Weet u wel door wie uw pizza wordt gemaakt? Of erger zelfs, heeft uw pasta een bijsmaakje? De tijden dat peetvaders tampons in hun wangen staken en met een schorre stem praten is al enige tijd voorbij, helaas. De Calabrese ‘Ndrangheta, de Camorra van Campania en de Siciliaanse Cosa Nostra hebben hun vertakkingen tot in België en hebben een pak meer in hun mars. Wat weten we eigenlijk over de maffia in Brussel, België en Europa?
The Messina Brothers
De eerste maffieuze activiteiten in België werden door de befaamde broers Messina gepleegd. Salvatore, Carmelo, Alfredo, Attilio en Eugenio Messina waren crimineel en goed georganiseerd. Zij hadden een Maltese moeder en een Siciliaanse vader. In het interbellum en tijdens de Tweede Wereldoorlog domineerden de broers de Londense underground. Hun activiteiten spreidden zich uit tot Spanje, Frankrijk en België. Ze deden aan vrouwenhandel en forceerden hen tot prostitutie. In Queen, Bond en Stafford Streets beheerden ze meer dan dertig etablissementen. De bende inrekenen bleek onwaarschijnlijk moeilijk, gezien alle vrouwen illegaal in Engeland verbleven.
Duncan Webb, journalist, publiceerde destijds een uitgebreid artikel over prostitutie in de West End en zijn interviews omvatten cruciale informatie die tot de aanhouding van de Messina broers zou leiden. In de jaren 1950 werd de bende opgerold door Schotland Yard. Alfredo werd gevangen gezet in Engeland. Atillio werd aangehouden toen hij illegaal Engeland probeerde binnen te geraken in 1959. Later doken Eugenio en Carmelo in België op, waar zij werden aangehouden. Eugenio kreeg een celstraf van zes jaar, Carmelo werd naar Italië verbannen, waar hij stierf in 1959. Salvatore Messina werd nooit gevonden door de autoriteiten. De eerste Italiaanse criminele activiteiten op Belgische bodem waren een feit.
Belgica Nostra
In de jaren 1960 tot 1980 vestigden zich wellicht verschillende organisaties in België, maar hier is weinig over geweten. In 1994 klaagt journaliste Françoise Van De Moortel op de Franstalige openbare omroep de Italiaanse praktijken aan in een reportage die de naam Belgica Nostra meekreeg. Ze constateerde dat er niet één maffia actief was in het land, maar verschillende.
Ook stelde zij zich vragen bij de louche praktijken van de eigenaar van het kasteel in Forchies-la-Marche. De reacties in de media en vanuit het kabinet van Justitie waren furieus. Men vond destijds dat het verhaal van de journaliste op losse schroeven stond. Bijna tien jaar na dit incident begon de politie de gegevens van Van De Moortel serieus te nemen. In de ochtend van 19 november vonden er huiszoekingen in Hourpes en Forchies plaats, doel: Sebastiano Di Luciano ten val te brengen. Di Luciano was reeds een bekende bij de juridische autoriteiten in Charleroi – en hij werd er van verdacht lid te zijn van een maffia.
De huiszoeking in Forchies mobiliseerde een honderdtal manschappen, gesteund door cavalerie en een helikopter. De vondsten waren enigszins indrukwekkend: meerdere tonnen munitie, wapens (waaronder een anti-luchtafweersysteem MG-42) en explosieven.
Hiernaast bevonden zich in de bijhorende garage enkele andere speeltjes met ronkende merknamen: Rolls Royce, Ferrari, Porsche en BMW. De klopjacht resulteerde in vijf aanhoudingen: Sebastiano Di Luciano, Domenico Di Luciano, Philippe Melchior, Michele Messina en Donato Mafucci. De aanklacht die tegen hen werd uitgesproken was niet mals: witwassen van geld, samenzwering en leiderschap van een criminele organisatie, heling en carrouselfraude. De pers vond toen vertakkingen tot in Frankrijk en Zuid-Afrika.
‘Ndrangheta en Camorra
Begin maart 2004 berichtten verschillende kranten de vraag van het parket van het Italiaanse Reggio di Calabria aan de Belgische gerechtelijke autoriteiten om beslag te leggen op de bezittingen van de Calabrese maffia in België.
Het Brusselse parket kon dit toen om onduidelijke redenen niet doen. In Italië zelf werd een kluwen van drugshandelaren die voor de ‘Ndrangheta werkten, opgerold. Er werden 47 arrestatiebevelen uitgeschreven in Calabrië. Volgens Francesco Mollace, magistraat van het parket van Calabrië, had de Calabrese maffia eind jaren 1990, begin jaren 2000 een hele wijk opgekocht in Brussel om geld wit te wassen – met tussenpersonen uiteraard. Op één dag kon de maffia 28 miljoen euro witwassen. De vertakkingen zouden tot Nederland gaan, en de ‘Ndrangheta zou nauw in contact staan met Colombiaanse en Mexicaanse drugkartels. De Italiaanse magistraat pleitte voor een versterkte internationale juridische samenwerking, om zo de organisatie hard aan te pakken.
