De kerk van wantrouwen

Door Piet Van de Velde

Povere studenten en academisch personeel. Terwijl u allen genoot van het zomerreces, al dan niet afgewisseld met nog wat universitaire inspanningen, blies er een wind van angst door de Kerk en Vlaanderen. De goddeloze zielen van het parket van Brussel hadden respectloos een heuse aanval ingezet op de Kerk. Op het nieuws, van zowel de Vlaamse staatsomroep als die van de Vlaamse commerciële zenders, waren er de onthutsende beelden van het gegooi met dozen vol vertrouwelijke dossiers van de Kerk. De respectloze secularisten hadden hun slag thuis gehaald. Ze wreven geniepig in de handjes.

Trials & tribulations

Gelukkig werd het recht toegepast door de procureur-generaal en besloot de Kamer van Inbeschuldigingstelling in haar arrest dat dergelijke schaamteloze operaties niet door de juridische beugel konden. Het kwaad was echter al geschied. De commissie-Adriaenssens had zichzelf al ontbonden en de onderzoeksrechter wou de inhoud van het arrest niet vrijgeven. Een weinig later kwamen er onaangename details vrij in De Standaard over de rol van oud-aartsbisschop Danneels in de zaak rond de Brugse bisschop en zijn ‘neefje’. Bij overmaat van ramp begonnen kwaliteitsbladen als Tertio en Kerk & Leven zich langzaam vragen te stellen bij de gang van zaken in de Kerk.

De toorn van minister-bisschop van Justitie De Clerck kon niet uitblijven. De Kerk mag je niet zo maar aanvallen. Nee, in wat voor een samenleving zouden we dan zitten? Om het met een Latijns adagium te zeggen, want dat is populair geworden dankzij woestijnvisproduct Bart de Wever, dura lex, sed lex. Een ander woestijnvisproduct, Rik Torfs, kwam wat scherper uit de hoek. Hij vond het niet kunnen dat de pedofiele oud-bisschop nog lid uitmaakte van de clerus in West-Vleteren. Zijn zorgen zijn begrijpelijk. Elk dag geconfronteerd worden met de vragen een blonde van 8? of een bruine van 12? Zo’n tantaluskwelling zou je je grootste vijand niet willen lappen.

Quo vadis?

Hoe het nu verder moet met de Kerk is voor velen een raadsel, maar misschien minder voor het CD&V-bestuur. Het spijtige aan deze zaak is dat een aantal feiten door elkaar zijn gehaald. Het meest in het oog springende feit, is dat misbruik binnen de Kerk zeer lang – oogluikend – getolereerd werd. De feiten waarmee de commissie-Adriaenssens uitpakte, zorgden voor een kleine schokgolf doorheen katholiek Vlaanderen.

Een eerste kanttekening moet gemaakt worden omtrent het tijdstip van deze revelatie. Van de honderden – of eerder duizenden – dossiers, bleek dat bijna elke instelling die gekoppeld was aan de Kerk zijn schatplichtige pedofiel had. De vraag is nu waarom er zo laat aan de alarmbel is getrokken. De meeste misdrijven zijn al verjaard en hebben dus weinig strafrechtelijke relevantie, voor daders novh voor slachtoffers. Het gevolg van deze verjaringen, is dat het strafrecht zijn publieke functie ook verliest. Hoe het zover is kunnen komen ligt net besloten in de origine van de commissie-Adriaenssens.

Door een commissie op te richting binnen een ‘privaat’ orgaan, een commissie die zich voornamelijk bezighoudt met zedenmisdrijven, krijg je de eerste stappen in de richting van een zelfinrichting van het recht. De commissie heeft zich zelf het prerogatief toegekend dat het mag oordelen naar inzicht van de feiten, in plaats van deze bevoegdheid aan een beroepsrechter over te laten. Het oprichten hiervan gebeurde, en de bedding ervan ligt in de schoot van de Kerk. Zo werd de verdachte ineens ook rechter, die moest oordelen over zijn eigen beschuldigingen. De positie van Danneels in dit hele dossier moet dan ook niet zo voor zoveel opschudding zorgen. Het is jarenlang toegelaten. De changement de decors is het enige dat hier wezenlijk veranderd is. Er is dus nood aan een pleidooi om een commissie op te richten los van de kerk, maar wel met de nodige psychische bijstand.

De tweede kanttekening betreft het CD&V-bestuur. Zoals eerder gebleken hebben de Vlaamse Christendemocraten een probleem met de beginselen van de moderne rechtstaat. Helaas voor de burger, is er wel een CD&V’er minister bevoegd voor Justitie. De scheiding tussen kerk en staat ligt nog te gevoelig, ook al zijn we de Franse Revolutie al meer dan tweehonderd jaar gepasseerd. De retoriek van de christendemocraten past, zeer zacht uitgedrukt, niet met de ernst van de situatie, die ze zo te zien niet kunnen inschatten. “Mensenlevens zijn belangrijk voor ons, maar het is verkeerd om te stigmatiseren.” Soms geeft de partij, en de minister De Clerck op kop, het gevoel alsof de slachtoffers verantwoordelijk zijn voor de gevallen van misbruik binnen de Kerk. Hij blijft de soevereiniteit van de kerk verdedigen om zelf haar oordeel te vellen over deze misdrijven.

Dit is niet het stigmatiseren van een religie, niet enkel een wijzen op haar zwaktes, maar vooral een signaal aan zij die dachten dat er daadwerkelijk een depacificatie-democratie ingezet was tijdens de jaren ’90. De zuilen, ze bestaan nog.

0 Comment