Door Piet Van de Velde
We spreken begin jaren noughties. Dubya was net voor de eerste maal tot president verkozen, Blair had zijn New Labour, Duitsland nog een Schröder en Frankrijk hield nog een beetje van Chirac. Het activisme begon langzaam terug op te bouwen, geïllustreerd door Göteborg en Genua. Lectuur van superbabes zoals Naomi Klein en Noreena Hertz waren the talk of the town. Enfin, links wou de term links niet meer gebruiken omdat deze benaming niet meer het hele gamma der bewegingen dekte. In de plaats kregen we de anti-globalisten, later ge-rebrand met het vriendelijker anders-globalisten. Gelukkig bleef de Franse kwaliteitskrant Le Monde Diplomatique de term anti-mondialisten wel gebruiken. Op een mooi septemberochtend kregen Atta en zijn vriendjes echter ineens het geniale idee om in torens te vliegen, en de lichten gingen uit. Het lijkt het moment om eens te analyseren waar links de mist is ingegaan, en tijd om het project te herdenken.
Where did we go wrong?
Net zoals na ’68, begon de contrareformatie zich onmiddellijk in te zetten. De eerste barsten waren al voldoende om de beweging uit elkaar te slaan. In de politiek werd er direct op gereageerd met simpele slogans: “Bij mij zijt ge veilig” en “Change, Yes We Can” … zoek zelf de gelijkenis met respectievelijk Wim Helsen en de beginmelodie van het kinderprogramma Bob De Bouwer. Hoe is het zo ver kunnen komen? Eerst hadden we schrik van de vreemdeling op de straat en later kortstondig van de economische wereld. Hoe lossen we dat op?
We zijn verslaafd geraakt aan angst, de olie voor de motor van de vrije markt en conservatisme. Ik hoor de historici onder ons al zeggen: “Dat is niet echt een nieuwe techniek.” Bij de uitvinders van het idee om de bevolking in een greep van angst te houden zijn de Duitse grappenmakkers; de Nazi’s. Tijdens de koude oorlog gebruikten zowel de V.S. als de Sovjet Unie ook gelijkaardige technieken. Hier in West- Europa maakten we kennis met het Gladionetwerk. Een netwerk dat initieel tot doel had om communistische ideeën en aspiraties de kop in te drukken. Het heeft in België tot 7 november 1990 geduurd eer een Guy Coëme, toenmalige minister van Defensie in de regering-Martens, tijdens een parlementaire zitting het bestaan van dit netwerk bevestigde. Het heeft dan verder nog tot 1995 geduurd toen de Commissie I haar bevindingen publiceerde en de secties (Service de documentation, de renseignments et d’action VII – Sectie training, communicatie en documentatie) van de staatsveiligheid ontbond omdat ze aan banditisme en het destabiliseren van de staat schuldig bevonden waren.
Angst alom, maar wel voor de vermeende terroristen en minder voor de realiteit. Kijk naar de recenter beelden in de media over Brussel. Dezelfde dag dat er in Halle een gewapende bankoverval werd gepleegd, vond de redactie van De Morgen het belangrijk om een bijna gevecht in Brussel bij de hoofdartikels op haar website te plaatsen. Gelukkig viel er een muur omver in Berlijn op het einde van de jaren ‘80 en moesten Gorbatsjov en zijn moedervlek de baan ruimen voor Jeltsin. Einde communisme, Fukuyama kreeg gelijk en de rational choice theory werd ‘santo subito’ verklaard!
De golden nineties kwamen er aan!
