In de strijd tegen de aardappelziekte (Phytophthora infestans) zijn twee nieuwe helden opgestaan. Halfgod, halfgewas, gaan de DURPH- en de Fortuna-aardappels de strijd aan met de ziekte waar al ettelijke zwakke aardappelvriendjes het leven aan verloren. Natuur –Mens: 0-1.
Want uiteraard, deze helden zijn niet zomaar uit het stof verrezen. Integendeel, ze zijn ontstaan door genetische manipulatie. Door middel van ingenieuze technieken zijn de aardappels resistent gemaakt tegen de aardappelziekte, die telers jaarlijks vele euro’s kost. Wat een geluk, weer een zorg en bergen aan kosten minder!
Echter, tegen de tijd dat dit artikel verschijnt, zal er een protestactie hebben plaatsgevonden in Wetteren, alwaar een open proefveld ligt waarop de gentech aardappels geplant zijn, om zo onderzoek te doen naar de gevolgen van gentechnologie. De actie bestaat eruit een poging te doen de ggo’s (genetisch gemodificeerde organismen) te vervangen door biologische aardappelsoorten. Maar waarom zou men de Vooruitgang in de weg willen staan en het Onderzoek belemmeren?
Tijdens het volgen van de – toch redelijk levende – internetdiscussies en bij het lezen van verschillende publicaties (al dan niet voor of tegen de ggo’s), valt het op dat de argumenten verdeeld kunnen worden in twee brede groepen: technische en maatschappelijke argumenten; om er maar een label op te plakken.
Achter die eerste groep argumenten scharen zich vele redeneringen. Voorstanders benadrukken hoezeer er kosten bespaard zullen worden. Er is minder verlies aan oogst vanwege de ziekte, er hoeft minder gespoten te worden om de planten te beschermen, kortom: besparing van tijd en geld. Bovendien wordt het leven van de boeren een stuk aangenamer, gezien de plant zoveel makkelijker te telen is.
Milieuorganisaties zijn echter weinig overtuigd door het discours van de voorstanders van de aardappels, die men liefkozend ook wel Frankensteinvoedsel pleegt te noemen. Zij vrezen een groot verlies aan biodiversiteit, aangezien het om een open veldproef gaat en niet eentje in een afgesloten kas. De aardappel zou dus wel eens, op de een of andere manier, in een nabijgelegen veld een plekje kunnen vinden waar hij zich ook wel prettig voelt en zo tussen de ‘normale’ gewassen terecht kunnen komen. Consumenten die niet gediend zouden zijn van ggo’s in de stoemp, zijn gedoemd in onzekerheid te leven, vermits geen mens hen kan garanderen dat hun aardappel biologisch is. Bovendien zijn er aardappelsoorten, verkregen via gewone ‘veredeling’, die ook resistent zijn gemaakt; de veldproef heeft daarom geen enkele zin.
Aansluitend op nog een hele riedel andere, (meer) technische argumenten, waarvan de details u hier bespaard zullen blijven, steunt de claim op vrij onderzoek. Opmerkelijk is dat beide kampen zich van het vrij onderzoek bedienen als argument om de proef te rechtvaardigen dan wel te bekritiseren. Wetenschappers vinden het hun goed recht een proefveld aan te leggen, hun onderzoek zou niet zomaar belemmerd mogen worden. Aan de kant van de actievoerders wordt het principe van vrij onderzoek echter ook gesteund, maar een aanvullende noot is op zijn plaats. Wanneer wetenschappelijk onderzoek immers een grote impact heeft (of kan hebben) op de maatschappij, dan is een breed, maatschappelijk debat meer dan op zijn plaats. En daar ontbreekt het tot op heden aan.
En zo sluiten we naadloos aan op de tweede soort argumenten: de maatschappelijke. De boer uit de voorgaande paragraaf krijgt zoals gezegd een veel beter leven. Minder moeite doen voor meer inkomsten. Het lijkt wel een sprookje. Wat men echter stiekem vergeet te vermelden is het volgende: we hebben het hier over genetisch gemodificeerde organismen. Er bestaan bedrijven – bijvoorbeeld het chemieconcern BASF, dat samenwerkt met Monsanto – die zich bezighouden met het manipuleren van dna van planten en dieren. Wanneer ze dan op een dag een plant weten te creëren met een goede eigenschap, dan heeft dit bedrijf vervolgens een patent op de desbetreffende plant. Het jammerlijke gevolg hiervan is dat kleine, arme boeren volledig buitenspel worden gezet op de internationale markt. Het is voor boeren in armere landen vaak onmogelijk om het dure zaad aan te kopen, waardoor zij dus in een erbarmelijke concurrentiepositie verkeren ten opzichte van de Grote Bazen. Dit leidt tot monopolies van bedrijven als Monsanto, iets wat de biodiversiteit eerder kwaad dan goed doet. Dit is echter een argument dat vrijwel compleet genegeerd wordt in het discours van voorstanders van de gentechaardappel, alsof het niet belangrijk zou zijn. De hele proef in Wetteren krijgt hiermee toch een wrange bijsmaak, gezien die duidelijk een signaal stuurt naar de samenleving. Ondanks verschillende natuurlijke alternatieven wordt er toch gekozen voor de genetisch gemanipuleerde variant waardoor er over de hele wereld, zoals zo vaak, opnieuw arme boeren de dupe zullen zijn.
Op dit moment is het nog afwachten hoe de actie en de tegenbetoging op 29 mei in Wetteren zullen verlopen. Hopelijk barst er na de actie op zijn minst een discussie los en kunt u zich volop mengen in een constructief debat over de zaak.
0 Comment