Dossier-Quartier Latin: een stand van zaken

In de wandelgangen van Vlaanderens onderwijsinstellingen en -administraties, tot zelfs in de studentenvertegenwoordiging toe, gonst het van de geruchten. Sommige Vlaamse studentensteden zien Quartier Latin, de vzw die zich bezighoudt met de Brusselse studentenhuisvesting, als een voorbeeld, andere staan er kritischer tegenover.

De Moeial vond het de hoogste tijd om de situatie, in al zijn complexiteit, te schetsen. Er speelt zich heel wat af boven het hoofd van de VUB-student, waarvan hij zelden op de hoogte is, maar dat wel belangrijk is om de huidige toestand en de achterliggende belangen en gevoeligheden te snappen.

In dit deel de geschiedenis van Quartier Latin, toch voor zover de redactie grip kon krijgen op de gebeurtenissen in het verleden. Op onze website en in de volgende editie zal er voldoende aandacht besteed worden aan hoe de situatie er vandaag uitziet, met reacties van betrokkenen en beleidsmakers.

Verspreid over de zeven heuvels van Brussel – en even daarbuiten – heeft Quartier Latin zich in de loop der jaren gevestigd als huisvestingsdienst en onvoorwaardelijke gesprekspartner van de Vlaamse overheid. De vzw heeft zich dan ook ingekapseld in het beleid: de VUB-koten buiten beschouwing gelaten, maken VUB-studenten enkel aanspraak op een huurtoelage als hun kot ofwel eigendom is van een kotbaas die aangesloten is bij Quartier Latin, ofwel indien ‘QLB’ er zelf eigenaar van is. Neem daar de sterkte van de kotdatabase bij – in het land der blinden is éénoog immers koning – en algauw kan men besluiten dat Quartier Latin een sleutelpositie in het Vlaams-Brusselse beleid inneemt. Gespekt met onder meer het geld van studentenvoorzieningen en beheerd door afgevaardigden van de Nederlandstalige Brusselse hogeronderwijsinstellingen, zou dat een garantie voor succes moeten zijn. Niets is minder waar.

In de annalen van Vlaamse beleidsdocumenten valt de naam van Quartier Latin, dat gefinancierd wordt door de Vlaamse gemeenschap en de Nederlandstalige Brusselse hogeronderwijsinstellingen een eerste keer in 1998, toen Brigitte Grouwels, toenmalig CVP-minister voor Brusselse aangelegenheden, haar beleid voor de periode 1998-1999 uitstippelde. Quartier Latin was toen nog een ‘project’ waarvan de mogelijkheden verder onderzoek verdienden, en dat kon putten uit een pot van 34,6 miljoen frank om “de Vlaamse aanwezigheid in Brussel te bevorderen.” Overigens maakte ook een filmproject aanspraak op die pot, en dat “ter promotie van Brussel als woonstad en studentenstad.” (Wie de film in zijn bezit heeft, mag de redactie altijd een seintje geven, nvdr.)

In 1999 nam Bert Anciaux de Brusselse portefeuille van Grouwels over. Het was onder zijn bewind dat Quartier Latin zich helemaal zou settelen als belangrijke middenveldactor. Zo sprak Anciaux in 2005 over de met Quartier Latin gezamenlijk aangenomen uitdaging om “van Brussel dé studentenstad van de 21ste eeuw te maken (sic)”. Anciaux, die van 1999 tot 2009 Brusselminister was (met een cesuur van een jaar tussen 2003 en 2004), brandde van ambitie en Quartier Latin won aan slagkracht, met projecten als het Brussels International Student Centre en de aankoop van het pand Spaarlaken. In het financieel relanceplan, dat dateert van december 2009 en dat de redactie kon inkijken, zijn ze, onder meer, allebei aangemerkt als verlieslatend.

Geflopt hotel

Het Brussels International Student Centre (BISC) is een pand gelegen aan de Bischoffsheimlaan, naast het Vlaams Audiovisueel Fonds en vlakbij concertzaal Botanique en de Finance Tower. In 2004 kende Anciaux via het Brusselfonds 100.000 euro toe voor de projectontwikkeling van een “internationaal studentencentrum.” Het Brusselfonds dateert van 2001 en diende als compensatie voor de Vlaamse Brusselaars voor het verdwijnen van het kijk- en luistergeld in het Vlaamse gewest. Inmiddels, nadat het kijk- en luistergeld ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is opgeheven, doet het dienst als ‘impulspot’ voor specifieke projecten gericht naar de Vlaamse Brusselaars. Quartier Latin ontvangt zo jaarlijks 220.000 euro (komende van 120.000 euro in 2004, via 145.000 euro in 2007 tot de huidige 220.000 sinds 2009). Het is bijvoorbeeld ook het Brusselfonds dat jaarlijks een bedrag reserveert voor het ‘bijna gratis openbaar vervoer’: zo waren er van 1 augustus tot 31 oktober 2010, 8000 MIVB-abonnementen beschikbaar aan 45 euro. Maar hierover later meer.

