Door Flor Van der Eycken
Vlaanderen houdt van martelaars. De fascinatie met Bart Wellens, Yves Leterme en andere folkloristische figuren spreekt in dat opzicht boekdelen. De Wever is tegenwoordig uiteraard de martelaar-du-jour, de dappere ploeteraar die moedig blijft opboksen tegen de koppige Franstaligen. Vlaanderen ziet het en smult. Martelaars met zin voor melodrama en fotogenieke kindjes spelen nog op een ander niveau. En zo zijn we bij Marie-Rose Morel gekomen.
Het waren groteske taferelen die dit weekend uitgesmeerd werden in de nieuwsuitzendingen en op de voorpagina’s van de krantenwebsites. Een met leeuwenvlag bedekte doodskist, een de tranen wegslikkende Bart De Wever, een adorerende massa kerkgangers. Even leek het erop dat God de Vader zelf zou langskomen om zijn steun voor de splitsing van B-H-V te komen uitdrukken.
In een dergelijke context wordt iedere uitspraak die niet in schrijven valt in de nascente hagiografie van de Heilige Marie-Rose van Antwerpen plots gepercipieerd als “zwaar over de schreef.” Zo geschiedde het met een artikeltje dat op de website van de RTBF verscheen, waarin een journaliste zich verwonderde over het feit dat een extreem-rechtse xenofobe als Morel tegenwoordig blijkbaar tamelijk dicht bij de norm aan zit in Vlaanderen en op de aanwezigheid van ‘mainstream‘-figuren als de reeds genoemde De Wever alsook Leo Delcroix kan rekenen. Het is een terechte vaststelling, en zet opnieuw in vraag in welke mate het aanvaardbaar is dat de media BDW behandelt als een normale politicus, maar in de inhoud van de boodschap was niemand geïnteresseerd. Morel is dood dus moet er gehuild worden. Haar schadelijke gedachtegoed is van geen tel meer: een franskiljon die er om maalt.
Sterven in het openbaar is een legitieme keuze die Morel duidelijk gemaakt heeft. Dat valt haar niet kwalijk te nemen: indien de brede uitsmering van haar dood, met boekcontract en column in Het Laatste Nieuws er bij, haar enige troost heeft geboden in haar laatste maanden kunnen we dat enkel schitterend vinden. Men mag echter niet verwachten dat haar persoon, laat staan haar wereldbeeld om deze reden plots compleet immuun tegen ieder halfhartig spoor van kritiek zou kunnen worden.
Iedereen heeft recht op privacy, zeker in de dood. Een begrafenis als massaspektakel is echter een duidelijke keuze voor een afscheid in de publieke sfeer. Overigens lijkt het niet vergezocht te poneren dat Morel dankbaar zou geweest zijn om iedere controverse omtrent haar afscheidsplechtigheid: van haar verkiezing tot Miss Aardbei in 1993 tot haar dood vorige week is haar hele leven er op gericht geweest de spotlichten op zichzelf te richten. Als daardoor de rechten van iedereen die afwijkt van de blanke Vlaamse norm moesten sneuvelen of de reputaties van collega’s moesten vertrappeld worden, dan was dat maar zo. Als er maar een publiek voor is. En voor communautair geladen melodrama is er àltijd een publiek.
Natuurlijk is Morels dood op jonge leeftijd een tragedie op persoonlijk niveau. Maar wat zij en haar voormalige partijgenoten hebben aangericht in Vlaanderen is dat nog veel meer, op maatschappelijk niveau. Morel was waarschijnlijk meer bewogen door narcisme dan xenofobie in vergelijking met de meeste van haar medestaanders, maar dat maakt de gevolgen er niet minder om. Bloemen noch kransen.
0 Comment