Toen het Westen slechts een samenleving was die niet rijker was dan de rest, waren er andere drijvende krachten. Op een dag werd het Westen echter de belangrijkste. Samenlevingen pasten zich aan het Westen aan en probeerden zich te integreren. Westerse uitvindingen deinden over de hele wereld uit. Het westerse denken werd door velen zelfs spontaan overgenomen. Op een destructief snelle manier werd op deze wijze een gigantische rijkdom aan menselijke culturen deze wereld ontnomen. Meer en meer mensen gingen voor eenzelfde systeem produceren en van dat systeem consumeren. Hoe men het draait of keert, de explosieve economische groei van de laatste eeuw is eigenlijk bijzonder slecht geweest voor het behoud van onze globale culturele rijkdom. Wolkenkrabbers hebben de wereldveroverd, samen met de stropdas.
Slechts weinig samenlevingen kunnen of konden aan dit systeem ontsnappen. Als dit al lukte was dit meestal in absolute isolatie: nomaden in Afrika, bepaalde landbouwgroepen in Azië en sommige indianen op het Amerikaanse continent. Tot de dag van vandaag worden deze groepen geconfronteerd met onze moderne economie, technologie en cultuur. Kortom, het heles ysteem waarin wij vandaag leven. De bruuske overgang van niet-kapitalistisch naar kapitalistisch verloopt nooit vlot, zeker op sociaal en mentaal vlak. Vandaag zitten de Awá in een dergelijke aanpassingsstrijd. De Awá, een vergeten indianenstam in Ecuador, probeert nu mee te draaien in onze moderne kapitalistische maatschappij.
De watte?
De Awá zijn het enige overgebleven volk ten westen van de Andes in Ecuador dat lange tijd kon ontsnappen aan de kolonisatie en de moderne staat. Iedereen spreekt er nog Awá Pit. De jongere generaties spreken ook Spaans, in de hoop hun geboortestreek ooit te kunnen verlaten. Dit is eigenlijk een teken dat zij al in onze maatschappij verankerd zitten. Awá-kinderen gaan vandaag ook naar school. Het concept ‘school’ komt traditioneel gezien niet voor in het Awá-woordenboek, om de simpele reden dat men al doende leert jagen, verzamelen en gebruiksvoorwerpen maken. Hun leefgebied spreidt zich uit over enkele Colombiaanse en drie Ecuadoraanse provincies: Imbabura, Carchi en Esmeraldas. Hun gronden bevinden zich tussen 600 en 1500 meter boven het zeeniveau. Deze regio is bijzonder vochtig en warm, wellicht de reden waarom de conquistadores niet zo moeilijk deden om hun bestaan. Anders dan vele andere Amero-indiaanse volkeren leven zij tot de dag van vandaag niet in dorpskernen. Ze wonen met hun uitgebreide familie in kleine clusters, vaak op drie of vier uur wandelen van elkaar. Om toch enkele zaken te kunnen regelen, komen zij om de twee of drie weken bij elkaar, waarbij de afgesproken datum mond aan mond wordt doorgegeven.
“Ecuador, niet voor niets het land van de biodiversiteit genoemd, kent unieke primaire wouden waar tientallen nog niet geregistreerde plantensoorten groeien.”
Gezien hun gemarginaliseerde positie binnen het land, is er maar weinig gekend over de geschiedenis van de Awá. Tot de jaren ’60 zouden zij voornamelijk van jagen, verzamelen en zeer kleinschalige landbouw hebben geleefd. Vanaf de jaren ’60 schakelden zij volledig over op landbouw. Sindsdien ging het met hen alleen maar bergaf. Hun voornaamste voedingsbron was de chiro (uitgesproken als tsjiro), een kleine banaan die men bakt of kookt wanneer die nog groen is. Fruit, maniok, suikerriet en enkele andere knollen vulden het dieet destijds aan. Tatabra, een soort wild zwijn, en enkele andere wilde dieren vormden een welkome aanvulling op het toch al gevarieerde menu. Deze rijkdom aan verschillende planten en dieren schonk hen gedurende jaren gezondheid. Traditionele jagers-verzamelaarssamenlevingen hebben een brede voedselbasis, en zijn daarom minder kwetsbaar voor de grillen van Moeder Natuur dan landbouwsamenlevingen, die een kleiner palet aan producten hebben waarop zij kunnen terugvallen bij een misoogst. Doordat de Awá onder invloed van het Westen massaal overschakelden op landbouw, leren zij nu voor het eerst het probleem van de misoogst kennen.
