Door Jurgen Masure
Op 28 november raasde Sloveens filosoof Slavoj Žižek door de Henri Leboeuf-zaal van BOZAR. Sommigen zien in hem een sluipend links gif. Anderen daarentegen erkennen hem eerder als wandelend links studiecentrum. Kortom, Žižek is een bejubeld en gecontesteerd filosofisch beest dat de controverse niet schuwt. Maar is het niet net daar waar we vandaag nood aan hebben?
Maar wie is Žižek nu eigenlijk, en nog meer: wat is zijn inherente boodschap? Zelf omschrijft hij zich eerder als gematigd apocalyptisch. Zo stelt hij dat, indien we aan dit tempo voortschrijden, we op termijn ten onder zullen gaan aan verschillende crises. Nog voor de eigenlijke lezing van start ging, weerklonken incidentiële woorden “we want a revolution!” in de zaal. De whatever op Žižeks gezicht sprak boekdelen. Neen, hij is niet echt de man van loze soixante-huitard-uitspraken. Hoe grappig en welbespraakt hij ook mag zijn, zo consequent en beargumenteerd is hij in zijn denken. Nu, moest je hem laten doen, hij zou de zogenaamd post-politieke kapitalistische samenleving zonder meer buitenbonjouren. En toch beseft hij als geen ander dat dit niet over één nacht ijs zal gaan, dat zoiets meer vergt dan enkel en alleen wat goodwill.
Dokter Žižek
Het is nu net door z’n unieke levenswandel, dat je z’n denken beter kunt begrijpen. Slavoj Žižek werd in 1949 geboren in Ljubljana (vandaag de hoofdstad van Slovenië, toen echter een stad in de grote socialistische republiek van Joegoslavië) in een middenklassegezin, actief in de economische sector. Als vijftienjarige jongeman wilde hij graag regisseur worden, maar na het zien van heel wat Europese films besefte hij al gauw dat hij hier geen aanleg voor had. Twee jaar later wist hij het dan: hij zou filosoof worden. En zo ging hij dan in 1967 aan de Universiteit van Ljubljana filosofie, en vervolgens sociologie studeren. Het ging hem goed af, want in 1971 begon hij als praktijkassistent aan diezelfde universiteit. Problemen staken de kop op (zijn thesis zou te anti-marxistisch geweest zijn) en hij besloot dan maar het leger in te gaan. Na zijn legerdienst studeerde hij in Parijs psychoanalyse en dit bij Jacques-Alain Miller, Jacques Lacans schoonzoon.
Al vrij vroeg had het marxistisch, en meer, hegeliaanse denken een impact op zijn ontwikkeling als filosoof. Enerzijds door zijn levenservaringen, anderzijds door de aantrekkingskracht die uitging van het Duits idealisme en marxistisch communisme. En, belangrijk om Žižeks denken te vatten, is net die lacaniaanse vertaling van het oud hegeliaans fenomenologische denken (Lacans Reëele- Symbolische-Imaginaire in navolging van Hegels these-antithese-synthese). Daarnaast roept hij ook telkens op om terug te keren naar het cartesiaans subjectdenken. Oh jawel, Žižek maakt daar in zijn analyses meer dan gretig gebruik van.
Als een krachtig wijsgerig sjamaan ontleedt hij de maatschappij en tracht op filo-psychoanalytische wijze achterliggende, onderbewuste beweegredenen te ontleden. Hoewel de man de indruk wekt gemelijk te zijn, is hij van karakter een consequent en zachtaardig humorist. En dat merk je ook in zijn schrijven. Zijn instrumentarium, zoals zijn biografie duidelijk maakt, bestaat uit Marx, Hegel, Lacan en (meestal) hollywoodfilms. Ook de politieke theorieën van grootmachten als Antonio Gramsci, Ernesto Laclau en Alain Badiou zijn hem verre van vreemd.
“They (Indignados) demand things, and I have a single question: these demands are directed to whom?”
