment