Anderhalf jaar radicale verrechtsing onder Viktor Orban in Hongarije

De verkiezingen van 2010 bezorgden Viktor Orban van de rechts-conservatieve partij Fidesz een verpletterende meerderheid. Met gedoogsteun van de ultraracistische Jobbik-partij kon hij rekenen op een tweederdemeerderheid in het parlement. Sindsdien oogstte de Hongaarse regering zowel in binnen- als buitenland een storm van kritiek en groeit langzaamaan de vraag of Wit-Rusland werkelijk de laatste dictatuur van Europa is. Het Hongaarse volk echter, ziet er voorlopig geen erg in. De vrijheid werd ingeruild voor orde en stabiliteit.

Vederomilitie in Gyongyospata

Eind vorig jaar schreeuwden ettelijke Europese parlementsleden moord en brand nadat Hongarije een wet goedkeurde die de binnenlandse en de in Hongarije geaccrediteerde buitenlandse media onder verregaande controle zou plaatsen. De 194 pagina’s tellende mediawet, die slechts het sluitstuk is van de centraliseringpolitiek die het medialandschap onderging, bepaalde dat kranten, radiostations en tv-zenders uit de privésector dan wel overheidsmedia, door middel van een mediaregulator worden gecontroleerd op politiek onevenwichtige berichtgeving.

Deze commissie, uitsluitend bestaande uit Fideszgetrouwen, behoudt zich het recht om publicisten te schorsen of te ontslaan en buitenlandse journalisten uit te wijzen. Dodelijke boetes die tot 700.000 euro kunnen oplopen, hangen als een zwaard van Damocles boven de media en moeten zelfcensuur aanmoedigen. Ook mogen radio- en tv-journaals slechts 20 procent van hun omroeptijd besteden aan misdaad: kwestie van de bevolking niet al te zenuwachtig te maken.

Daarenboven moeten journalisten vanaf heden hun bronnen openbaar maken indien de berichtgeving “de nationale veiligheid bedreigt” en moeten publicaties steeds voldoen aan een morele norm. Wat nu precies politiek onevenwichtig is en wanneer de nationale veiligheid bedreigd wordt, is niet geheel duidelijk. Al weten we alvast dat Ice-T en andere ‘gangsterrap’ uit den boze zijn voor negen uur ‘s avonds. De nieuwe wet had massaontslagen ten gevolge. Ruim 1000 journalisten met een afwijkende mening werden reeds de laan uitgestuurd, zogezegd als gevolg van besparingen. De oppositie, bestaande uit sociaaldemocraten, groenen en ultralinksen, heeft het echter over politieke zuiveringen aangezien voornamelijk linkse en kritische publicisten werden ontslagen. Het regime van Orban chanteert de ontslagen journalisten met het afnemen van hun financiële compensatie om ze te weerhouden met de pers te praten. Paradoxaal draait Fidesz, dat vergeven is van anticommunistisch sentiment, op deze wijze de klok twintig jaar terug naar de censuur onder het conservatief communistisch regime.

Het doel van de nieuwe mediawet is het muilkorven van mogelijke kritiek op enkele omstreden maatregelen die de enorme schuldenberg van 26 miljard dollar moeten afbouwen. Zo werd de Fiscale Raad die toeziet op belastingwetgeving afgeschaft, het spaargeld van gepensioneerden (goed voor 11 miljard euro) genationaliseerd, particuliere spaarfondsen overgeheveld naar de staat en zakte het gemiddeld inkomen met 30 procent.

Grondwet

In een poging om de macht naar zich toe te trekken amendeerde Orban de grondwet al ettelijke keren, met als primair uitgangspunt een doorgedreven centralisatie. Het Hongaars Rekenhofen de Fiscale Raad werden de facto afgeschaft en het Grondwettelijk Hof, de enige instantie die de grondwetsamendementen nietig kon verklaren, vleugellam gemaakt.

De nieuwe ultrareactionaire grondwet, volgens Orban een overgang naar de democratie, staat bol van oerconservatieve en nationalistische amendementen: het heteroseksuele gezin is de hoeksteen van de maatschappij, God de basis van de natie en een garantie voor intellectuele en spirituele samenhorigheid, de heilige koning de trots van de natie, een foetus moet vanaf zijn geboorte beschermd worden en zware criminelen krijgen onvoorwaardelijk levenslang. De ambigue rol van Hongarije in de Holocaust wordt krachtig ontkend. Enkel het voorstel dat vrouwen additioneel stemrecht krijgen voor hun kinderen werd niet aanvaard. Er werd immers geopperd dat Roma-vrouwen gemiddeld meer kinderen hadden, waardoor ze te veel invloed zouden krijgen.

De gevolgen laten niet op zich wachten. De Hongaarse autoriteiten misbruikten Europese subsidies voor een anti-abortuscompagne in naam van Progress, het Europese programma voor werk en sociale solidariteit voor Oost-Europese landen. Op de poster smeekte een foetus: ‘Ik begrijp dat je mij misschien niet wilt. Maar denk nog eens na. Laat mij adopteren, laat mij leven!’ Een campagne volledig in strijd met wat de autoriteiten aanvankelijk hadden voorgelegd aan de Europese Commissie.

