Je wordt ermee om de oren geslagen op elk evenement waar de Vlaamse Vereniging van Studenten acte de présence geeft. Het beleidsplan voor het huidig academiejaar – nog in de pijplijn – is ermee doorspekt, en ook op de opening van de twintigste European Student Convention liepen de monden over van Student Centered Learning. Het lijkt verdacht veel op een uit de Bologna-akkoorden verloren gelopen lege doos, maar toegegeven, achter de oppervlakte van SCL schuilt natuurlijk ook het lepe summa cum laude. Studentgericht leren, het zal wel zijn!
Die donderdag 14 oktober was de hoerastemming van de gezichten af te lezen, daar in één van de hallen van museum M in Leuven. En daar was reden voor: de twintigste European Student Convention stond op het punt geopend te worden, en maakt dat een stakeholder niet gelukkig? Officieuze bedoeling van deze happening was de persvoorstelling van de toolkit voor Student Centered Learning, en dat op voorspraak van VVS, Education International (EI) en de European Students’ Union (ESU).
Met de toolkit moeten de universiteiten aan de slag om eindelijk de student centraal te stellen. (Vanaf nu is het voor rectoren dus ook officieel not done om op academische openingen zomaar eventjes terloops de waarde van de student te vermelden.) Hoezo, zal u denken, is dat dan nog niet zo? Zo zwart-wit is het verhaal niet, volgens VVS. Met ‘centraal’ wordt de verhouding student-docent bedoeld. “Lessen waar studenten op de trappen moeten plaatsnemen omdat de aula’s te klein zijn, moeten tot het verleden gaan behoren”, aldus ESU-voorzitter Bert Vandenkendelaere. Dat wil dus zeggen: kleinere lesgroepen en meer interactie tussen de leerkracht en leerling om de al te brave Europese student eindelijk die o zo belangrijke assertiviteit in te lepelen. De redenering dat goed onderwijs vooral assertieve studenten moet voortbrengen, is dan niet ver weg. De vraag is of het Europees onderwijslandschap doel en middel dan niet verwart.
Maar vergis u niet, Student Centered Learning is geméénd. Het wordt een label, een waardemeter die in visitatiecommissies van onderwijsinstellingen zal verschijnen. Scores van 1 tot 10: hoe studentgericht vindt u uw universiteit? En uitgerekend de Katholieke Universiteit Leuven schijnt dat label al verdiend te hebben, althans volgens Vandenkendelaere. Zo zei hij in zijn speech dat Leuven niet alleen een prima gaststad is, maar ook dat “de KUL tot voorbeeld van velen kan strekken.” Uitgerekend Vlaanderens grootste universiteit met 30.000 studenten moet als voorbeeld dienen voor studentgericht leren. Qué?
En dat is geen bedenking die de KUL zich ter harte moet nemen, maar wel de bedenkers van zo’n amper meetbaar en bijgevolg willekeurig begrip. Want wanneer is een instelling studentgericht? Als de grote aula’s van 600 studenten opgedeeld zijn in 101 kleinere groepjes? Als de student zich centraal gesteld voelt? Het is een begrip dat rammelt langs alle kanten.
Want in een tijd dat de budgetten van de onderwijsinstellingen omgekeerd evenredig zijn aan het belang ervan, moeten de gevulde aula’s plaatsruimen voor kleine groepen, wie weet zelfs in klaslokalen. Afgezien van het feit dat universiteiten geen hogescholen zijn en hogescholen ook geen universiteiten, betekent dat ontegensprekelijk een veel grotere werkdruk voor het docerend personeel, dat nu al te kampen heeft met het Syndroom van Publish or Perish, ofwel: publiceren of creperen. Noch Vandenkendelaere, noch Monique Fouilhoux van Education International, noch Tom Demeyer van VVS konden voorspellen wat er met de werkdruk zou gebeuren. Ideeën opperen is goed, maar voordat ze gelanceerd worden, is het misschien beter om hen eerst te linken met hun gevolgen
Extra mankracht om les te geven dan maar? Niet alleen zijn er de al eerder aangehaalde budgettaire bedenkingen, ook is niet iedere deskundige gemaakt om te doceren. Gaat het tenslotte niet om de verrijking en de kennis van de student, en niet om zijn assertiviteit? Het is van het grootste belang dat de universiteiten niet verworden tot diplomafabrieken. Een omzetting van de term Student Centered Learning in de realiteit zou zo dus wel eens een ramp kunnen veroorzaken in Vlaanderen Onderwijsland.
En dan is er nog het gedweep met het Amerikaanse onderwijssysteem. Kwaliteitsonderwijs op Amerikaanse leest, met een maximum aan communicatie tussen docent en student: dát is kwaliteit! Die trend was eveneens te bespeuren op de opening van de European Student Convention en ook Paul De Grauwe, professor Internationale Economie aan de KUL, had er in een column in De Morgen de mond van vol. De Grauwe ging zelfs nog verder en stelde dat de onderwijsinstellingen best hun eigen keuzes zouden maken, in plaats van “een minister en zijn administratie in Brussel.” Neen, in de plaats moeten financieel onafhankelijke en – à la Harvard – bijzonder selectieve projecten uit de grond gestampt worden, voor de top één-procent van de studenten.
Ongetwijfeld zal dat een kweekvijver voor talent betekenen. Is de weg van de astronomisch hoge inschrijvingsgelden echter de weg die Vlaanderen en Europa zouden willen bewandelen – zij het gedempt door studiebeurzen? Want de tijd dat intellectuele bagage, studeren en geld aaneengeregen begrippen zijn, zouden we toch achter ons laten? Let wel, het idee van een elite-universiteit mag zeker niet zomaar afgeschoten worden, als het tenminste om de intellectuele elite gaat, en niet om de vermogende. In dat geval wordt een Europees project onvermijdbaar; alleen krijgt Vlaanderen immers geen eliteschool uit de grond gestampt zonder de al eerder vermelde hoge inschrijvingsgelden.
De Grauwes column heeft wel degelijk uitstaans met Student Centered Learning: “De top tien beste Amerikaanse universiteiten (Harvard, Yale, Princeton, Chicago, Stanford en dergelijke) tellen gemiddeld 17.000 studenten. De Vlaamse overheid samen met de rectoren vinden echter dat de Vlaamse universiteiten nog te klein zijn. Er zijn nu opnieuw plannen om door verdere consolidatie de universiteiten nog groter te maken”, aldus De Grauwe. En zo bereiken we het knelpunt van Student Centered Learning: het ontkent het hedendaagse massaonderwijs.
Er is niets mis met tot de nok gevulde aula’s. Hen bannen is als tegen 1,2 miljard Chinezen zeggen dat ze niet in groepen van groter dan vier over straat mogen lopen: praktisch niet haalbaar. In plaats daarvan is het beter om heel die assertiviteitspoespas te laten rusten en een gezond evenwicht te vinden tussen hoorcolleges in grote aula’s en toepassingen ervan in kleinere groepen. En voor wie assertiviteit primeert op kennis, kan altijd eens een paar dagen Nederland overwegen.
0 Comment