Zijn grote, internationale doorbraak kwam in 1989 met zijn boek The Sublime Object of Ideology. Sindsdien is hij een veelgevraagde gast en proclameert hij stormachtig de noodzaak om het neoliberale bestel grondig te hervormen. In 1990-1991 zag hij zijn politieke kans schoon en stelde hij zich Sloveens presidentskandidaat voor de Democratische Liberalen. Hij werd mooi vijfde. Ondertussen gaf de man les in de Verenigde Staten en Parijs. Sinds 1979 is hij verbonden aan zijn moederuniversiteit in Ljubljana. Daarnaast is hij vandaag ook gastprofessor aan de European Graduate School in Zwitserland, waar hij zomercolleges geeft aan communicatiestudenten. Žižek gaat daarbij dus geen intellectuele uitdaging uit de weg. Met peper in het achterwerk blijft hij boeken, artikels en opiniestukken publiceren, geeft hij lezingen over de hele wereld en is hij een graag geziene televisiegast. Je zou haast denken dat er twee, of zelfs drie, Slavoj Žižeks rondlopen.
Kapitalisme: een oud zeer?
Opvallend in zijn BOZAR-lezing was dat hij de Indignadosbeweging een kleine veeg uit de pan verkocht. Versta hem niet verkeerd: de man heeft alleen maar respect voor een dergelijke beweging. Toch is hij van mening dat een tegenbeweging, zoals de Europese Indignados, op een bepaalde wijze geïnterpreteerd en bijgevolg ‘gebruikt’ kan worden door iedereen (lees: fascisten, nationalisten, et cetera). Eenieder kan dergelijke stellingen formuleren die zij in hun pamflet vooropstelden. Ten tweede ziet hij ook niet echt een duidelijke voorhoede met vastomlijnde boodschap in deze beweging, en daarbij: “They demand things, and I have a single question: these demands are directed to whom? Not to the people themselves. They will not claim, they’ll do it for themselves.” Naar wie richten de Indignados zich, vraagt hij zich terecht met de grootste stelligheid af. Hij uitte zich daarbij ook heel kritisch ten aanzien van de op til zijnde technocratische veranderingen bij enkele EU-lidstaten. Kleurrijke politici moeten oprotten en plaats maken voor grijze technocraten. Volgens hem is dat een meer dan duidelijke nederlaag voor ons democratisch bestel. Het is bijgevolg veelzeggend hoe wij, Europeanen, niet langer als mensen of volk, maar eerder als producten benaderd worden. We staan als het ware wat met het hoofd in de nek te kijken, zonder rasecht actie te ondernemen.
Fuck Fukuyama
Žižek is geen onheilsprofeet, geen 21ste-eeuwse versie van Nostradamus; toch stelt hij in een van zijn laatste boeken Living in the End Times vast dat, indien we aan dit tempo verder gedijen, we regelrecht afstevenen op een allesomvattende neergang die we als samenleving nooit te boven gaan komen. Het beeld dat de Amerikaans neoconservatieve denker Francis Fukuyama begin jaren ’90 vooropstelde, vertoont dus heel wat barsten: “9/11 en de financiële crisis tonen net aan dat het The End of History-idee (een controversiële stelling waarin het einde van de Koude Oorlog volgens Fukuyama het einde van de vooruitgang van de mensheid vertoont en daarbij de complete overwinning is van het neoliberaal kapitalisme, nvdr.) niet langer werkbaar is.
De 21ste eeuw staat met andere woorden op het punt een nieuw tijdperk in te gaan. Dat zegt hij ook op de lezing: “As my good friend Alain Badiou likes to repeat, the 20th century form of Communism is over.” We moeten het radicaler gaan bedenken, we moeten de ruimte openen voor een wat extremer gedachtegoed (en dus niet langer een lege sovjet-gewijze participatie, et cetera). Laat dat ook net een belangrijk punt zijn in zijn boek First as Tragedy, then as Farce. Hierin stelt hij de idee voorop om een nieuwe vorm van communisme in te richten. Zo stelt hij dat “The old socialist are no longer!” en dat er moet nagedacht worden over een wat pragmatischer communisme, werkbaar en aangepast aan onze tijdsgeest. Het is tevens op dat punt dat hij meerdere malen frontaal werd aangevallen.
Als westerlingen zijn wij volgens Žižek doordrongen van het kapitalisme. Hierdoor is het veranderingsproces verre van gemakkelijk te noemen. En net daarom vertonen we een monetair georiënteerde gelatenheid die ons in de alledaagse handelingen bepaalt. Het is net dat punt waar een denker als Žižek het immens op de heupen van krijgt en wat hij dan ook met hand en tand bestrijdt. Met succes zo blijkt, want de 2.500 toehoorders in de propvolle Le Boeuf-zaal hingen echt aan ’s mans lippen.
0 Comment