“Hoe durven ze, die Flaminganten?”, zong Hugo Raspoet ooit. Heel wat VUB-studenten moeten hetzelfde gedacht hebben, toen ze op 8 oktober de opiniepagina’s van De Morgen opensloegen. Trots stonden daar Kris Van Dyck en Vera Celis, twee N-VA’ers en Vlaams parlementsleden, te schitteren met een titel die niets aan de verbeelding overliet: ‘Nederlands aan de Free University of Brussels’. Lees het niet als een informatieve kop, maar als een gebod. Een uitroepteken erachter zou de boodschap nog duidelijker gemaakt hebben. Pas maar op, rector De Knop, de Vlamingen komen.
Het is de VUB-gemeenschap niet ontgaan. Dat bleek ook op het kopstukkendebat van het LVSV, toen de zaal zichtbaar opleefde toen de kwestie aangesneden werd. Niet vreemd ook, Celis en Van Dyck stellen de financiering van de VUB vanwege Vlaanderen in vraag als het hoog blijft inzetten op internationalisering en de verengelsing van het hoger onderwijs op die manier nog meer in de hand werkt. De directe aanleiding was dan ook het idee van De Knop om de ‘taalpariteit’ van opleidingen op te heffen. Vandaag is het immers zo dat er voor iedere anderstalige opleiding een Nederlandstalig alternatiefmoet bestaan.
Dat nooit, dachten Celis en Van Dyck. Onder het motto ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’ borduurden ze voort met wel erg stompe naalden. Helemaal over de schreef gaan de dame en heer pas hier: “Of lonkt De Knop nog meer naar zijn collega’s van de ULB?” Een dreigement, platvloers en wereldvreemd, het contact met de werkelijkheid verloren. Dat onze Vlaams-Nationalistische Vrienden niet meer klagen over toespelingen op de Tweede Wereldoorlog, als hun boodschap de ondertoon ‘verboden mee te heulen met de vijand’ met zich meedraagt. En dan zouden ze nog in het voor hen atypische kamp zitten.
De Vrije Universiteit Brussel heeft meer gemeen met zijn moederuniversiteit Université Libré de Bruxelles dan met alle provinciale instellingen uit het gedroomde Vlaanderenland samen. Een ‘logisch’ doorgetrokken lijn brengt hen dan natuurlijk bij de inmiddels legendarisch geworden Taalstrijd: “Twee eeuwen geleden vonden sommigen dat het Nederlands of het ‘Vlaams boerentaaltje’ niet geschikt was voor het hoger onderwijs.” Wat rest er ons dan gezucht wanneer dat zootje zich weer wentelt in de rol van kaakslagvlaming. Argumenteren op basis van rechten die tientallen jaren geleden al verworven zijn en waarvan de strijd geenszins vergeleken kan worden met de situatie van vandaag, is het rationele debat geweld aandoen. Trouwens, ook in Franstalig België is lang niet iedereen zo happig op die verengelsing van het hoger onderwijs. Franstaligen hebben immers de neiging ook wel van hun taaltje te houden.
Waar gaat dit eigenlijk om? Zijn Celis en Van Dijck bang dat het Engels een extra drempel wordt voor de jonge Nederlandstalige om de stap naar een universiteit te zetten? De barrière die het Engels zou opwerpen is bijlange niet zo groot als de sociaal-economische factoren die jongeren er wel van weerhouden, zoals onlangs nogmaals aangetoond is door een studie van de UGent. Factoren die hun partij overigens niet meteen geneigd is de wereld uit te helpen. Dat maakt u ons niet ‘diets’.
Zijn ze oprecht bevreesd dat het Nederlands door het Engels onder de voet zal worden gelopen en verdrongen? Of willen ze simpelweg punten scoren bij de kiezer door nog eens met de al zo vaak vertoonde spierballen te rollen? “Het staat de rector van de ‘Free University of Brussels’ dan vrij om in zijn geglobaliseerde wereld te gaan zoeken naar investeerders die even gul zijn als de Vlaamse gemeenschap”, klinkt het op het einde. Wat is dit anders dan pompeus de eerste viool willen spelen zonder ooit een notenbalk gezien te hebben?
Wil de VUB in de toekomst een rol van betekenis spelen, dan zal het, nog veel meer dan nu het geval is, moeten inzetten op internationalisering, tot spijt van jongens en meisjes als Kris en Vera. In een dwingend carcan van taalwetgeving waarin ons onderwijs verzeild is geraakt, is dat niet mogelijk. Het is het bestaan van grote jongens als de KUL en UGent verzekeren, maar de VUB zal erdoor in de problemen komen. De VUB ligt namelijk in Brussel, omgordeld door een omgeving waar Nederlands meer niet dan wel de voertaal is en ook nog eens beconcurreerd door een rist aan hoger onderwijsinstellingen, zij het Frans-, Engels- of Nederlandstalige (de HUB niet in het minst). Het wordt tijd dat onze Vlaamse beleidsmakers die specifieke rol van Brussel inzien en haar niet blijven beschouwen als pendelhoofdstad.
Het Nederlands is nu eenmaal een dwergtaal.
0 Comment