No Government, great country: was dit wel de bedoeling?

Met meer dan twintigduizend ingetekenden op de Facebookpagina van de betoging ‘No government, great country’ is de mars door Brussel totaal uit zijn voegen gebarsten. Wat begon als een van de vele ludieke acties, als een speldenprik na de dubbele neen van CD&V en N-VA aan het adres van Johan Vande Lanotte en zijn nota (althans, in de staat waarin die zich toen bevond), is thans uitgegroeid tot een veelbesproken massa-evenement. Ongetwijfeld hadden de organisatoren dit niet verwacht. De laat aangevraagde vergunning om effectief te betogen is daar een indicatie van.

Het basisidee is dat de betoging niet politiek gekleurd is en dat iedereen opgeroepen wordt om, over de partijgrenzen heen, zijn burgerzin te doen spreken: geef ons eindelijk die regering! Nog nooit is een, zij het toekomstige, regering zo populair geweest. Helemaal paradoxaal wordt het wanneer die langverwachte, als een messias onthaalde regering er komt: grote besparingsplannen indachtig zal die snel aan populariteit inboeten. En ook weer mensen op straat brengen, of wat had u gedacht? Let wel: dan wel degelijk tegen de regering. En wie weet zullen net dezelfde mensen meestappen die op die zondagmiddag in januari nog op straat waren gekomen voor diezelfde ‘zakkenvullers’ van enkele maanden later. Het kan verkeren, doch dit terzijde.

Critici stellen zich de vraag wat het ware gelaat van de betoging is. Misschien moet die roep om een tastbaar voorwerp helemaal niet zo wijd weergalmen. Immers, zelfs de duidelijkste betogingen kampen met ongewenste neveneffecten. Zo ontaardt een betoging pro-Palestina vaak in anti-Israël en vice versa, of ontluikt er een tegenbetoging. Dat is nu eenmaal het lot van zo’n manifestatie: het brengt mensen met ideeën en overtuigingen op straat, wakkert het debat aan en zolang alles geweldloos verloopt, is er plaats voor communicerende vaten.

Maar toch. Dat de initiatiefnemers van ‘No government, great country’ hun geesteskind niet met enige politieke strekking of partijkleur willen opzadelen – buiten maagdelijk wit – is nobel; maar daar is dan ook alles mee gezegd. Nobele ridders sterven meestal eerst. Een protestactie is toch wel gebaat bij een voorwerp waarmee de demonstranten zich identificeren. Het draait immers niet om de intentie die de actie voorafgaat, maar wel om de effecten die de mars teweegbrengt. En door de doelgroep zo breed mogelijk te houden en tegelijk zo ambigu, weet geen mens waar de betoging gaat eindigen. Echter, of hij nu pro-Belgisch of antiflamingantisch wordt, politiek neutraal wordt hij alleszins niet. Pro-V-partijen evenmin.

Tegen de borst stuitend was pas de aflevering van Reyers Laat van 11 januari. ‘No government, great country’ was toen groot nieuws in alle media. Via Facebook had de jeugd “eindelijk zijn stem laten horen”. Wat begon met twee en later drie Facebook-initiatiefnemers van de VUB, waren er na 11 januari plots vier, toen Felix De Clercq het rijtje vervoegd had. Daar zat hij dan, de zoon van CD&V-minister Stefaan De Clercq, schouderklopjes krijgend van Mark Eyskens, een andere CD&V-coryfee. Moet dat de man voorstellen die het jongerenprotest een gezicht gaat geven? Het maakte de actie er niet bepaald politiek neutraler op. En ook al was het CD&V die de nota-Vande Lanotte als eerste de wacht aan zei, toch mogen we niet vergeten dat de basis van de partij niet zodanig op de harde lijn is gestoeld als de Grote Vier (Peeters, Leterme, Vanackere en Beke). Dat getuigt ook de welwillendheid om mee te betogen van Jong CD&V, iets wat Peeters en co. waarschijnlijk liever niet hadden zien gebeuren.

De verontwaardiging die nu opduikt omtrent de slabakkende staatshervorming, is van zo’n kinderlijke onschuld dat hij bijna geloofwaardig wordt. De huidige situatie is een logisch gevolg van de verkiezingsuitslagen en -verwikkelingen van 2007 en opborrelende frustraties die daarvan aan de basis liggen. De ware schuldige is bijgevolg niet alleen de politicus, maar evenzeer de kiezer die de huidige protagonisten verkozen heeft. Ook de kiezers, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, hebben voor deze nietsontziende clash gekozen. En probeer dan maar eens partijoverstijgend te betogen.

Dat er nu zo snel mogelijk een regering moet komen, is evident. En dat mensen hun ongenoegen uiten door op straat te komen, is toe te juichen. Maar dit is echter geen ongenoegen, dit is halfslachtig pleiten voor vage termen als ‘een nieuwe politiek’, ‘zo snel mogelijk een regering’ en ‘verantwoordelijkheid’. Allemaal inhoudsloos gedonder, allemaal termen die politici net zo goed gebruiken. Een nieuwe politieke beweging zal hier dan ook zeker niet uit voortspruiten.

Nochtans bood dit momentum een uitgelezen mogelijkheid. Een unieke kans om Nederlands- en Franstalig België samen te brengen en de beide kampen aan de onderhandelingstafel tot de orde te roepen, door bijvoorbeeld samen een manifest op te stellen: vanwege verzamelde jongeren van België, gericht aan de politici. Het politiek discours kon eindelijk doorbroken worden. Klopt het wel, zoals André Decoster zich op 8 januari in De Standaard afvroeg, dat we een staatshervorming nodig hebben “om onze welvaart veilig te stellen”? Is een gesplitste personenbelasting wel echt een goed idee? Of zijn dat enkel trofeeën die politici trots aan hun achterban kunnen laten zien: “Kijk eens wat wij hebben binnengehaald!” Overigens zou ook Franstalig België zich best eens in vraag stellen. Bijvoorbeeld de tweetalige diensten in Brussel in plaats van tweetalige ambtenaren: waar zal dat toe leiden?

Deze unieke kans om een dergelijk burgerinitiatief op touw zetten, om door te gaan op inhoud, hebben de initiatiefnemers laten liggen, en daar hebben de jongerenafdelingen van de grotere politieke partijen dankbaar gebruik van gemaakt. Gevolg: binnenkort ontwerpen zij een manifest. Op Jong-N-VA na, die afdeling stuurde zijn kat. Een zeldzame mogelijkheid tot communicatie tussen ‘apolitieke’ jongeren en politici, ging hier verloren.

Op 23 januari zal ik alvast meestappen, al is het enkel om te zien welke kant dit oncontroleerbaar vehikel uit zal stuiteren. Want dat is eigenlijk de enige vraag die nog beantwoord dient te worden, voordat dit plotse protest geklasseerd kan worden en de boze demonstranten terug naar huis kunnen. We kunnen er nu eenmaal weinig mee aanvangen. Mark Eyskens heeft gelijk als hij zegt dat zo’n betoging goed zou zijn voor zijn gezondheid. Oftewel: een gezondheidswandeling.

Het maagdelijk wit is al lang bezoedeld en besmeurd. Het wordt uitkijken naar wie er wint.

0 Comment