De media ontbloot: Het schaamlapje van de neutraliteit

“Met seksisme heb ik het over bepaalde vormen van discriminatie die niet onder de huidige wetten vallen, maar die subtieler zijn en te maken hebben met bepaalde clichés over vrouwen”, zo sprak Jöelle Milquet, minister van Binnenlandse Zaken. Met haar wetsvoorstellen heropende ze een eeuwige discussie over seksisme, in het bijzonder in de media en reclamewereld.

Het seksisme is weer even alomtegenwoordig in de media. Zo kwam onder andere Ryanair onder vuur te liggen wegens een te seksistische reclameaffiche. Ook het beleidsplan van Joëlle Milquet lokte heel wat discussie uit. Nochtans is het een eerste stap in de goede richting. Zo pleit ze onder andere voor een nultolerantie ten opzichte van seksistische stereotypering in de media, het dichten van de loonkloof tegen 2016 (waar tot op heden de vrouw nog steeds gemiddeld 25% minder loon ontvangt), een actieplan tegen partnergeweld, een antiseksismewet waarbij inbreuken worden gesanctioneerd, et cetera. Ook over de commotie rond masturberende mannen op het autosalon, had Milquet een uitgesproken mening. Wanneer bleek dat zij hun geilheid botvierden op de hostessen van Suzuki, opperde Milquet dat zij evengoed andere kledij konden dragen, zodat duidelijk wordt dat de auto, en niet de vrouw, het object is.

Uiteraard is het institutionaliseren en formaliseren van antiseksisme slechts een gedeeltelijke oplossing. Een grote verantwoordelijkheid zal, en hoort, bij de vrouw als individu te liggen. Het bestraffen van een licht seksistisch getinte mop of het beboeten van fluiten naar vrouwen, is niet enkel ineffectief, het is ook betwistbaar of dergelijke maatregelen werkelijk een ommezwaai van de heersende mentaliteit kunnen teweegbrengen. Daarentegen moet de vrouw actief een rol spelen en tonen dat ze sterk in haar schoenen staat en niet, al achterover leunend, verwachten dat wettelijke bepalingen haar strijd zullen beklinken. Sommigen ontbreekt het mijns inziens aan feministische strijdbaarheid, wat de situatie enkel bemoeilijkt.

Doch, reclame omringt ons overal, en vaak bemerk je reeds in een oogopslag de stereotyperende, beledigende, vernederende, onvriendelijke, kwetsende, neerbuigende ondertoon in reclamebeelden en teksten die te zien zijn op televisie, websites, op de radio, affiches, tijdschriften,… Zijn we immuun geworden voor al deze reclame? Een van de vele argumenten, zijnde: “Het is maar reclame, het heeft geen enkele invloed op onze manier van denken”, is bij nader inzien niet meer dan een flauwe poging tot ridiculisering. Het feit is en blijft dat de maatschappij constant beïnvloed wordt door reclame. Wat niet verwonderlijk is, gezien men op televisie gemiddeld meer reclame dan serie of film te zien krijgt. Het lijkt dan ook niet al te waanzinnig om de invloed van dergelijke reclame op de heersende stereotypes te erkennen. De promotie van Het Nieuwsblad voor haar sportkalender, waarin de vrouw als ‘dom’ wordt bestempeld of de reclame die onlangs circuleerde naar aanleiding van Valentijn waarin men de vrouw verwijt nooit te zeggen wat ze echt wil, zijn slechts twee van de vele voorbeelden.

Men heeft het dan wel over het bijna doorbroken glazen plafond, het gegeven blijft hoogst twijfelachtig. Dat vrouwen nu stemrecht genieten, werken en politiek actief kunnen zijn, zijn argumenten die de sociale realiteit geweld aan doen. Deze argumentatie ten spijt, blijken enkele zaken nog steeds uiterst gevoelig. Na de deelname van Linda De Win aan de Slimste Mens ter Wereld, werd ze geprofileerd als een wedijverende, betweterige vrouw. Het sociaalcultureel hoogstandje dat Facebook is, werd dan ook naarstig gebruikt ter oprichting van verscheidene haatgroepen. Erika Van Tielen daarentegen, was een populaire stoot, zo getuige Humo’s Pop Poll, waar ze tweemaal op rij verkozen werd als de vrouw die men het liefst uit de kleren zag gaan.

Alle polemiek ten spijt, wat blijft zijn deze neerbuigende, seksistische en voor de hand liggende stereotypes. Nemen we genoegen met werk (al dan niet met een lager loon), stemrecht en het feit dat we de politiek in mogen (waarbij we in de media ook niet altijd positief worden afgebeeld), of wordt het tijd om grenzen te verleggen, meer eisen te durven stellen en het algemeen beeld van de vrouw te veranderen? De hierboven vermelde (r)evoluties waren onbetwistbaar grote stappen in teken van de rechten van de vrouw. Echter, spreken in voltooid verleden tijd, als ware het feminisme en het eisen van gelijke rechten voorbijgestreefd, dient niet als bewijs voor het einde van een mannenmaatschappij.

Het is maar al te makkelijk om vrouwen (of mannen) die de ongelijkheid aanklagen, te bestempelen als moraalridder, preutse conservatief, mannenhaatster, radicaal enzovoort… Dat is alvast wel steeds het antwoord van de reclame-industrie (die telkens op de proppen komt met hersenloos geleuter en zich verschuilt achter de vrijheid van meningsuiting), mannen rondom ons en soms van vrouwen zelf. Uit studies blijkt dan ook dat één op twee vrouwen, uit angst om bestempeld te worden als humorloos, afgezaagd, hardvochtige feministe of zuurpruim, het seksisme negeren. Emancipatie, zei u?

0 Comment