Overgang
De traditionele Awá-levensstijl is vandaag niet langer houdbaar. Om aan bepaalde gebruiksgoederen te komen is er geld nodig. De buitenwereld heeft een nood gecreëerd aan zaken die voordien niet wezenlijk geacht waren binnen een jagers-verzamelaarssamenleving. Om geld te bekomen zijn de Awá commerciële landbouwproducten beginnen te telen. De Awá houden zich vandaag voornamelijk bezig met houtkap en het telen van naranjilla, lulo in het Nederlands, een exotische vrucht. Dit geeft hen echter niet voldoende middelen om binnen een consumptiecultuur te overleven. Echter, omdat hun bestaan vandaag louter op het commerciële gericht is, hebben zij geen tijd meer om te jagen of voedsel te verzamelen. Er is hierdoor te weinig voedsel om van te leven. Bovendien zijn zij hierdoor meteen ook hun diversiteit aan voedsel kwijt.
Het erge aan dit hele verhaal is dat deze landbouwactiviteiten plaatsvinden zonder enige voorkennis en op een totaal ongeplande en onverantwoorde manier. Doordat de Awá tot zeer kort geleden jagers-verzamelaars waren, hebben zij geen voorkennis met betrekking tot landbouw. Dit in tegenstelling tot andere landbouwvolkeren, die wel een zeker evenwicht leerden te bewaren met hun omgeving. De onwetendheid over de kostbaarheid van het woud en het gebruik van chemicaliën is enorm. In een commerciële logica is het bos immers niet belangrijk, maar wel wat men er uit kan halen. De gevolgen op middellange termijn zijn desastreus. Ontbossing en erosie zullen in de toekomst de fragiele vruchtbare gronden van deze streek wegspoelen. Soorten zullen verdwijnen. Ecuador, niet voor niets het land van de biodiversiteit genoemd, kent unieke primaire wouden waar tientallen nog niet geregistreerde plantensoorten groeien. De Awá-gronden zijn in dit opzicht dus eigenlijk zeer kostbaar.
Sociale Gevolgen
Pas sinds 1985 worden de Awá officieel als afzonderlijke etnie erkent. Daarvoor werden hun ancestrale gronden gretig ingelijfd door boeren en bedrijven. Sinds enkele jaren schenkt de Ecuadoraanse overheid hen de nodige aandacht. Echter tot op de dag van vandaag blijven de uitgestrekte wouden een aantrekkelijke bron voor madereras, bedrijven die handeldrijven in luxehout. Ook de vele minerale rijkdommen trekken Westerse conglomeraten aan. Wij vertellen niets nieuws als we stellen dat dit afgrijselijke situaties teweeg zou brengen mocht men op Awá-gebied grootschalige mijnbouw toelaten. Herinnert u zich de beelden van Congolese of Boliviaanse mijnen, en de vervuiling die door grote petroleummaatschappijen in landen als Nigeria of Venezuela werd aangericht. Dit is de verscheurende keuze waar de Latijns-Amerikaanse presidenten voor staan: sociale vooruitgang gefinancierd met het geld uit de minerale exploitaties of het behoud van natuur, cultuur, identiteit en bevolking.
Een van de belangrijkste zaken die nu op het spel staan zijn de oude tradities van de Awá. Meer dan duizenden jaren mondelinge overleveringen, muziek en kunst lopen het risico om straks verloren te gaan. De aantrekkingskracht om mee te stappen in het systeem waarin onze wereld zich nu bevindt, is groot. Dit betekent dat de jonge Awá de traditionele kunstvormen zoals dans en muziek meer en meer verlaten en overstappen naar cumbia en reggaeton. Jonge Awá willen vandaag ook internet, televisies en een eigen iPod. Net zoals Chinese kalligrafie of de laatste Franse tonnenmakers, is het verlies van de tradities van de Awá een rijkdom die men onze planeet ontneemt. Niets duurt eeuwig, maar dit neemt niet de mogelijkheid weg voor een kritische houding tegenover dit verlies (of behoud).