Nu goed, na 50 jaar een zeer dualistische strijd te voeren over de hele aardbol kreeg je twee concrete gevolgen. Een substantiële erfenis van een buitenlandse politiek van zowel de V.S.A. als haar bondgenoten aan de ene, als de aanname van alle theologische aspecten van het vrijemarktdenken aan de andere kant. Het legaat van de gevoerde politiek is het bewijs dat er nooit rekening gehouden wordt met de intrinsieke kenmerken van de lokale situatie. Zo werd Hamas een tijd lang gesteund door de CIA en Mossad. Dit om een interne machtsstrijd tegen de PLO van Yasser Arafat aan te moedigen. De inspiraties van laatstgenoemde waren immers veel te rood. De Amerikaanse steun aan de Taliban ten tijde van de Sovjetinvasie is ook een mooie parallel.
Maar niet enkel in het Midden-Oosten vertrouwden ze op deze techniek, in hun eigen achtertuin deden ze hetzelfde, net als in Afrika en Azië. De verklaring achter het succes van de Solidarnosc-beweging in Polen, die ook Amerikaanse steun kreeg, is ook ten dele toe te schrijven aan deze interventies. Deze beweging wordt te vaak eenvoudig bestempeld als het samenkomen van anti-Sovjet- en Katholieke krachten tegen het goddeloze, centralistische en tirannieke Sovjetbestuur. Nu even van dichterbij geanalyseerd, merk je dat het draagvlak van Solidarnosc groter is dan een paar anti-Sovjets en Katholieken. Het was een maatschappelijk verbond van intellectuelen, arbeiders en priesters (in de rol van bevrijdingstheologen, zoals ook vaker in Latijns-Amerika).
Het tweede deel van het legaat omvat het aanvaarden van de spelregels van de vrije markt als nieuwe theologie. De overwinning van het liberale gedachtegoed werd een godsdienst, en net zoals elke godsdienst is deze gebaseerd op dogma’s. Fukuyama werd een van de nieuwe evangelisten, wiens redenering op zijn minst als modernistisch kan omschreven worden. De vrije markt had gewonnen en de winnaars schrijven nog altijd de geschiedenis. Vrijheid werd gedefinieerd zoals Sir Isaiah Berlin deze had omschreven in zijn essay Two Concepts of Liberty. Positieve vrijheid is er een met een perverse bijklank. Het is de vrijheid die ontstaat wanneer de massa op straat komt en probeert een eigen samenleving te creëren. Deze lijkt echter gedoemd tot falen, waarbij de samenleving met producten in de grootorde van een Robespiere of een Lenin blijft zitten. Producten waar terreur en tirannie uit ontstaan. De oorzaak hiervan is dat de mens, om een betere samenleving te maken, ook een betere mens moet worden. Daarom was Isaiah Berlin voorstander van de negatieve vrijheid. Een veiliger vrijheid die macht wou terugdringen binnen een liberale visie van de vrijheid. De mensheid werd langzamerhand gereduceerd tot een aantal genotsmaximaliserende, haast krampachtige wezens met een geprojecteerd beeld van vrijheid.
Het was namelijk deze vorm van vrijheid die ons in staat zou stellen om te kopen wat we wilden en te doen wat we wilden … of niet?
De laatste wals en dan een plaatje van Bikini GRRLS With Machine Guns!
Toen er toch vragen werden gesteld bij zijne heiligheid ‘de vrije markt’ – vanaf de WTO-bijeenkomst in Seattle, over de protesten tegen de oorlog in Irak tot de recente huizencrisis – werden deze opmerkingen gedestabiliseerd door de woorden crisis en wij weten het beter. Het angstgevoel deed weer zijn intrede in de huiskamer: terroristen, economische malaise, enzovoort. De publieke acties waren overbodig, want als we braaf luisterden dan zou het allemaal weer in orde komen. Daarom dient er zich toch een tegenstem op te werpen. Feminisme is een handleiding hiertoe. Van Olympe de Gouges tijdens de Franse Revolutie via de suffragettes voor het stemrecht over De Beauvoir langs Susan Sontag tot heden ten dage. Feminisme is niet altijd een fluwelen revolutie geweest. De levensloop van Emma Goldman getuigt hier maar al te duidelijk van. Haar actieve rol binnen de beweging, als ook binnen andere sociale conflicten zoals de Spaanse Burgeroorlog, wijzen op de kracht van de positieve vrijheid. Dit omdat ze streeft naar zowel sociale als individuele zelfverbetering.
