Goudkoorts in Peru: houdt president Humala stand?

Door Paola Verhaert

Toen Keiko Fujimori en Ollanta Humala oog in oog staan stonden in de laatste rechte lijn naar het Peruaanse presidentschap in mei 2011, schemerde een contrast van dag en nacht door. De zegepalm zou voor Humala zijn, maar tien maanden later is de verkiezingseuforie helemaal weg. Een groots mijnbouwproject, Minas Conga, heeft Humala in lastig parket gebracht.

Keiko Fujimori, dochter van, anticipeerde op een voortzetting van de jarenlange Amerikagezinde traditie. Het was echter de erfenis die haar vader achterliet, die Fujimori Jr. nekte. Het neoliberale beleid van vader Alberto Fujimori – die momenteel overigens de tijd doodt in een gesubsidieerd reservaat omwille van corrupte praktijken en moord op politieke tegenstanders – liet zijn sporen na: kloven werden verder uitgediept en de ongelijke verdeling van rijkdom was nooit groter. Zo bezit 10 procent van de bevolking 40 procent van de rijkdom, leeft 50 procent in armoede en is 13 procent ondervoed.

In Peru, een land waar nagenoeg elke wending naar links als communistisch wordt bestempeld, kwam Ollanta Humala, een voormalig legerofficier van indiaanse herkomst, op met een gematigd programma dat gunstig oogde voor de minderbedeelden. Humala verzekerde een breuk met het slaafse gedrag van zijn voorgangers en een keuze voor een onafhankelijke koers tegenover Uncle Sam. Aldus koos een nipte meerderheid van de Peruaanse populatie op 5 juni voor Ollanta Humala om Alan García op te volgen. Een programma waar de – voornamelijk arme – bevolking oor naar had. Met de verkiezing van Humala verliest Washington dan wel een belangrijke bondgenoot, maar Latijns-Amerikaanse landen zoals Venezuela, Bolivia en Ecuador zijn er één rijker.

Fast forward naar november. Via een joint venture vroegen de Wereldbank, Minas Buenaventura (PE) en Newton Mining (US) het land ten dans over Conga, een uitbreiding van Yanacocha, dat de grootste goudmijn van het Zuid-Amerikaanse continent is. Minas Conga, een project dat gerealiseerd zal worden in het noordelijke Cajamarca, houdt al wekenlang de Peruaanse media in de ban. Inzet is de vernietiging van vier bergmeren, in een regio waar 78% van de bevolking afhankelijk is van de landbouw en de veeteelt. In hogere sferen maakt men zich meer zorgen over de 4.800 miljoen dollar die geïnvesteerd werden in het project. De gevleugelde woorden “Peru heeft Conga nodig”, hebben zowaar meer weerklank bij de economische elite van het land.

Na enkele protestmarsen, wegbarricades en een boerenbijeenkomst volgde op 9 november een 24-urenstaking, het zoveelste duidelijke signaal voor de regering. Universiteiten werden bezet, wegen geblokkeerd en 10 000 mensen kwamen op straat. Nadat deze acties afgewimpeld werden, ging er op 24 november een staking van onbepaalde duur tegen het mijnbouwproject Minas Conga van start.

Toen de regionale protestleiders weigerden te wijken en beide partijen voet bij stuk hielden, besloot president Humala de noodtoestand uit te roepen: het leger nam de controle over de interne orde over. Grondwettelijke rechten zoals de onschendbaarheid van de woonst en de vrijheid van vergadering werden on hold gezet. Een blik op de Peruaanse grondwet toont dat de noodtoestand de facto enkel afgeroepen kan worden in geval van verstoring van de vrede of interne orde, catastrofe of ernstige omstandigheden die het leven van de natie aantasten. Het breken van geweldloos protest is een uitzondering waard voor Ollanta Humala.

“Wat is meer waard? Water of goud?”

De noodtoestand wordt uiteindelijk dan wel opgeheven, maar een oplossing is nog niet in zicht. In the meantime, there’s something rotten in the state of Lima. Viceminister voor Milieu José de Echave stapte al op, zijn eigen vorm van sociaal protest tegen Yanacocha. Daags na het uitroepen van de noodtoestand diende ook premier Salomon Lerner zijn ontslag in bij de president. Zo verdwijnen steeds meer centrumlinkse figuren uit de regering Humala. De uitgelezen kandidaat om het premierschap op zich te nemen ziet Humala in Oscar Valdés, een ex-militair die belooft met harde hand te leiden. Het is namelijk al te lang geleden dat een Zuid-Amerikaans leider zich ontpopte tot autoritair heerser en het leger als zijn stokpaardje beschouwde.

Langs de andere kant klinkt er applaus voor Ollanta Humala, wegens het dumpen van de linkse kameraden die hem bijstonden tijdens de verkiezingscampagne, en het kiezen voor het veiligstellen van buitenlandse investeringen. De ambitie van een sociaal beleid zal gerealiseerd worden op basis van de inkomsten uit grote investeringsprojecten zoals Conga, claimt Humala dezer dagen. Daar waar hij tijdens zijn verkiezingscampagne teerde op de slagzin “Wat is meer waard? Water of goud?”, wordt nu duidelijk welk antwoord Humala hier aanvinkt na de casus-Minas Conga, een project waarvan de uitkomst exemplarisch zal zijn voor het toekomstige mijnbouwbeleid.

0 Comment