Een deel van dit verlies gaat onvermijdelijk samen met het binnensluipen van typische westerse producten in het gebied, zoals alcohol. Niets nieuws, denk maar aan het karikaturale vuurwater bij de Noord-Amerikaanse indianen. In een samenleving die echter geen alcoholtraditie heeft, ontwricht alcohol alle vroegere evenwichten.
De enorme druk om zo goed mogelijk een inkomen voor de familie te voorzien (een quasi onmogelijke opdracht), brengt ook nog een ander en voordien ongekend fenomeen de gemeenschappen binnen: voedselstress. Dit is een eigenlijk vicieuze cirkel. Een gebrek aan voldoende voedsel is nefast, dus compenseert men met nog meer voedsel van een duidelijk mindere kwaliteit. Des te drukkender de situatie wordt, des te meer zij goedkoop, weinig voedend westers voedsel moeten en willen eten, net zoals iedereen.
“In een samenleving die echter geen alcoholtraditie heeft, ontwricht alcohol alle vroegere evenwichten.”
Andere gevolgen van de overgang die zij meemaken treffen vooral de ouderen en de kinderen. Veel kinderen zijn ondervoed of kampen met darmparasieten. Een te eenzijdig dieet van rijst, aangekocht of geschonken door de overheid, en chiro heeft hun immuunsysteem ontregeld. Hun vroeger zo gevarieerde menu zorgde ervoor dat zij een sterke weerstand hadden. Leishmaniasis (zoekt u het alsjeblieft op), een ziekte die wordt doorgegeven via muggenbeten, kwam vroeger volgens mondelinge overlevering minder tot uiting, hoewel het virus wel in deze streken aanwezig was. Nu is het een erg problematische ziekte in de regio.
De overheid
Sinds kort schenkt de overheid duurzame hulp aan de Awá. Vroegere hulpprogramma’s waren verre van optimaal en helemaal niet duurzaam. Gewoonweg rijst en spaghetti naar de regio brengen was niet langer een houdbare oplossing. De regering besloot daarom om voortaan vooral duurzame projecten te steunen. De nieuwste programma’s van de VN en verschillende Ecuadoraanse ministeries zijn gerichter, en respecteren de oude tradities van de Awá veel meer. Zo werd recentelijk in drie verschillende centra uitgelegd en getoond hoe men een meer gediversifieerde tuin aanlegt, hoe men composttoilets moet maken en hoe men zuinige houtkeukens kan bouwen. Dit alles om rechtstreeks en op lange termijn de levensomstandigheden te verbeteren.
De regering heeft ook verschillende projecten rond gezondheidszorg lopen in de regio. Zo worden enkele leden van de gemeenschap medisch opgeleid en kunnen zij hulpverlenen aan hun eigen stam. Westerse geneeskunde is echter niet in samenspraak met de traditionele levenswijze van de Awá. Voor hen was de natuur een bron van gezondheid, iets wat vaak haaks staat op de westerse geneeskunde. Als overheid is het goed om dit soort programma’s te steunen, maar eigenlijk zorgt het allerminst voor het behoud van de Awá-cultuur. Het versnelt en versterkt enkel het overgangsproces.
Dos Caminos
Twee paden bieden zich aan. Het ene duurzaam, het andere niet. Ofwel proberen de Awá samen met de hulp van de overheid op lange termijn een strategie uit te bouwen, met respect voor de tradities en de omgeving. Vanuit deze filosofie geeft de grond alles wat men nodig heeft voor een gezond leven. Een evenwicht met de omgeving, maar ook met de maatschappij waarvan zij eigenlijk niet leven, is dan essentieel. Ofwel gaan de Awá in tegen hun eigen tradities en proberen zij zich op een zo snel mogelijke manier te integreren in de huidigemaatschappij, met alle sociale catastrofen van dien. Eenmaal geïntegreerd zullen zij dan hoogstwaarschijnlijk een gemarginaliseerde, arme groep Spaanssprekende landbouwers worden en blijven, zoals het gros van de Amero-indianen trouwens.
Jeroen Derkinderen Lombeyda en Miguel Torske
0 Comment