De eerste klap die feminisme heeft moeten incasseren, was het bankroet van de hippiebeweging. De tweede was de reducering van het economische gedachtegoed van de jaren negentig tot nu. De hippiebeweging was een belangrijke stap in de ontwikkeling van een tegencultuur, maar het was slechts een halve stap en een actie die spoedig ontaardde. De hippiebeweging is lovenswaardig in haar DIY-mentaliteit, maar heeft zichzelf verloren in het laissez faire-principe. Het vertekend beeld van de vrouwen die een beha verbranden, zijn niet het toonbeeld van feminisme. Het is een karikaturale afzwakking van een groter idee van emancipatie, maar een beeld dat blijft plakken. Zodus kwamen we tot de truc met de duif. Een eenduidig beeld in de plaats van het complex geheel, waardoor een beweging kan gemarginaliseerd worden. Met als gevolg dat we tegenwoordig tijdschriften en televisieseries hebben die voorschrijven wat een vrouw is. De tweede klap kwam er op een economische wijze. In de plaats van economische gelijkheid te kunnen garanderen door vrouwen eindelijk evenveel te laten verdienen als mannen, kwam men in de jaren negentig op het idee dat we hen meer keuze dienden te geven om te spenderen. Dan zijn vrouwen daar toch gelijk in. Van gelijke lonen geen sprake, maar van een overvloed van keuze wel.
Het andere nadeel waar Isaiah Berlin ons voor waarschuwde, is dat bij positieve vrijheid terreur en geweld hand in hand gaan. Zeker als je naar de nepprocessen kijkt van de Sovjet-Unie, die hij en zijn familie ontvluchtten tijdens de Russische Revolutie. Uiteindelijk vergeet hij dan zelf wel te kijken naar het Rosenberg-proces (Joods koppel veroordeeld tot de doodstraf wegens landverraad, onterecht zo bleek later) of elk ander politiek proces ten tijde van de heksenjacht van McCarthy.
Ook met betrekking tot het gebruik van geweld, is het plaatje niet louter zwart-wit. Om de huisfilosoof Jean-Paul Sartre even te citeren: “C’est une arme terrible, mais les opprimés pauvres n’en n’ont pas d’autre.” Of denkt u werkelijk dat de strijd voor gelijke rechten overal in de wereld zo gemakkelijk gaat? Als u kijkt naar de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd, het studentenprotest in 1968 of de strijd van the Black Panthers in Amerika? Uiteindelijk zijn er voorbeelden genoeg waarin geweld en onderdrukking zich afspelen in een schemerzone voorbij het goed en kwaad.
De trekker overhalen
De algemene tendens van de jaren negentig bleek dan ook een mars richting centrum door zowat elke partij. Omdat de hoger beschreven gedachtegangen niet meer in vraag gesteld werden, kreeg je als gevolg voor links dat het zelf kon rekenen op minder steun. Iets dat ze uiteindelijk aan zichzelf te danken hebben. Het anti-intellectuele klimaat waar we vandaag in vastzitten wordt ook gevoed door een linkse beweging die slaafs volgt in het discours van de negatieve vrijheid. Het gebrek aan strijdpunten en het gebrek aan een vruchtbare bodem voor nieuwe ideeën zijn causale factoren hieromtrent. De samenleving is nog altijd meer dan de optelsom van individuen en moet leren rekening houden met de meerwaarde van het individu in het collectief. Publieke acties zijn ook nu nog nodig, omdat we onszelf tot vrijheid moeten kunnen forceren. Verandering is mogelijk, maar die zal niet op een gouden blaadje gepresenteerd worden. We zullen zelf moeten investeren in deze veranderingen, anders zullen we eeuwig de status-quo blijven voeden.
0 Comment