Op maandag 23 mei werd een lezing op touw gezet waar de kunstenaar-fotograaf Jeff Wall (°1946) zijn tentoonstelling ‘The Crooked Path’ voorstelde in gezelschap van Hans de Wolf (professor VUB) en Joël Benzakin (curator). De Moeial was ook aanwezig.
Na twee jaar hard labeur werd de tentoonstelling eindelijk geopend. Een gebeurtenis die zich leent tot een voorsmaakje voor het grote publiek, door niemand minder dan Jeff Wall himself. De lezing was een succes en kon rekenen op een volle zaal. Dit mag echter niet verbazen, gezien Jeff Wall niet enkel een grote naam in de fotografiewereld is, maar ook vanuit een enorm origineel concept werkt waarbij andere grote kunstenaars hem inspiratie geven en grote invloed uitoefenen op de realisaties van zijn foto’s.
Wie is Jeff Wall, denken vele lezers waarschijnlijk. De Canadese fotograaf is sinds de jaren ’70 bezig met kunstzinnige fotografie. Binnen deze werkwijze neemt hij kunstwerken van beroemde kunstenaars als voorbeeld, onder andere Manet en Delacroix. Hij maakt gebruik van hedendaagse middelen om de compositie van wereldberoemde werken na te maken. Onder andere La Mort de Sardanapale van Delacroix zal de inspiratie zijn voor de foto The Destroyed Room (1978).
Terug bij de lezing. Deze begon met een kleine inleiding met bijhorende bedankwoordjes van de curator. Hij verantwoorde onder ander waarom de expositie een nogal eigenaardige opstelling heeft: “De tentoonstelling is niet chronologisch of volgens een vast stramien geplaatst, maar elke zaal vertelt een ander verhaal in Jeff Walls oeuvre.”
Daarna nam Hans de Wolf, hoofdredacteur van de catalogus, het woord. “Jef Wall has deep convictions, he does not always speak openly about them, but at the end he sticks to it”, zo verwoorde De Wolf zijn grootste bewondering voor de kunstenaar. Hij doet uit de doeken hoe de samenwerking tot stand kwam in 2008 om vervolgens over te gaan op de samenstelling van de werken en de opzet van de tentoonstelling. Het eerste deel van de tentoonstelling vergelijkt hij met een Japanse film waarin een koppel aangevallen wordt door gangsters en waarbij de man wordt vermoord. Wat later, vervolgt de Wolf, moeten vier mensen, waaronder de vrouw, de gangsters en een getuige voor de rechtbank komen. Het verhaal wordt uit de vier verschillende perspectieven aangetoond.
Overeenkomstig met de vier perspectieven vindt De Wolf dat de tentoonstelling ook op vier verschillende manieren kan bekeken worden. Eerst en vooral op een fotografische manier, ten tweede het verband tussen fotografie en kunst, waarover al lang hevig gediscussieerd wordt: zou een fotograaf meer met schilders en beeldhouwers moeten samenwerken of is fotografie kunst? De derde zienswijze is die van het autonome en creatieve proces en de positie van de kunstenaar in dit proces en ten slotte is er ook het historische en educatieve vlak.
Jeff Wall nam vervolgens zijn publiek mee in een korte virtuele rondleiding van de tentoonstelling waarbij telkens enkele voorbeelden werden aangehaald. Voor Wall heeft de tentoonstelling niet als doelstelling een vergelijking tussen zijn werken en die van andere kunstenaars te bekomen. Hij ziet het als een poging om de mensen te laten beleven, doormaken, ervaren wat hij bij deze werken ervoer.
De kunstwerken van de andere artiesten , zoals Wall verklaart, werden gekozen vanwege hun hoge kwaliteit en omdat ze simpelweg prachtige kunstwerken zijn, en rechtstreeks in betrekking staan tot wat hij doet. Daarbij wil hij aan het publiek zijn interesses laten zien in de artiest achter de werken die hij als uitgangspunt gebruikt. De eerste twee kamers, om het publiek op te warmen om de tentoonstelling te zien, zijn de zogenaamde historische kamers met zijn biografie, invloeden en zijn oudste werken, waaronder The Destroyed Room.
In een poging te begrijpen waarom hij fotograaf werd, vertelde Wall kort zijn verleden. Zijn carrière als kunstenaar begon als schilder. Hij deed dit tot in de jaren ’60, een woelige periode voor kunst, conceptuele kunst, minimal art,… waarvoor de interesse van het publiek steeds groter werd. Deze revolutionaire transformaties wekte ook Walls aandacht, waarop hij besloot zich helemaal te verdiepen in deze nieuwe kunsten.
Maar in de jaren ’70 belandde hij in een moment van schaamte. Wall was niet tevreden over zijn eigen inbreng in de kunst en voelde dat meer mogelijk was. Na het afscheid van de schilderkunst vond hij zijn draai niet en wist niet wat te doen. Hij besloot wel degelijk definitief de schilderkunst de rug toe te keren (waarom hij dit deed weet hij zelf ook niet goed) en zich te storten op een van zijn andere interesses, de fotografie. Wat hij zoal teweegbracht in de wereld van de fotografie kan je maar beter zelf ontdekken. De tentoonstelling loopt nog tot 11 september in Bozar.
0 Comment