De Dienst Cultuur van de VUB organiseerde dit jaar voor de achtste keer op rij de tentoonstelling Out of Control in GalerY’ en gebouw M (de fameuze Sigaar). Van 13 november tot 12 december konden jonge, pas afgestudeerde studenten van Vlaamse kunsthogescholen de rest van de wereld mee laten genieten van één van hun favoriete werken. Dit initiatief zou als een duwtje in de rug kunnen fungeren voor tot nog toe onbekende artiesten. Over het idee op zich kan dus niets dan goeds worden vermeld.
Door Silke De Nies
Echter, zonder kunstkenner te zijn, toch even een aantal kritische bemerkingen. De tentoonstelling zelf lag volledig in de lijn van de verwachtingen. Hedendaagse kunst lijkt nog weinig vernieuwend te zijn, terwijl dit doorheen de hele twintigste eeuw voorop leek te staan. Toen het dadaïsme aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog haar opgang maakte, hadden de kunstenaars een boodschap voor de toeschouwers. De schijnheilige waarden van de beschaafde wereld werden aangevallen door alles tot kunst te verheffen. Zo was er bijvoorbeeld de Roue de bicyclette, een fetswiel dat omgekeerd op een sokkel werd geplaatst, van Marcel Duchamp. De readymades deden hiermee hun intrede en waren op dat moment maatschappijkritisch. Wanneer men nu echter reeds bestaande voorwerpen als kunst tentoonstelt, is dit niet langer schokkend of origineel. Integendeel: het is conformistisch.
Dit geldt eveneens voor abstracte kunst. Piet Mondriaans geometrische abstracte kunst verlegde grenzen, het was vernieuwend. Wassily Kandinsky en diens aanverwanten probeerden gevoelens uit te drukken door middel van vormen en kleuren. Maar men moet de zaken binnen een bepaalde context plaatsen. Neen: vandaag is dit niet langer innovatief.
Veel kunstwerken bij Out of Control waren in dit opzicht weinig origineel. Sommigen staken zichtbaar weinig tijd in het uitdenken van een creatief stuk. Zelfs over de titel werd niet altijd nagedacht, waardoor velen op dezelfde noot eindigden: zonder titel. Originaliteit op zijn best.
Toch waren er ook enkele werken bij die tot de verbeelding spraken. Subjectiviteit speelt een belangrijke rol in de kunst. Het zogenoemde eye of the beholder. Toch mag de kunstenaar zelf ook iets te vertellen hebben: niet alle verantwoordelijkheid moet bij de toeschouwer worden gelegd. Daarom vond ik Het Kussenmeisje van Mira Albrecht, tentoongesteld in GalerY’, een goed werk. Kussens werden verspreid over verschillende openbare plaatsen, waarna de reactie van de mensen wordt gefotografeerd. Naar eigen zeggen bestaat haar werk uit de relatie die mensen aangaan met objecten.
Natuurlijk waren er nog een aantal andere kunstwerken de moeite waard. Bijvoorbeeld in gebouw M, helemaal bovenaan, waar men, als men de schilderingen op de muren mag geloven, de Verlichting heeft bereikt, hangt het werk Wunderkammer van Inge Van Loock. Dit geldt ook voor Six Seconds van Eveliene Deraedt, en nog enkele anderen.
Ongeacht de kritiek is het dus toch de moeite om even een kijkje te gaan nemen. Het is zonder enige twijfel een goede zaak dat jonge kunstenaars de mogelijkheid krijgen om hun kunst tentoon te stellen zonder voorafgaande selecties. Iedereen krijgt op deze manier een kans. En nogmaals: dit artikel werd geschreven door een leek. Echte critici zullen binnen de hedendaagse kunst ongetwijfeld op vele details kunnen wijzen waardoor mijn betoog niet overeind blijft. Wellicht ligt het aan mijn ongeoefende oog.
0 Comment