Tintinologist aan het woord

Nadim Damluji, 22 lentes jong en Amerikaan met roots in Irak en Libanon, heeft een academisch thema uitgekozen waar menig student met jaloerse ogen naar kan kijken: hij bestudeert Kuifje op het hoogste niveau. Om zijn vragen te beantwoorden, mag hij met de Thomas J. Watson Fellowship de halve wereld afreizen. In het bijzonder onderzoekt hij het racisme in de Kuifje-strips, maar ook de impact op de jongere generaties op de verschillende plekken die hij gaat bezoeken. Zijn stops zijn: Brussel, Caïro, India en China.

In Brussel heeft hij een bijzonder gevoel: dit waren de lijnen die Hergé immers tekende. “It’s the real thing. It’s eye-opening.” Nadim Damluji houdt van Kuifje, maar heeft wrange gevoelens rond Hergé. Hergé is bijzonder respectloos voor de niet-westerlingen die Kuifje tegenkomt, en dit blijkt allesbehalve onschuldig te zijn. Nadim is een kritische geest die ingaat tegen de tendensen om Kuifje te relativeren. De Moeial greep z’n kans om al zijn vragen op deze kenner los te laten: Kuifjes seksualiteit, specifieke stappen die je moet ondernemen om Tintinoloog te worden en de impact van dit jeugdidool.

d.M.: Wat is het verschil tussen de Amerikaanse en Europese stripcultuur?

Damluji: “Om dit verschil uit te leggen, gebruik ik meestal Superman en Kuifje. Er is een groot verschil tussen deze twee helden. De mainstream strips in de Verenigde Staten gaan over mensen met superkrachten. Ze werden gebeten door een spin of wat dan ook. Ze zitten niet in de ‘echte’ wereld, eerder een overdrijving hiervan. De lezers zijn ook erg verschillend, het publiek is eerder beperkt, al kent iedereen Superman of Batman, maar niemand zal een lievelingsuitgave hebben. Het publiek is voornamelijk mannelijk en lichtjes nerdy. Hier in Europa, als je Kuifje als voorbeeld neemt, zijn de personages eerder realistisch: ze leven in de echte wereld, zonder superkrachten, met minder fantasy. Jij en ik kunnen ook naar Congo gaan. Het publiek is veel breder, jong en oud. Iedereen in België zal een favoriete Kuifjestrip hebben.”

Wanneer trad je voor het eerst in contact met Kuifje?

Ik was acht en leefde destijds in Beiroet. Een vriend had de volledige collectie van Kuifje, in het Frans. Na school gingen we er in lezen en ik was er onmiddellijk zot van.

Waarom is Kuifje zo populair?

Ik denk omdat hij op een zekere manier een beetje ‘saai’ is, en dat bedoel ik niet als een belediging. Kuifje is zoals een wit blad waar iedereen zichzelf in kan lezen, bewust of onbewust. Kuifje reist veel en hij is niet echt een man van Europa, eerder van de wereld. Overal waar hij is geweest, voelen de mensen dat ze een klein beetje van hem bezitten.

Onlangs hadden we het nog over Kuifjes seksualiteit, bijzonder aseksueel. Wat denk jij daarvan?

Ach ja, dat hoort een beetje bij zijn imago, hij heeft ook geen familie. Eerlijk gezegd denk ik dat dit een van de non-issues is. Gezien hij ogenschijnlijk maar weinig verbanden heeft, geeft dit ook de kans om jezelf in hem te lezen. Misschien is dat zelfs een beetje de sleutel van zijn succes. Veel mensen dachten toen Hergé Kapitein Haddock introduceerde, dat Kuifje een minnaar had. Als je Hergé zijn biografie raadpleegt, zie je dat hij Kuifje waarschijnlijk al lang beu was, en dat hij wellicht een personage wilde toevoegen met een andere, norsere dimensie.