De ‘Ndrangheta is intussen ietwat gegroeid: de Neue Zürcher Zeitung schatte dat de organisatie zo’n 36 miljard euro per jaar inkasseert. Ze koopt haar cocaïne aan 2,50 euro per kilogram om die dan aan 60 euro te verkopen. Met zo’n winsten laat de organisatie Oost-Europese, Siciliaanse en Napolitaanse groeperingen ver achter zich. Het imperium bestaat nu uit onroerend goed en toerisme. Ze zouden niet alleen woningblokken in Brussel bezitten, maar ook in Toronto, New York, Duitsland en Zwitserland. Zelfs een bank uit Sint-Petersburg zou de organisatie toebehoren.
Een van de hoogtepunten in de strijd van de maffia’s in België was waarschijnlijk de arrestatie van Vittorio Pirozzi in augustus 2010, een naam die op Italiës most wanted-lijst stond. Pirozzi was een van de kopstukken van de Camorra. Voor zover geweten is, maakte deze tot de jaren 1990 deel uit van de Mariano-clan van de Spaanse buurt in Napels. Reeds werd hij in 2003 tot een celstraf veroordeeld voor drugshandel. De man verbleef twee jaar onder valse identiteit in Brussel en woonde in de Josaphatstraat in Schaarbeek. Het Fugitive Active Search Team (FAST, nvdr.) spoorde Pirozzi op en hij werd op basis van een internationaal aanhoudingsbevel opgepakt. Pirozzi’s advocaat ontkent echter dat zijn cliënt een maffiabaas is, al frequenteerde hij de Camorra in de jaren 1980. Ook pleitte de advocaat er voor om Pirozzi niet aan Italië uit te leveren, omdat die er hard aangepakt zou worden.
Berlusconi – en zijn louche achterban – in Europa
Dat de maffia pionnen of bevriende politici in Italië heeft, is algemeen geweten. Om aan politiek te kunnen doen moet men de maffia wel te vriend houden in bepaalde regio’s. In 2004 werd Frattini aangesteld in de Europese Commissie – eerder was deze minister van buitenlandse zaken en protegé van Silvio Berlusconi. Frattini werd in Italië verweten lid te zijn van de loge P2. Propaganda Due werd opgedoekt in 1981, maar was voordien geheim, extreem-rechts van ideologie en anticommunistisch; tot de dag van vandaag wordt de organisatie verdacht van verschillende fraudezaken en geweldplegingen (onder meer de bomaanslag van Bologna in 1980). Naast namen uit de bankwereld, pers en maffia (Michele Sidona, bankier die banden had met de Siciliaanse maffia) stonden ook Frattini en Berlusconi op de ledenlijst van de organisatie. In Berlusconi’s entourage zit ook de Italiaanse senator Marcello Dell’Utri, die de Italiaanse vertegenwoordiger was bij de Raad van Europa. Deze werd reeds aangeklaagd omwille van zijn “vermoedelijke” banden met de Siciliaanse maffia. En zeker niet te vergeten, naast meisjes heeft Berlusconi wellicht ook vuil aan zijn handen – getuige hiervan zijn de vele processen.
Anderzijds heeft de globaliserende gorganiseerde misdaad al persoonlijke vijanden op het Europese niveau. Europarlementariër Rosario Crocetta staat op de zwarte lijst van de Siciliaanse maffia. In oktober 2009 leidde dit reeds tot een pikant artikel in de Frankfurter Rundschau. Er werden tot de dag van vandaag vijf aanslagen op de man verijdeld. In Italië en in het Europese parlement te Straatsburg staat hij permanent onder bewaking en heeft Crocetta bodyguards. In Brussel werd destijds door minister van Binnenlandse Zaken Turtelboom onderhandeld over de veiligheid van de man. Echter, de voorwaarden die de Brusselse autoriteiten vastlegden, deden de wenkbrauwen van Crocetta fronsen: hij moest gedetailleerde informatie geven over de personen die hem bedreigden. “Hetgeen ronduit naïef is”, aldus Crocetta. Dat men de maffia vreest op het Europese niveau en dat zij er zelfs onrechtstreeks hun mannetjes heeft zitten, is op zijn minst onrustwekkend.
Mannen in pak
De georganiseerde misdaad omringt zich meer en meer met specialisten ter zake: advocaten, informatici, technici, noem maar op. In België zijn maar liefst 79 verschillende nationaliteiten in de georganiseerde misdaad vertegenwoordigd. De Italianen vormen het grootste buitenlandse criminele circuit met 24 organisaties (men mag niet vergeten dat 40% van ’s lands misdaadactiviteiten door Belgen wordt gepleegd). Het lijstje wordt vervolledigd door de Nederlanders, Albanezen en Marokkanen, maar die volgen allemaal op aanzienlijke afstand.
Volgens Marc Paternotte van de federale politie bestaan er enkele peetvaderfiguren in België, maar het geromantiseerde beeld van godfathers in buitenverblijven of dodgy Italiaanse restaurants en de strikte normen en waarden, strijkt al lang niet meer met de werkelijkheid. Ze dragen nu een pak en vallen niet op tussen bankiers en financiers; hun geliefkoosde wapen is corruptie. De maffia is smooth, houdt zich low-profile, laat zich niet opvallen. De gewone sterveling zal enkel over misdaad, omertà en vendetta lezen. In de Moeial bijvoorbeeld, maakt u zich dus geen zorgen.
0 Comment