Open brief aan Bart De Wever

Geachte heer De Wever,

De voorbije weken deden uw uitspraken en schrijfsels heel wat stof opwaaien in het medialandschap. Dat politici een loopje nemen met de realiteit hoeft niet te verbazen, maar u dreef het in deze discussies toch wel erg ver. Dat u zich als geschiedkundige de vrijheid toe-eigende om het historisch paneel wat te herschilderen, is uw goed recht, maar het verbaast toch dat u hierbij zo openlijk de pen van de politicus hanteerde. Het is begrijpelijk dat u zich aangevallen voelde door dhr. Torfs’ uitspraken omtrent het conservatisme. U heeft zich immers de laatste jaren opgeworpen als het lichtend boegbeeld van de conservatieve heropleving. Dat u zich vervolgens laat verleiden tot een ongefundeerd en ondoordacht discours over geschiedkunde en ideologie is echter een intelligent man onwaardig.

Uw uitspraken over het nationaalsocialisme zijn in de Standaard al van een uitgebreid wederwoord voorzien, toch wens ik hier nog enkele kanttekening bij te maken. Het valt op dat de totale maakbaarheid van de mens en de samenleving waarnaar u refereert, haaks staat op het door de NSDAP gehanteerde gedachtegoed. Het zal u niet ontgaan zijn dat hun discours bol stond van de referenties naar begrippen als ‘rassenhiërarchie’ en ‘volksaard’. Verder is het aandeel van de conservatieve vleugel van de Duitse politiek in de opmars van de NSDAP genoeg gedocumenteerd om uw gespeelde verbazing hieromtrent als revisionisme te catalogeren. De Deutschnationale Volkspartei zal u zich ongetwijfeld nog herinneren? Het nieuwe vehikel van Tom Cruise (Valkyre) over Von Stauffenberg verandert hier niets aan. De man blijft een aristocraat met autoritaire sympathieën, niet bepaald het uithangbord van de Vlaamseconservatieve beweging mijn inziens.

Al enkele jaren ageert u voor een herwaardering van het conservatieve gedachtegoed. Iets wat naar mijn mening lovenswaardig zou kunnen zijn, mocht u zich daarbij niet in een ongeloofwaardige slachtofferrol wentelen. Dat u geen voorstander bent van de erfenis van soixante huit is alom bekend, het stoort echter wel wanneer u als een moderne Don Quichot ten strijde trekt tegen de windmolens van hun overwinning. Laten we hierbij klaar en duidelijk zijn, uw succes is het ultieme bewijs van de nederlaag van ’68. Uw campagne lijkt de ultieme verwezenlijking van de spektakelmaatschappij te vertegenwoordigen.

Traditie kan, en moet, men enkel op een praktische basis benaderen. Respect voor traditie zonder goede gronden klinkt als een holle grap. Uw oproep tot het respecteren van de traditie als oplossing voor onze maatschappelijke kwalen mag dan wel zijn wortels hebben bij Edmund Burke, u hebt zelf toegegeven dat zijn ideologische antipode – Rousseau – uiteindelijk zijn gelijk haalde. Burke’s verdediging van de wijsheid van traditie bleek toen geen hout te snijden, maar u wil ons er nu van overtuigen dat dit wel zo is? Ik zou u hierbij dan willen vragen om dan wat meer respect te tonen voor de tradities van uw opleiding. Dat u zich geroepen voelt om klaar en duidelijk als een politicus uitspraken te doen over een historisch verleden, maar tegelijkertijd uw politieke idealen kruidt met vage omschrijvingen als ‘sociale basiswaarden’ voelt wrang aan. Ik wil echter best geloven dat het een moeilijke dichotomie is om mee te werken.

Ach, zoals het oude Romeinse dictum luidt: Mundus vult decipi, ergo decipiatur.

0 Comment