Een toekomst voor ibogaïne?

Tabernatha iboga

In de loop van het bestaan van de Moeial zijn er al een heleboel artikels verschenen over drugs. Deze artikels zorgden bij verschijnen vaak voor de nodige ophef en kritiek. Een veel gehoord punt van kritiek gaat over de maatschappelijke relevantie van zulke artikels. De schrijfsels over drugs zouden weinig maatschappelijke relevantie hebben en mensen enkel aanzetten tot druggebruik. Dit artikel heeft niet de bedoeling op deze discussie in te gaan, maar ik hoop indirect toch te bewijzen dat schrijven, lezen en leren over drugs maatschappelijk zeer relevant kan zijn.

Op 23 en 24 oktober jongstleden trokken twee van uw geliefde Moeialredactieleden naar de Universiteit van Amsterdam om aldaar de Mind Altering Science Conference bij te wonen, een wetenschappelijke conferentie over onderzoek naar verschillende geestverruimende drugs zoals LSD, psylocibine, MDMA (het werkzame bestanddeel in extacy), ayahuasca, ibogaïne, etc. Het was deze laatste drug, namelijk Ibogaïne, die mijn aandacht het meeste trok. Ibogäine is een hallucinogeen dat uit de wortel van de plant Tabernanthe Iboga en enkele andere tropische planten wordt gewonnen. Het heeft in tribale stammen vaak een functie in ceremonies en religieuze rituelen. Eenmaal toegediend bindt de ibogaïne, die wordt omgezet in noribogaïne, met verschillende receptoren en veroorzaakt het onder meer droomachtige hallucinaties.

Na een ibogatrip, die wel 24 uur kan duren, heeft het lichaam veel slaap nodig om weer bij te komen. Tijdens de Mind Altering Science Conference sprak onder andere Dr. Anwar Jeewa over ibogaïne en het gebruik ervan in de behandeling tegen drugsverslaving. Hij heeft zelf een afkickkliniek in Zuid-Afrika waar hij verslaafde patiënten behandelt met behulp van ibogaïne. Want wat is namelijk een neveneffect van ibogaïne? Na een ibogatrip heeft de gebruiker geen last meer van afkickverschijnselen en voor een periode van ongeveer drie maanden geen sterke behoefte meer aan drugs. De ibogaïne zelf is niet verslavend en hoeft meestal niet vaker dan twee of drie keer gebruikt te worden.

Het gebruik van iboga tijdens het afkickproces kan een grote omslag betekenen in de manier waarop we drugsverslavingen behandelen. Vaak moeten patiënten nu eerst een aantal dagen detoxen, ze mogen dus geen drugs meer gebruiken waardoor het lichaam als het ware een schok krijgt en waar je dus ook ziek van wordt. Dit fenomeen staat bekend als cold turkey en is heel vervelend. De drang om te gebruiken wordt door extreme afkickverschijnselen alleen maar erger, wat het afkicken des te moeilijker maakt. Ibogaïne zorgt ervoor dat cold turkey tot het verleden behoort en vergemakkelijkt het afkickproces aanzienlijk.

Bovendien neemt het ook de drang naar drugs voor een periode van ongeveer drie maanden weg. Deze drie maanden zijn voor iemand die afkickt cruciaal omdat dit de periode is waarin mensen het vaakst hervallen. Opnieuw biedt een behandeling met iboga hier het voordeel dat de terugvalkans vermindert en mensen meer kans maken om langer clean te blijven.

Waarom wordt ibogabehandeling dan zo weinig toegepast en is het zelfs illegaal in België, wanneer het zoveel voordelen biedt? Nu, het moet gezegd worden dat het gebruik van iboga niet zonder risico is. Voor mensen met een zwak hart, hoge bloeddruk of een lever- of nieraandoening is het (levens)gevaarlijk om ibogaïne te gebruiken. Maar dat is geen reden om het te bannen. Sterker nog, dit is juist de reden waarom iboga uit het ondergrondse milieu moet worden gehaald en geïntroduceerd moet worden bij de legale afkickcentra. Daar kan er dan een grondige medische screening plaatsvinden en is er getrainde en professionele medische begeleiding aanwezig voor het geval er iets mis zou gaan.