Terug naar het BISC. Dat opende in september 2006 de deuren en richtte zich, naast buitenlandse studenten die drie maanden tot een jaar in ons land verblijven, via een hoteldienst ook op studenten die maar enkele dagen tot twee weken onderdak zochten. Eén jaar later, in september 2007, werd die hoteldienst afgebouwd, en dat “wegens commerciële redenen.” Financieel en logistiek niet te bolwerken, dus. De vraag is of dat dan niet eerder ingecalculeerd had kunnen worden.

In ieder geval ging het met BISC steil bergaf. Wat dat betreft is er een zekere correlatie tussen de neergang van BISC en de vermeldingen in de beleidsbrieven van Brusselminister Anciaux. Daar waar hij er in 2006 nog vijf volledige paragrafen aan wijdde, werd BISC een jaar later slechts in één alinea aangestipt, om in 2008 niet meer voor te komen in de beleidsprioriteiten. Tot Pascal Smet, die samen met de functie van Brusselminister in 2009 de verliespost BISC had geërfd van Anciaux, aan de alarmbel trok: “De structurele oorzaken van de financiële problemen van de vzw Quartier Latin moesten namelijk worden gezocht bij de exploitatie van het internationaal studentenhotel BISC.”

Reden genoeg voor minister Smet om een eenmalige kredietverhoging van 200.000 euro aan Quartier Latin toe te kennen, en hij drong er op aan dat de partnerinstellingen eveneens hun ledengeld zouden verhogen. Zelfs in het relanceplan dient de schade vooral beperkt te worden: “Echter is het nagenoeg onmogelijk om BISC break-even te maken. Indien echter BISC voor Quartier Latin een grotere promotionele return kan geven en een antwoord biedt op de huisvestingsvraag van de internationale student, kan een beperkte verliespost aanvaard worden binnen de begroting.” Opnieuw de vraag: in welke mate is nog te aanvaarden dat een project als het BISC, dat zelfs Smet al betiteld heeft als een “mislukte exploitatie”, verlieslatend is?

Het relanceplan van december 2009 was niet de eerste stap om het BISC nieuw leven in te blazen. In het tweede semester van het academiejaar 2008- 2009 kampte het met leegstand en wanbetaling, naar verluidt het risico van een internationaal studentenpubliek. Er werd toen al gepoogd om het verlies op te vangen, door een deel van het gebouw te onderverhuren aan het Vlaams Audiovisueel Fonds, dat naast het BISC is gevestigd, maar ook dat kon de pijn van het Brussels International Student Centre niet verzachten. De onderverhuring maakte deel uit van het eerste herstelplan. Ook aanwezig op dat to-do-lijstje: schuldherschikking, ledengeldverhoging, kredietverlenging en -verhoging. In juli 2009 werd zelfs de subsidie voor de actie Verover Brussel aangesproken ten belope van 126.000 euro om betalingsverplichtingen na te komen. En ten aanzien van de Erasmushogeschool was QLB in december 2009 nog 36.000 euro schuldig voor de huur van het gebouw aan de Dansaertstraat 123.

Wanneer Smet stelt: “De reden waarom er een probleem is, ligt juist bij het BISC. Op zich is er niet echt een probleem met de werking van Quartier Latin”, rijst ook de vraag of er geen causaal verband is tussen beide.

Spaarlaken

Nog in Anciaux’ beleidsbrief van 2006-2007: “In het najaar van 2006 opent het gebouwencomplex in de Lakenstraat/Spaarstraat haar deuren met 34 units. In 2003 werd voor de verwerving en inrichting ervan 1.000.000 euro toegekend aan Quartier Latin via het Vlaams Brusselfonds.”

Drie jaar later moet de euforie wijken voor de bittere realiteit: er moet ‘gedesinvesteerd’ worden om de schulden af te bouwen, en in het relanceplan zijn ze het pand, Schaarlaken, liever kwijt dan rijk en overweegt men een gedeeltelijke of volledige verkoop van Schaarlaken: “Quartier Latin stoot haar vastgoed af om kapitaal vrij te maken voor het aflossen van de schulden en nieuw vermogen aan te trekken.” Er worden drie opties opengelaten: de eerste is een ‘sale-and-rent-backconstructie’, waarbij Quartier Latin voor een langdurige periode (15 à 20 jaar) de exploitatie zou behouden.