Met de jaren bleef hij dit doen, onder meer met mevrouw Castafiore, die mogelijk naar zijn ex-vrouw verwijst. Ik denk dat het eigenlijk niet zo veel uitmaakt, en dat Hergé dit helemaal niet zo bedoelde. Het interessante is wel dat er geen originele strips meer zijn uitgekomen sinds 1976 en dat er nog steeds over hem wordt gepraat. Jaarlijks komen er nog artikels over hem uit, en we zoeken nieuwe manieren om naar Kuifje te kijken, ook ik natuurlijk. Bij momenten denk ik dat we te veel in hem willen zien. Het zou geweldig interessant zijn als we zo’n subversief homoseksueel personage in hem konden vinden, maar ik denk dat het daar niet om gaat. Kuifje is meer een scoutsjongen, onschuldig, met waarden. Een liefdesaffaire zou hier helemaal afbreuk aan hebben gedaan. Hergé zou er te bang voor zijn geweest om dit beeld aan te passen.

Waar kwam het idee vandaan om Kuifje op een academisch niveau te gaan bestuderen?

Ik las Kuifje al lang en bleef voor ruime tijd mainstream strips lezen. Langzaamaan las ik ook meer independenttitels, zoals Blankets door Craig Thompson, Berlin door Jason Lutes, Palestine door Joe Sacco, Persepolis door Marjane Satrapi, Jimmy Corrigan: The Smartest Kid on Earth door Chris Ware, Asterios Polyp door David Mazzucchelli, Black Hole door Charles Burns en Scott Pilgrim door Bryan Lee O’Malley. Ik begon meer volwassen strips te lezen – of graphic novels, wat gewoon een idiote term is voor strips – die donkerder waren. Kuifje bleef echter wel mijn referentiepunt.

Ik ging politieke wetenschappen studeren in Whitman College in Walla Walla (Staat van Washington, nvdr.), en ik richtte mij op postkoloniale studies. Ik kwam in contact met het denkwerk van Edward Saïd en hij beïnvloedde mij erg veel. Het sprak mij erg aan hoe ‘Arabieren’, ‘Afrikanen’ en anderen in de media en literatuur geportretteerd werden. In 2008 was ik in Chicago aan het werken voor de Obamacampagne en tijdens een yard sale kocht ik een strip van Kuifje om deze op de terugweg naar huis te lezen. Toen ik dit las, keek ik er met heel andere ogen naar. Kuifje verloor zijn onschuld en zijn goedheid voor mij. Ik realiseerde mij dat deze strips mij hadden kunnen beïnvloeden in hoe ik naar andere mensen keek, zoals Indianen. It’s so racist!

Hergé nam eigenlijk alleen maar de tijd om zijn westerse personages uit te werken, alle anderen waren zo leeg of hadden slechts een punch line in petto. Voorbije zomer was ik in Beiroet, waar ik lokale striptekenaars ontmoette en daar smolten mijn ideeën samen. Er waren verschillende striptekenaars die een politieke boodschap trachtten voort te brengen, ook Kuifje is daar populair. Het gaat erom dat zij hetzelfde medium gebruiken waar Hergé zo invloedrijk in was en is, maar op hun manier. Deze mensen hanteren hetzelfde medium om juist een ander beeld van “de ander” te creëren.

Wat moeten we doen om Tintinologist te worden?

Het Thomas J. Watson Fellowship geeft ieder jaar veertig toelages voor onafhankelijk onderzoek. Ik was lang met het idee bezig, en voor lange tijd wist ik niet of het haalbaar was. Op een dag tikte ik ‘Kuifje’ op het internet in, er ging een hele wereld voor mij open. Ik ontdekte dat er overal ter wereld mensen zijn die zichzelf Tintinologist of Tintinophile noemen. Jaarlijks komen er boeken uit over Kuifje, zoals Kuifje en psychologie. Ik merkte op dat er niet veel mensen bezig waren met Kuifje en racisme, en ik diende mijn voorstel in. Hoewel het racistische element in Kuifje pijnlijk is voor mij, wilde ik Kuifje niet zomaar verwerpen. Vandaar kwam mijn vraag: hoe kan je Kuifje, die cultureel zo geliefd is, verzoenen met iets dat cultureel zeer verwerpelijk is, racisme? Met mijn beurs kan ik de wereld rondreizen om mijn onderzoek te volbrengen.

