Door Kenneth Pontzeele
Het nieuws van morgen, eindelijk vandaag. Cafébazen rond de VUB-campus betitelen de examens als “nog erger dan een slechte zomer voor de horeca aan de Belgische kust”, bij Vlaams Belang gaat men echt – echt! – niet meer lachen met elkaars kanker en de Moeialhoofdredacteur, ach ja, leest u zelf maar.
Geruchten over examens ontaarden in paniek
Met de eerste sneeuwvlokken viel recent ook de algehele moraal van de studentenpopulatie. Een eindejaarstsunami overspoelde de VUB-campus toen een eerstejaarsstudent, met een naïviteit waarvan de scherpe kantjes duidelijk nog niet afgespoeld waren, zich achteloos informeerde bij een collega over “hoeveel weken les er eigenlijk nog waren.” Voor erger voorkomen kon worden, verspreidde het gevreesde antwoord zich dan ook over bijna de hele campus, paniekzaaiend onder een onschuldige bevolking die zichzelf nog wéken had kunnen wijsmaken dat het eerste semester ochgod twee maanden bezig was.
“Het is natuurlijk een ongeschreven regel dat men over examens zwijgt tot ze echt niet meer te ontkennen zijn, rond kerstmis of zo, of wanneer je een aula binnenstapt en er niemand anders meer opdaagt, zoiets”, getuigde een ernstig verontruste ancien. Nu de geest uit de fles is, probeert iedereen er krampachtig het beste van te maken. De lange rijen aan de VUBtiek zijn helemaal terug, dit seizoen voornamelijk bevolkt door oudere studenten die enkele weken geleden nog wel een week konden wachten met dat boek; de bib begint traagjes terug vol te stromen met ondervoede en overgecafeïneerde studenten en avonden beginnen en eindigen met een variatie van het oh zo vertrouwde mantra: “Dit is de voorlaatste, want morgen moet ik écht beginnen studeren. Echt.” Erger nog: deze crisis heeft, het kan u misschien verbazen, ook gevolgen die reiken tot buiten de campus: “Deze voorbarige paniekzaaierij is niet alleen slecht voor de studenten, ook de lokale middenstand heeft in tijden van crisis geen nood aan een sterk verminderd, laat staan nuchter cliënteel!”, noteerde deze redacteur tijdens recent ondernomen veldwerk. Vergeet u in deze donkere tijden dus door de boeken uw cafébaas niet.
Bezige bijen bij rechts
In een verrassende persmededeling gaf voorzitter Bruno Valkeniers toelichting bij de nieuwe standaarden die hij verwacht van toekomstige leden en werknemers van zijn partij. Als gevolg van de recente mediastorm rondom meneer Debie wil die namelijk dat mensen die in de toekomst de partij vertegenwoordigen, “op z’n minst niet lachen met, of enige vreugde tonen over elkaars terminale ziektes.” Beschaamd door dit schandaal is dit natuurlijk een logisch verbod, maar er is meer: vanaf nu is er ook een strikte limiet op het aantal misdaden dat men als personeelslid op zijn conto mag hebben. Gevraagd naar hoeveel misdaden teveel zouden zijn, antwoordde Valkeniers: “Ach ach, we gaan natuurlijk niet iedereen buitensmijten die eens wat leden van een allochtoon gezin heeft gefolterd of de holocaust een beetje heeft ontkend. Maar trop zal trop zijn! En heb ik al gezegd dat we echt niet meer gaan lachen met mekaars kanker?”
Verder blaasde verenigd extreem-rechts afgelopen weekend verzamelen op een herbronningsconferentie in de parochiezaal van Opgrimbie. Op deze topbijeenkomst van Vlaamsche rechtse organisaties genaamd Wat na de 68’ers?, stelde de fine fleur van de rechterzijde zich de vraag wie, nu de zo verguisde soixantehuitards de pensioenleeftijd bijna in de ogen kijken, het autochtone schrikbeeld van een collaborerende vijfde colonne moet zijn voor een volgende generatie. “Wie moet ik er binnenkort van beschuldigen dat mijn kleinzoon op school multiKULturele troep te verwerken krijgt? Weet ge wel hoelang ’68 al geleden is, meneer? Ik was zelf mor 8 in ’68, meneer!”, zei een grijzende bezoeker met een Antwerpse tongval, waarna een vermakelijk rijmpje volgde over linkse knaagdieren en hun matten.
Rechtzetting/correcties: “De Standaard doet dat ook”
De redactie van het verguisde en in sommige kringen beruchte studentenmagazine De Moeial – die mij nota bene elke maand dronken voert en mij daarna voor een toetsenbord dumpt, om met het resultaat het algehele niveau toch min of meer omhoog te krikken – zag zich deze maand weer genoodzaakt om zich te verontschuldigen voor “slordig werk van de eindredactie”, waardoor sommige zinnen abrupt eindigden, de naam van een auteur die anoniem wou blijven (begrijpelijk de auteur van het artikel Waarom ik het bad deel met Siegfried Bracke) toch met naam, toenaam en adres verscheen en de vorige Amerikaanse presidentsverkiezingen gewonnen werden door “Borak Aboma.”
Ook de edele regels der Nederlandse grammatica moesten het gewoontegetrouw bekopen, als we er niet van uit gaan dat de Moeial stiekem in het Afrikaans geschreven wordt. Gevraagd naar een reactie reageerde een gepikeerde hoofdredacteur N. Bovin: “En dan? De Standaard doet dat ook. En zelfs op dagelijkse basis!”, waarna uw redacteur alweer hardhandig een halve liter Cara Pils in de handen en een bureaustoel onder de kont geduwd kreeg.
0 Comment