Na de omstreden grondwet werden nog tal van discriminerende wetten goedgekeurd in het parlement. Zo moeten daklozen vanaf heden een boete tot 150.000 forint (480 euro) ophoesten.Bij een tweede overtreding verdwijnt de dakloze achter de tralies, tenzij gemeenten kampen met een structureel opvangtekort. Naar schatting bedraagt het aantal daklozen in Hongarije om en bij de 20.000. Slechts voor 9.000 gelukkigen is er opvang mogelijk.

Xenofobie

Homofobie, antisemitisme en racistisch geweld tegen Roma’s zijn volgens een aantal getuigen schering en inslag geworden in Hongarije. Zo protesteerde de Jobbik-partij tegen “de nicht, de pervert, de jood” Robert Alföldi, artistiek directeur van het Nationaal Theater, waarop deze prompt werd ontslagen uit zijn functie. Net buiten het centrum van Boedapest worden muren beklad met antisemitische graffiti.

Het Hongaarse Rode Kruis moest een driehonderdtal Roma evacueren nadat een extreemrechtse burgerwacht een trainingskamp had opgezet vlak bij het dorp Gyongyospata. De Verdedigingsmacht of Vederomilitie patrouilleert in zwarte uniformen en is ook in andere steden met een grote zigeunergemeenschap actief. Hoewel ongewapend zijn ze voorzien van zaklampen ter grootte van wapenstokken om niet-Roma te beschermen tegen ‘zigeunermisdaden’.

De neofascistische militie omschrijft zichzelf als “de oren en ogen van de politie” en werd opgericht als een politieke publiciteitsstunt. Bij de verkiezingen van 2010 behaalde de Jobbik-partij, die sporadisch actief leiding geeft aan de Burgerwacht, 17 procent. Door de rechtse politiek van Orban was hun populariteit zienderogen aan het dalen. De Burgerwacht moest de aanhang van Jobbik weer vergroten.

Een trieste afsluiter voor deze opsomming van schendingen van internationale rechten: de onlinetelevisiezender N1, gesteund door Jobbik, kwam op de proppen met een verjaardagsfeestje voor Hitler. In een dertig seconden durende hommage werd de man geroemd om zijn economische en morele bijdrage aan Duitsland. De nederlaag van Hitler werd omschreven als zijnde een politieke heksenjacht, georganiseerd door de Angelsaksische geallieerden en de bolsjewieken.

De koers die men Hongarije toestaat te varen, roept vragen op over het beleid van de Europese Unie. Vraagstukken vooral, over hoe de daad bij het woord te voegen. Het is immers maar al te duidelijk dat de beknotting van de vrije meningsuiting en persvrijheid flagrant in strijd is met het Verdrag van Lissabon en talrijke andere internationale verdragen betreffende de fundamentele rechten van de mens.

Desalniettemin werd consequent flauw gereageerd vanuit Brussel met een knap staaltje van andere-richting- uitkijken. Bij een eerste inzage van de wet op persvrijheid en de nieuwe grondwet werd voorzichtig gereageerd dat men nog moest bekijken of de nieuwe bepalingen al dan niet in strijd waren met de Europese regelgeving, hoewel hier bij aanvang geen twijfel over mocht bestaan. Telkens werden de onderzoeken doorgesluisd naar de Europese Commissie, waarop eerder geuite dreigingen een stille dood stierven. Enkel de subsidies die Hongarije misbruikte voor haar anti-abortuscampagne werden teruggevraagd. Klaarblijkelijk wordt alleen ingrepen wanneer het geld verkwist wordt. Democratische waarden en vrijheid blijken niet zo’n waardevol goed.

Daarenboven klinkt de Europese Unie wat hypocriet en ongeloofwaardig wanneer ze landen als Turkije, Iran, Noord-Korea, Cuba, China of Rusland de les wil lezen inzake mediapluraliteit of secularisme van het staatsbedrijf, als ze haar eigen huishouden niet op orde krijgt. Ex-premier Wilfried Martens, voorzitter van de Europese christendemocratische fractie waartoe ook Fidesz behoort, verdedigde de Hongaarse mediawet en hoopte dat de toepassing ervan zou meevallen. Dit geldt daarenboven voor de gehele christendemocratische fractie in het Europees Parlement die de ernst van de situatie blijkbaar niet wil inzien.

Het ontbreekt de EU blijkbaar aan een dwingend institutioneel kader waardoor ze de basisbeginselen van haar grondwet, die haar burgers hoort te beschermen tegen politieke grillen, af te dwingen. Misschien tracht men wel de maatschappelijke breuklijnen zo goed mogelijk te verstoppen nu de financiële breuklijnen maar al te duidelijk werden.

0 Comment