Damluji: “Voor mij, en ook voor een heleboel andere mensen, was en is Kuifje de eerste ontmoeting met de verschillende werelddelen.”

Vertel me wat meer over de reis die je te wachten staat: België, Egypte, India en China.

Hier in België heb ik voornamelijk gekeken naar hoe Europeanen met Kuifje omgaan, hem percipiëren en wat Kuifje zo bijzonder maakt. In de volgende plaatsen, waar Kuifje ook is geweest, wil ik meer naar de impact kijken op het ‘zelf’. In Caïro zal ik onder andere met de jeugd werken. Ik wil kijken hoe zij omgaan met het beeld dat naar voren wordt geschoven door Hergé van afzetters, moordenaars of heethoofdige Arabieren. Ik wil ook naar hedendaagse stripcultuur kijken, hoe zij zich tegen Hergé verzetten. Welk soort van stripverhalen werd gecreëerd op de plekken waar Kuifje naartoe reisde? Aan het einde van de reis zal ik wellicht al mijn gesprekken bundelen. Tijdens de conferentie van de Fellowship zal ik moeten spreken. Welke vorm mijn onderzoek zal aannemen, weet ik nog niet.

Waarom ligt de academische wereld nog steeds wakker van Kuifje?

Er zijn verschillende soorten Kuifjekenners. Ik hou mij met het politieke aspect bezig. Velen werken samen met Moulinsart (organisatie van de erfgenamen van Hergé, nvdr.), die ook bezig zijn met enkele interessante projecten. Het wordt nu gerund door Hergés weduwe en haar echtgenoot, Rodwell. Ook ik heb hen gecontacteerd, al was dit niet echt nuttig voor mij: gezien zij zo dicht bij het materiaal staan, zijn ze ook niet echt kritisch. Kuifje wordt ook nog steeds bestudeerd omdat er iets tweezijdig aan is. Zoveel mensen lezen het als kind, groeien er mee op en het is boeiend voor mij om het kritisch te analyseren. Academici zijn nog steeds erg geïnteresseerd in Kuifje omdat er zoveel in zit en er zo veel uit te halen valt. Na een tijd schreef Hergé zijn strips niet meer alleen voor kinderen, dus zit er meer in.

Op welke manier is het bestuderen van Kuifje relevant in een hedendaagse context? Welke impact wil je veroorzaken met je onderzoek?

We kijken naar Kuifje als een voorbeeld van kolonialisme, of binnen een koloniale context. Voor mij is Kuifje nog niet helemaal in vraag gesteld. Ik wil het niet op een ondankbare manier doen of hem verbannen van de boekenplanken (hiermee verwijst Damluji naar Mbutu Dieudonné, die Kuifje in Afrika uit de boekenwinkels wilde bannen omwille van racisme, nvdr.). Ik denk niet dat dat productief is. Wat beter werkt, is als we kijken naar wat Kuifje zegt en waarom het belangrijk is wat hij zegt. Voor mij, en ook voor een heleboel andere mensen, was en is Kuifje de eerste ontmoeting met de verschillende werelddelen. Mensen krijgen een beeld van de verschillende landen die Kuifje bezoekt. Dat wordt onvoldoende in vraag gesteld en dat is in mijn ogen problematisch.