Een andere reden waarom iboga nauwelijks wordt gebruikt is door het stigma dat nog altijd op psychedelica ligt. Hallucinogenen zijn voor veel mensen enge illegale/criminele middelen waar je ’dingen van gaat zien’ en de verhalen/mythen over mensen die trippend uit het raam springen doen de reputatie van alle psychedelica geen goed. Het is natuurlijk de vraag of dit stigma terecht is. Desondanks denk ik dat een stigma, terecht of niet, medische zorg niet mag verhinderen.

Alleen omdat hallucinogenen als illegaal gelabeld worden en met een scheef oog worden bekeken, betekent dat nog niet dat we daarom het medisch en therapeutisch potentieel kunnen of mogen negeren. Dat geldt overigens niet alleen voor ibogaïne maar ook voor andere psychedelica die hun medisch nut bewijzen in academisch onderzoek.

Dan is er eigenlijk nog maar een schrijnende reden waarom ibogaïne niet grootschalig onderzocht noch toegepast wordt: de farmaceutische industrie. Het zijn de grote medicijnenreuzen met veel kapitaal die onderzoek naar medicijnen kunnen financieren. Zo ontwikkelen ze voor u en mij het beste medicijn met de minste bijwerkingen. Dit doen ze ook voor mensen met verslavingen. Zo is er bijvoorbeeld methadon speciaal voor de arme heroïnejunk. Die hoeft dan geen geld meer te geven aan louche straatdealers maar kan bij de farmaceutische industrie zijn geld dumpen voor een vervangdrug. Want dat is wat methadon doet, de heroïneverslaving vervangen door een methadonverslaving.

Hoewel iboga je drang naar drugs wegneemt, je afkickverschijnselen tenietdoet en minder frequent gebruikt hoeft te worden is er een grote doorn in het oog van de farmaceutische bedrijven: geld. Want ibogaïne wordt zoals gezegd gewonnen uit een plant. En op planten kan geen patent worden aangevraagd. Iboga deelt zijn lot met dat van cannabis voor medisch gebruik. Want geen patent betekent geen winst. Het feit dat iboga dan ook nog eens zo weinig gebruikt hoeft te worden helpt de zaak niet veel verder. Want een drug die men vaker moet innemen, moet men ook vaker kopen en levert dus meer winst op. De farmaceutica kiezen dus voor het geld en niet voor de volksgezondheid.

Het is natuurlijk nog maar de vraag of dit ethisch gezien wel helemaal door de beugel kan. Ik denk van niet en hoop dat de overheid hierin een taak ziet om zelf onderzoek naar iboga en andere middelen die voor farmaceutische bedrijven gepasseerd worden te financieren. Door dergelijk onderzoek mogelijk te maken kiest een regering voor het welzijn van de burger. Het statuut ‘drug ‘ dat een of ander middel misschien heeft, hoeft zeker niet te betekenen dat het geen medicijn kan zijn. Want uiteindelijk zijn medicijnen ook drugs, alleen zijn dat dan drugs waar een bedrijf hopen geld aan verdient, terwijl datzelfde bedrijf weigert om een medicijn te onderzoeken en te ontwikkelen dat misschien wel beter en gezonder is voor patiënten.

Zolang de Moeial al bestaat, staan er zo nu en dan artikels in over drugs. Ik denk dat de schrijvers van deze artikels, net als ik, niet zozeer druggebruik onder studenten hebben willen promoten, maar wel mensen de positieve kanten ervan doen inzien. Ik hoop dat ik door dit artikel te schrijven een concreet voorbeeld heb gegeven over hoe ‘illegale drugs’ vaak veel meer potentieel hebben dan men denkt. Het lijkt mij dan ook niet meer dan logisch om ook naar deze substanties gedegen onderzoek te doen, op dezelfde manier dat er onderzoek gedaan wordt naar andere chemicaliën. Want dat is waar het op de VUB nog meer dan elders om gaat: vrij onderzoek. Ook naar drugs.

0 Comment