Het was zeker niet de eerste keer dat een redactielid een café binnenwandelde, maar dit café was een artikel waard. In de voorruit van Goupil Le Fol staan vier lampen, enkele schilderijen, een religieus beeldje, een saxofoon. Het lijkt meer een tweedehandswinkel dan een café, buiten en binnen. Ik was al vaak voorbij de plek gelopen, maar op een jolige en impulsieve avond deed ik de deuren eens open en wandelde zowaar het paradijs binnen. Ja, zoek niet verder, het ligt gewoon in de Rue de la Violette, hier in Brussel! Dit geef ik u ook nog mee: de uitbater is de duivel – ach ja, Abel durft al eens nors uit de hoek te komen.
De muziek kraakt er bij momenten, er kunnen in de prehistorische jukebox alleen maar zoveel-inch-platen gedraaid worden. En alleen maar chanson française. Brel en Piaf zijn nog steeds in, maar ook andere grootheden mogen nog eens zingen zoals Brassens en Gainsbourg. De muren en het plafond hangen zo vol met boeken, oude platen, affiches, vergeelde papieren, beelden, poppen, schilderijen van naakte vrouwen en hebbedingetjes, dat je er eigenlijk gewoon kan gaan zitten, kijken en blijven kijken.
De wirwar van verschillende kamertjes is gevuld met oude lederen zetels, waar, zo gaan de roddels, koppeltjes zich al eens durven laten gaan. Anders kan je er met het gemengde, veeleer jonge publiek gemakkelijk een praatje slaan bij eigenlijk niet zo schappelijke prijzen, maar eerlijk: de omgeving compenseert meer dan genoeg. De aanrader is een gewone blauwe Chimay, want op de kaart staan mierzoete wijncocktails – voor wie al eens zot durft te doen. Niet ver van Centraal, übergezellig, een schot in de roos bij een date; als je in dit café niet bent geweest, dan heb je Brussel eigenlijk niet gezien.
0 Comment