Hergé zelf, bijvoorbeeld, verliet België nauwelijks tot hij een mentale inzinking had toen hij rond de vijftig was. Hij creëerde erg sterke beelden van de wereld zonder België te verlaten. Dat is erg gevaarlijk, want je beïnvloedt de manier waarop mensen naar de wereld kijken. Vaak worden strips als onbelangrijk gezien. Echter, als je naar het aantal mensen kijkt dat Kuifje en Kim van Rudyard Kipling (een omstreden en erg clichématige roman, nvdr.) heeft gelezen, geeft dat wel wat aan. Strips zijn daarenboven meer rechtstreeks, de tekeningen alleen spreken boekdelen. Arabieren of Joden in Kuifje worden zeer stereotiep afgebeeld. Wat ik hoop te bereiken met mijn onderzoek is om Kuifje uit te dagen en mensen hierover te doen nadenken.

Mensen staan hier, in België, vaak niet kritisch tegenover Kuifje, zoals je zei. Men wil er liever exotisme dan racisme in zien.

Ik verwachtte wel een aantal gesprekken hier in Brussel, maar die liepen volledig anders. Meer mensen verdedigen hem dan ik verwacht had. Neem nu het geval met het album Kuifje in Afrika. Over het proces werd vaak gezegd: dit is belachelijk. Door het proces is dit echter wel het meest verkochte album, zijlings vermeld. De mensen die ik hier sprak zeggen vaak dat het wel racistisch is, maar dat het in zijn tijdsgeest bekeken moet worden. Ik wil ook niet choqueren, maar ik denk wel dat mensen hem meer in vraag moeten stellen. Ik zeg niet dat Kuifje zelf racistisch is, maar Hergé wel, zeker hoe hij mensen portretteerde.

Het beste voorbeeld zijn de eerste zes albums, die kwamen in zwart-wit uit. Na de oorlog vroeg zijn uitgever, Casterman, om deze te heruitgeven en te bewerken. Hier deed hij verschillende jaren over. Alle personages die er overdreven joods of zwart uitzagen, werden door Arabieren vervangen. Het interessante is dat hij zelf niet scheen te begrijpen waarom dit gebeurde. Meestal beweert men dat Kuifje slechts racistisch is in Congo, maar de voorbeelden kun je overal vinden. Het is boeiend om te kijken naar wat Hergé zelf aanvoelde om te veranderen. Hij voelde wel aan dat de stereotiepe wijze van het afbeelden van Afrikanen anders moest, maar zelf had hij dan weer niets tegen sombrero-latino’s of Arabieren. Dan heb je natuurlijk ook de al dan niet vermoedelijke banden van Hergé met de collaboratie, maar dat is een ander verhaal.

Favoriet personage?

Haddock!

Favoriete strip?

Kuifje in Tibet! Hergé had pas zijn mentale inzinking gehad. Hij ging voor het eerst reizen, naar Frankrijk, onder meer voor psychiatrische hulp. Het is een weergave van die periode. Dit is voor mij het meest complexe Kuifje-album. Ook in de kleuren: neem bijvoorbeeld de erg lichte, witte panelen (wijst naar een van de panelen van het vliegtuigwrak). Hij sprak er zelf over dat hij zijn hoofd aan het zuiveren was. Dit is Kuifje op een ander niveau, dynamischer. Zo iconisch: de yeti.

Je komt er ook een van de weinige niet-westerse personages tegen die enige diepgang heeft: Tharkey, de berggids.

Inderdaad. Dit album is menselijker. Neem de yeti, het is niet meer het afgrijselijke aap-monster zoals in De zwarte rotsen, maar hij krijgt een menselijk kantje. De Yeti is complexer, op een manier die Hergé nooit had gecreëerd, hij is niet kwaadaardig. Het laatste beeld geeft dit goed weer.

Als je Hergé een vraag zou kunnen stellen, wat zou jij hem vragen?

Ik voel me in een bizarre manier in zijn schaduw. Ik woon om de hoek van waar hij gearresteerd werd (Sint-Gillisvoorplein, nvdr.). (Denkt bijzonder lang na, peinst, piekert, zucht en twijfelt) Ik heb vaak het gevoel dat hij Kuifje schreef en tekende omdat hij min of meer moest. Ik zou hem vragen: Do you actually like Tintin? (lacht)

Bedankt voor dit gesprek!

0 Comment