Optie twee bouwt verder op de eerste mogelijkheid, maar gaat nog een stap verder: het studioplatform wordt afgestoten van de voorbouw aan de kant van de Spaarstraat, en zou zo niet meer dienen voor studentenhuisvesting. Concreet zou die ruimte dan heringericht worden, bijvoorbeeld als loft, en definitief worden verkocht. Een derde mogelijkheid die opengelaten werd, is enkel het studioplatform te verkopen, zoals vermeld in de tweede optie. Wat er ook van zij, op de website van Quartier Latin staat er nog steeds een pand aan de Spaarstraat dat aangemerkt is als eigendom van de vzw, maar met een capaciteit van 21 studio’s. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

VLOPHOB en de fusie

In 2008 zag het Vlaams Overleg Platform Hoger Onderwijs Brussel, oftewel VLOPHOB, het levenslicht. Doel van die vzw is, volgens haar statuten, het bevorderen van het structurele overleg tussen de Brusselse Nederlandstalige hogeronderwijsinstellingen en relevante initiatieven nemen die dat onderwijs ten goede komen. Met andere woorden: Quartier Latin kreeg er een broertje bij in het middenveld, dat eveneens middelen toebedeeld krijgt uit het Brusselfonds. Zo organiseerde het overlegplatform in het begin van dit academiejaar Brussel Brost, op de Materialenkaai, vlakbij het Kaaitheater. Ondanks niet onaardige namen (onder meer The Opposites, Willie Wartaal, en School is Cool) en het vroege aanvangsuur (15u), kwamen er, mede door het druilerige weer, slechts 2400 jongeren opdagen om de start van het academiejaar te vieren. Waren het echter de weersomstandigheden die een grotere opkomst in de weg stonden, of de ietwat verdoken locatie?

VLOPHOB hangt dus af van het Brusselfonds, en dan moeten we – zoals al vermeld – ook de actie van het Bijna Gratis Openbaar Vervoer van naderbij bekijken. De actie is inmiddels herdoopt geworden tot Verover Brussel en put jaarlijks 1,046 miljoen euro uit het Brusselfonds. Hiermee wordt dan de kost van een x-aantal abonnementen gedrukt tussen 1 augustus en 31 oktober. Bij de opstart van dat project in 2003, bedroeg de kostprijs van zo’n Verover Brussel-abonnement nog 10 euro, inmiddels 45 euro.

Uit een nota van de klankbordgroep over het beleid van het Overlegplatform blijkt dat de actie Verover Brussel in 2011 zal ophouden te bestaan en geïntegreerd zal worden in VLOPHOP. De specifieke middelen uit het Brusselfonds die oorspronkelijk bedoeld waren voor Verover Brussel, zullen dus gereserveerd worden voor VLOPHOP, dat dus in de toekomst (eventueel) zal instaan voor het drukken van de kost van (een bepaald aantal) MIVB-abonnementen.

De toekomst van het ‘bijna gratis openbaar vervoer’ ziet er dus steeds minder rooskleurig uit. Te meer omdat de nota melding maakt van een eventuele prijsstijging: “Met minder werkingsmiddelen richten we ons naar het systeem zoals het bestaat langs de kant van de Franse Gemeenschap (met 50%-regeling, en een abonnement voor 100 euro), zij het met een noodzakelijke bovengrens van aantal abonnementen.” Of dit daadwerkelijk betekent dat de gedrukte prijs begin volgend academiejaar inderdaad meer dan verdubbeld zal zijn, valt af te wachten, maar een status-quo van de abo’s aan 45 euro lijkt onwaarschijnlijk.

Quartier Latin: quo vadis?

Intussen ligt er nog een fusie in het verschiet: “In 2011 voegen, ook op vraag van de overheid, Quartier Latin en het Overlegplatform hun werking samen tot één slagkrachtige, professionele, proactieve organisatie, met kennis van het Brusselse speelveld en uitgerust met een communicatiestrategie waarmee we de markt op kunnen om onze stakeholders te bespelen. Missie: het Vlaams hoger onderwijs in Brussel versterken – waarbij versterken zowel promoten, uitbouwen en zichtbaar maken inhoudt. De fusie wordt gerealiseerd in de eerste jaarhelft van 2011, waarbij een nieuw beleidsplan en een nieuwe beheersovereenkomst met de overheid wordt gesloten.”

De precaire financiële situatie van Quartier Latin indachtig, wordt het uitkijken naar hoe die nieuwe vzw zijn focus gaat vestigen op mobiliteit en studentenhuisvesting, en in welke mate de middelen over de twee beleidsdomeinen verdeeld zullen worden. In ieder geval, het relanceplan van Quartier Latin poogt de scheve situatie weliswaar recht te trekken, QLB is nog verre van gezond.

Lees hier de reacties op bovenstaand artikel.

0 Comment